Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 09 december 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de invoering van de 2e fase van het Kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profit sector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012298
pub.
09/12/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de invoering van de 2e fase van het Kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profit sector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel (kinderopvang) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de invoering van de 2e fase van het Kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profit sector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel (kinderopvang).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2003 Invoering van de 2e fase van het Kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profit sector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel (kinderopvang) (Overeenkomst geregistreerd op 6 januari 2004 onder het nummer 69148/CO/305.02) INLEIDING 1. Het Kaderakkoord 2001-2005 van 29 juni 2000, waarover onderhandeld is tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties, beschikt over verschillende herwaarderingsmaatregelen van de loon- en arbeidsvoorwaarden van het personeel van alle non-profitsectoren die vallen onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel. De concrete uitvoering van deze verschillende maatregelen wordt vastgelegd in opeenvolgende fases tijdens de periode 2001-2005 en gebeurt via collectieve arbeidsovereenkomsten waarover wordt onderhandeld en die worden ondertekend in de bevoegde paritaire comités en subcomités voor de verschillende betrokken sectoren. 2. Op het einde van het vastgelegde meerjarenplan 2001-2005, is het doel te streven naar de harmonisering van de loon- en arbeidsvoorwaarden van het personeel dat ressorteert onder het voogdijschap van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel met de loon- en arbeidsvoorwaarden die van kracht zijn voor het personeel van de sector van de privé-ziekenhuizen op de datum van de ondertekening van het Kaderakkoord van 29 juni 2000.3. Wat de sector kinderopvang betreft, werd de eerste fase van uitvoering van het Kaderakkoord 2001-2005 verwezenlijkt vanaf 1 oktober 2001, door middel van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001.4. De ondertekenende partijen van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 zijn overeengekomen om bij voorrang de financiële middelen, die zijn toegekend door de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel ter fine van de herwaardering, vastgelegd in de sector van de kinderopvang, toe te wijzen aan de voorafgaande aanpassingsmaatregelen van de loonschalen van het personeel van de kinderopvang op de loonschalen die overeenkomen met de AWH (algemeen weddeschaalherziening), die van toepassing is op de overheid van de gemeenschappen, ongeacht andere aanvullende maatregelen.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de kinderkribben, peutertuinen, diensten voor omkaderde thuisoppas, gemeentelijke huizen voor kinderopvang, diensten voor thuisoppas van zieke kinderen, diensten voor buitenschoolse kinderopvang en gelijkaardige inrichtingen en diensten voor kinderopvang die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Art. 4.Onder "werknemer die de voordelen geniet, bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst", moet worden verstaan : alle werknemers, mannelijke en vrouwelijke bedienden en arbeiders, die tewerkgesteld zijn in de inrichtingen en diensten bedoeld in artikel 1.

Art. 5.Voor de werknemers die tewerkgesteld zijn in de inrichtingen en diensten, bedoeld in artikel 1, waarvoor in een financiële tegemoetkoming is voorzien ten laste van andere niveaus van machten dan de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel, medeondertekenaar van het Kaderakkoord van 29 juni 2000, kan het voordeel van de gehele of een deel van de voordelen die toegekend zijn door deze collectieve arbeidsovereenkomst verschillen tot de middelen die hiervoor vereist zijn, gewaarborgd zijn.

Over de modaliteiten van het uitstel zal overleg gepleegd worden in het kader van een ad hoc comité, opgericht door het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, waaraan de bevoegde vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers, bedoeld in artikel 1, zullen deelnemen.

Art. 6.Volgens de programmatie, bepaald in het Kaderakkoord van 29 juni 2000, komen de ondertekenende partijen de 2e fase van de uitvoering overeen op 1 januari 2003 en ze beschikken hiervoor over aanvullende maatregelen bij deze bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 die de eerste fase van uitvoering van dit akkoord dekt.

Deze maatregelen werden voornamelijk uitgewerkt als rechtstreekse verlenging of als bevestiging van de voorwaarden opgenomen in voornoemde cao van 10 december 2001.

Hetzij concreet : 1° Een herwaardering van de loonschalen met verwijzing naar de overeenstemmende loonschalen van de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, zoals opgesteld door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap (Belgisch Staatsblad 29 augustus 1996 - blzn.22948 tot 22976).

Artikel 5 verduidelijkt de werknemers waarop deze herwaardering van de loonschalen van toepassing is en de concrete bepalingen ervan. 2° Toekenning van de vakbondspremie aan de personeelsleden van de kinderopvang, voor zover zij instaan voor de kwaliteit van diegenen die een bijdrage betalen aan een van de vakorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. De vakorganisaties richten een "Intersyndicaal fonds voor kinderopvang" op en beheren het, waarbij de Franse Gemeenschap zich ertoe verbindt jaarlijks te subsidiëren om de effectieve afrekening mogelijk te maken van de vakbondspremie aan de werknemers. 3° De 5 dagen aanvullend verlof, waarin reeds was voorzien in de vorige collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, waarvan de ondertekenende partijen hier de extralegale draagwijdte bevestigen : - ofwel de toekenning van 4 dagen verlof bovenop de 20 dagen wettelijke jaarlijkse vakantie (stelsel van 5 dagen/week) - in verhouding in geval van deeltijdse arbeid - en de toekenning van een dag aanvullend verlof naar aanleiding van het feest van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel.Deze dag aanvullend verlof wordt genomen op 27 september of op elke andere werkdag van het jaar, in onderling overleg vastgelegd in de inrichting of dienst. 4° De aanpassing van de regels van geldelijke anciënniteit die van toepassing zijn op het personeel van de kinderopvang, met het oog op een betere uitvoering van de arbeidsprestaties bij de vorige werkgevers en de gelijkschakeling van een aantal loopbaanonderbrekingen van de effectieve activiteitsperiodes. Hierin was reeds voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 en wordt nu bevestigd in het kader van de nieuwe reglementering die bij "ONE" van kracht is.

Artikel 7 en 8, die volgen, leggen de modaliteiten vast.

Art. 7.§ 1. De ondertekenende partijen komen overeen de inspanning vol te houden met het oog op de aanpassing van de loonschalen van het personeel van de kinderopvang met de overeenkomstige loonschalen van de AWH (algemene weddeschaalherziening) die van toepassing is op de gemeenschapsoverheid. § 2. Volgens de functies en het belang van de aanpassing van de loonschalen, wordt de gelijkschakeling van de communautaire AWH geheel of gedeeltelijk bereikt op 1 oktober 2002 of op 1 januari 2003. § 3. De loonschalen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst worden bepaald hebben betrekking op het kaderpersoneel en op het personeel gekwalificeerd voor opvang.

De volgende functies worden bedoeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Vanaf 1 januari 2003 en dankzij de beschikbare financiële middelen, wordt deze maatregel tot verhoging toegepast op het niveau van 70,70 pct. van de aanpassing van de loonschalen.

Deze maatregel zal worden toegepast aan 100 pct. tijdens de 3e fase van uitvoering van het Kaderakkoord 2001-2005.

Art. 8.§ 1. De loonschalen bedoeld in artikel 5 zijn als bijlage gevoegd bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Zij zijn uitgedrukt op jaarbasis 100 pct. (op 1 januari 1990) in euro en in Belgische frank. Bij de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen zij verrekend worden aan 129,36 pct. samen met de spilindex 109,45 (basis 1996 = 100). § 2. Zij evolueren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden en lonen ten laste van de openbare schatkist aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971) worden gekoppeld.

Art. 9.§ 1. De geldelijke anciënniteit is van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn in de inrichting of dienst, volgens de loonschalen die hier bepaald zijn, zonder onderscheid van gepresteerde arbeidstijd of statuut van tewerkstelling. § 2. Vanaf de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de volgende periodes gelijkgesteld met de periodes gepresteerd door deze werknemers en in aanmerking genomen voor de geldelijke anciënniteit : - de periodes van educatief verlof, - de periodes van vaderschapsverlof en adoptieverlof, - de periodes van ouderschapsverlof, - de periodes verlof voor palliatieve zorgen, - de periodes van deeltijds tijdskrediet, 1/5 loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties voor de werknemers van 50 jaar en ouder, met uitzondering van het voltijds tijdskrediet, - de periodes van loopbaanonderbreking voor hulp of het verlenen van zorgen aan een gezins- of familielid dat aan een ernstige ziekte lijdt, voor zover het voordeel deeltijds verkregen is. § 3. Wat het personeel betreft waarvan de vroegere prestaties in de inrichting niet in aanmerking worden genomen voor de toepassing van de bepalingen die vooraf gaan inzake herwaardering van de anciënniteit, komen de partijen overeen om tijdens de volgende fase(s) van uitvoering van het Kaderakkoord 2001-2005 de modaliteiten te onderzoeken die waarschijnlijk de discriminaties zullen opheffen die voortvloeien ten opzichte van de betrokken personeelsleden. De gehele of gedeeltelijke concretisering van deze modaliteiten wordt echter gekoppeld aan de noodzakelijke financiering hiervoor.

Art. 10.§ 1. Voor de bepaling van de geldelijke anciënniteit bij elke nieuwe aanwerving in de onthaal- en kaderfuncties, bedoeld in artikel 5, worden de periodes toegelaten die gepresteerd worden door de werknemer, in België of in het buitenland, in een voltijdse of deeltijdse tewerkstelling en zonder onderscheid van het tewerkstellingsstatuut, in de inrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd worden door een publieke overheid, die afhangen van de gezondheidssectoren, zorg voor personen, gehandicaptenbeleid en kinder- en jongerenbeleid en jeugdzorg, volwassenenscholing, cultuur, onderwijs en socio-professionele inschakeling. § 2. Deze periodes worden in aanmerking genomen, voor zover de bedoelde prestaties uitgeoefend werden in dezelfde functie, volgens de vereiste kwalificatie of het vereiste diploma, of dat zij aanleiding geven tot een gelijkwaardige ervaring.

De toegelaten prestaties worden per volledige maand in de boeken opgenomen. § 3. De effectieve herwaardering van de vereiste anciënniteit bij de vorige werkgevers kan echter gekoppeld worden aan de voorwaarde van een voldoende subsidie hieromtrent.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 oktober 2002.

De gevolgen worden echter uitgesteld tot 1 januari 2003 voor wat de maatregel betreft van herwaardering van de loonschalen, vastgelegd voor de kinderverzorg(st)ers en de gekwalificeerde opvang(st)ers.

Zij wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Zij kan worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, die er de ondertekenende partijen over inlicht.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

Bijlage bij collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de invoering van de 2e fase van het Kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profit sector van de Franse Gemeenschap Wallonie-Brussel (kinderopvang) LOONSCHALEN KADERPERSONEEL Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De vastgelegde herwaardering beoogt de verhoging van kwalificatiegroep 2 naar kwalificatiegroep 3 - in de functie AWH die overeenstemt met niveau 3.

Vanaf 1 januari 2003 in functie van de beschikbare financiële middelen, wordt deze herwaarderingsmaatregel toegepast op het niveau van 70,70 pct. van de aanpassing van de loonschalen.

Ze zal aan 100 pct. worden toegepast bij de 3e fase van uitvoering van het kaderakkoord 2001-2005 Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^