gepubliceerd op 11 oktober 2002
Koninklijk besluit houdende de toekenning van een financiële tegemoetkoming aan de gemeenten met een open centrum voor de opvang van asielzoekers op hun grondgebied in 2001
24 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een financiële tegemoetkoming aan de gemeenten met een open centrum voor de opvang van asielzoekers op hun grondgebied in 2001
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 december 2000 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid programma 26.55.3;
Gelet op de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu, inzonderheid op artikel 6;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van begroting, gegeven op 20 december 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 2001;
Overwegende dat de gemeenten die een open opvangcentrum voor asielzoekers op hun grondgebied hebben, bijkomende kosten voor de administratieve opvolging hebben;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Minister van Maatschappelijke Integratie wordt gemachtigd om een toelage aan de gemeenten die open opvangcentrum voor asielzoekers op hun grondgebied hebben in 2001, aan te rekenen op basisallocatie 26.55.34.33.34 van de Algemene Uitgavenbegroting 2001.
Art. 2.Het bedrag van deze toelage is 10 000 BEF per jaar per effectieve opvangplaats.
Teneinde rekening te houden met schommelingen in het aantal ter beschikking zijnde opvangplaatsen in de loop van deze periode wordt voor ieder opvangcentrum het aantal vastgesteld op de eerste dag van iedere maand. Tijdelijke verminderingen omwille van verbouwingen of aanpassingswerken, worden niet in aanmerking genomen.
Art. 3.De Minister bevoegd voor maatschappelijke integratie bepaalt in het begin van ieder jaar de toelage die voor het voorgaande jaar is verschuldigd aan de gemeenten.
Art. 4.Deze toelage zal aan de gemeenten worden uitbetaald binnen de drie maanden na de ondertekening van het in artikel 3 bedoelde besluit.
Art. 5.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE