Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 13 oktober 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de Nederlandstalige organisaties voor socio-professionele inschakeling in Brussel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012276
pub.
13/10/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de Nederlandstalige organisaties voor socio-professionele inschakeling in Brussel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de Nederlandstalige organisaties voor socio-professionele inschakeling in Brussel.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2003 Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de nederlandstalige organistie voor socio-professionele inschakeling in Brussel (Overeenkomst geregistreerd op 16 januari 2004 onder het nummer 69344/CO/329)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de nederlandstalige organisaties voor socio-professionele inschakeling (SPI) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijnde : - Overleg Opleidings- en Tewerkstellingsprojecten Brussel (OOTB) vzw, - de Nederlanstalige werkende partners voor SPI in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, - de Nederlandstalige organisaties met gesco-omkadering vanwege de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (BGDA) voor doorstromingsprojecten.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst legt de algemene regels vast inzake de arbeidsvoorwaarden. Aan de werkgevers en werknemers wordt echter de vrijheid gelaten gunstigere voorwaarden overeen te komen, onder meer rekening houdend met bekwaamheid of persoonlijke verdiensten van de betrokkenen.

Art. 3.§ 1. De baremastructuur zoals vastgelegd in de tabel is van toepassing op alle werknemers in de organisaties, vermeld in artikel 1, vanaf 1 januari 2005.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * Geldt slechts voor de functies waarvoor de werkgever, al dan niet volgens de vereisten van de subsidiërende overheid, een diploma eist van licentiaat, master, doctor of van het hoger onderwijs lange type, of gelijkwaardigheid door nascholing, stages en/of ervaring. ** De werkgever kan het volgen van een bijscholingscursus, al dan niet door de sector georganiseerd, opleggen. *** Bij overkomst vanuit een andere organisatie waarbij de opgedane ervaring als relevant wordt erkend, geldt dit barema slechts na afloop van de proefperiode; tijdens de proefperiode is het lagere barema van toepassing. § 2. Met ingang van 1 juli 2002 worden deze barema's voor minimum 80 pct. toegepast voor de werknemers bij OOTB, voor het voor de uitvoering van de SPI-conventie ingezet en door de BGDA aanvaard personeel van de werkende partners voor SPI, en voor de DSP-omkaderingsgesco's. Daarbij wordt ook rekening gehouden met het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals vastgelegd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (koninklijk besluit van 29 juli 1988, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 1988). § 3. Met ingang van 1 januari 2004 worden deze barema's voor minimum 90 pct. toegepast, voor de werknemers bij OOTB, voor het voor de uitvoering van de SPI-conventie ingezet en door de BGDA aanvaard personeel van de werkende partners voor SPI, en voor de DSP-omkaderingsgeco's. Daarbij wordt ook rekening gehouden met het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals vastgelegd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van de Nationale Arbeidsraad. § 4. Zogenaamde "huisbarema's", vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst op organisatieniveau, in het arbeidsreglement of in een andere schriftelijke overeenkomst, blijven van toepassing voor zover het loonbedragen betreft die hoger liggen dan de bij onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde sectorbarema's.

Art. 4.§ 1. Een eindejaarspremie wordt, volgens de modaliteiten bepaald in de volgende paragrafen, vanaf 2005 aan de werknemers betaald. § 2. Het vaste geïndexeerde gedeelte van de eindejaarspremie bedraagt 270,93 EUR (basis 1 november 2003). Het bedrag wordt elk jaar aan de index aangepast.

Het indexpercentage wordt berekend door het indexcijfer van oktober van het lopende jaar te delen door het indexcijfer van oktober van het vorige jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. § 3. Het vaste niet-geïndexeerde gedeelte van de eindejaarspremie bedraagt 55,08 EUR. § 4. Het loonafhankelijke, variabele gedeelte van de eindejaarspremie bedraagt 2,5 pct. van het brutojaarloon. Voor de berekening ervan wordt het normale brutomaandloon van de betrokken werknemer van oktober van het lopende jaar vermenigvuldigd met twaalf. § 5. Het totale bedrag van de premie, zoals vastgelegd in de vorige paragrafen, wordt uitgekeerd aan de werknemer die verbonden is door een voltijdse arbeidsovereenkomst en volledig gewerkt heeft of daarmee gelijkgestelde afwezigheidperiodes, zoals verder bepaald in dit artikel, kan inroepen en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode. De referentieperiode loopt van 1 januari tot 30 september. § 6. Voor deeltijds tewerkgestelde werknemer worden de vaste bedragen van de premie herleid naar rata van de contractuele arbeidsduur. § 7. Wanneer een werknemer het totale bedrag van de premie niet kan genieten omdat hij in dienst of uit dienst is getreden in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag ervan aangepast, evenredig met de verrichte arbeid en/of daarmee gelijkgestelde periodes. Elke arbeidsovereenkomst, ingegaan vóór de dertiende dag van de maand, wordt beschouwd als een arbeidsovereenkomst voor een volledige maand. § 8. Iedere volledig gewerkte of daarmee gelijkgestelde maand, tijdens de referentieperiode, geeft recht op 1/9e van het bedrag van de premie, berekend overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Worden gelijkgesteld met gewerkte of als dusdanig beschouwde dagen, de inactiviteitperiodes, vastgelegd bij koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967).

Schorsingen wegens loopbaanonderbreking en conventionele schorsingen van de arbeidsovereenkomst worden niet gelijkgesteld met effectieve prestaties. § 9. De eindejaarspremie is niet verschuldigd voor arbeidsprestaties of gelijkgestelde periodes tijdens een proefperiode waarin de arbeidsovereenkomst werd beëindigd.

De eindejaarspremie is evenmin verschuldigd aan de werknemers die zich in de proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling ervan. § 10. Deze premie vervangt in de toepasselijke gevallen de in de organisatie al toegekende eindejaarspremie of dertiende maand ten belope van het bij deze overeenkomst vastgelegde bedrag.

Art. 5.Voor de permanente vorming van het personeel van OOTB en de DSP-omkaderingsgeco's kunnen de betrokken organisaties een uitgewerkt opleidingsplan voorleggen aan het "Sociaal Fonds voor het Sociaal Cultureel Werk van de Vlaamse Gemeenschap". Het Fonds zal het geld dat het daartoe ontvangt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verdelen over de goedgekeurde initiatieven.

Art. 6.Voor de vervangende tewerkstelling in het kader van de eindeloopbaanregeling, zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2000 inzake arbeidsvrijstelling voor oudere werknemers (koninklijk besluit van 22 augustus 2002, Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2002), kunnen de betrokken organisaties voor het personeel van OOTB en de DSP-omkaderingsgeco's een tussenkomst krijgen van het "Sociaal Fonds voor het Sociaal Cultureel Werk van de Vlaamse Gemeenschap". Het fonds wordt belast met de verdeling van het geld dat het daartoe ontvangt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 7.Wat de syndicale premie betreft, wordt verwezen naar de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2002 tot toekenning van een syndicale premie (koninklijk besluit van 5 juni 2004, Belgisch Staatsblad van 6 juli 2004).

Het intersyndicaal fonds staat in voor de uitvoering, in samenwerking met de BGDA, van punt 4.2 van het protocolakkoord van 4 december 2002.

Art. 8.De ondertekenende vlaamse sociale partners zullen in het eerste semester van 2004 een gezamenlijke evaluatie maken van de uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. Zij zullen daarbij nagaan of de nodige middelen voorhanden zijn en of aan alle noodzakelijke voorwaarden voldaan is voor de uitvoering ervan, onder meer wat de artikelen 3 en 4 betreft.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 juli 2002.

Zij wordt uitgevoerd op voorwaarde van een effectieve terbeschikkingstelling van de financiële middelen voor de uitvoering van het Protocolakkoord tot bepaling van de modaliteiten inzake de toepassing van het non-profitakkoord van 23 juni 2000 op de sector van de socio-professionele inschakeling - Gewestelijk gedeelte van 4 december 2002.

Zij zal op verzoek van een ondertekenende partij kunnen herzien of opgezegd worden, met een opzeggingstermijn van drie maanden, aangetekend te betekenen aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen aangeven en amendementsvoorstellen indienen. De andere organisaties gaan de verbintenis aan deze binnen één maand na ontvangst te bespreken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE Bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2003 van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector Loonbedragen : jaarloon (index 126,83) en maandbedragen (lonen op 1 juli 2002), met de toepassingspercentages Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^