Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 26 oktober 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012275
pub.
26/10/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003 Arbeidsduur en humanisering van de arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 24 februari 2004 onder het nummer 70011/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit zoals gedefinieerd in artikel 1 de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd. HOOFDSTUK II. - Arbeiders

Art. 2.De herverdeling van de arbeid, gepland op het niveau van de ondernemingen, alsook de veralgemeende vermindering van de gemiddelde arbeidstijd voor het geheel van de arbeiders tot 37 uren per week, alsook de vermindering van de overuren, zullen van toepassing zijn volgens de modaliteiten beschreven in de volgende artikelen.

Art. 3.Definities : Onder "aanwezigheidsuur" verstaat men : de werkelijk gewerkte uren, de schaft- en rusttijd. Elk aanwezigheidsuur wordt verloond volgens de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Onder "volledige arbeidsprestaties" wordt verstaan : alle uren aanwezigheid overdag en/of 's nachts, begrepen tussen het eerste en het laatste gewerkte uur overdag en/of 's nachts.

Het is mogelijk dat een volledige arbeidsprestatie twee kalenderdagen overbrugt.

Voor wat betreft de definiëring van de contractuele uren, de recuperatie-uren of de uren die gerecupereerd moeten worden, en de overuren, wordt verwezen naar de tekst in bijlage.

Art. 4.Principe : Er wordt een minimummaandloon gewaarborgd dat gelijk is aan het aantal contractuele dagen en uren voor iedere maand in 2003 en 2004, zijnde : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt : Vlaamse Gemeenschap in juli : 25 dagen - 154 u. 15' Franse Gemeenschap in september : 25 dagen - 154 u. 15' Duitstalige Gemeenschap in november : 22 dagen - 135 u. 45' Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ter gelegenheid van de feestdag van de gemeenschappen is het aantal dagen en uren vastgesteld als volgt : Vlaamse Gemeenschap in juli : 25 dagen - 154 u. 15' Franse Gemeenschap in september : 25 dagen - 154 u. 15' Duitstalige Gemeenschap in november : 23 dagen - 141 u. 55' Afdeling 1. - Alle andere activiteiten dan het waardevervoer

en de militaire basissen

Art. 5.Het aantal aanwezigheidsuren is beperkt als volgt : a) per dag : - maximum 12 uren.De arbeider heeft het recht een langere tewerkstelling te weigeren zonder dat hij hiervoor kan gesanctioneerd worden; - er wordt een rusttijd van 12 uren gewaarborgd tussen 2 volledige arbeidsprestaties; - aan de mobiele bewakingsagent wordt een maaltijd-/rustpauze van 30 minuten gegarandeerd gedurende een voorziene prestatie tussen 5 en 8 uren. Indien de voorziene prestatie groter is dan 8 uren (tot 12 uren), wordt een maaltijd-/rustpauze van 1 uur gegarandeerd. Deze maaltijd-/rustpauzes maken integraal deel uit van de voorziene prestatie. b) per week (van maandag 00 u.00 tot zondag 24 u. 00) : - maximum 60 uren; - de maximum ononderbroken prestatieperiode mag niet meer bedragen dan 6 opeenvolgende dagen; - de minimum rustperiode na een prestatieperiode van 6 dagen of van 60 uren bedraagt 48 uren; - de mogelijkheid bestaat om op het niveau van de ondernemingen afwijkende overeenkomsten te sluiten waarbij rekening wordt gehouden met specifieke toestanden zoals flexibele arbeidstijdregelingen die in de onderneming van de klant toepasselijk zijn. c) per maand : De planning mag afwijken van de maandelijkse duur zoals is bepaald in artikel 4 en het verschil mag door de werkgever worden gecompenseerd, volgens de bepalingen voorzien in artikel 6. Omwille van operationele noodwendigheden kan de planning schommelen tussen het contractueel aantal uren min 15 en 175 uren. De prestaties boven 175 uren gebeuren op vrijwillige basis. - minimum grens : de werkgever verbindt zich ertoe een planning te voorzien die het minimum aan contractuele uren inhoudt. Indien hij hier niet in slaagt, moet hij in ieder geval een minimum aantal uren waarborgen gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren. Indien dit aantal hoger is dan 160, wordt het minimum bepaald op 145 uren; - maximum grens : 190 uren; - indien de planning van de arbeider niet het maandelijks contractueel minimum bereikt, mag hij worden opgeroepen mits respect van een termijn van minimum 48 uren.

Deze oproepen mogen niet samenvallen met de jaarlijkse vakantie, noch met de door de aan arbeider volgens toegekende recuperatie.

Voor de arbeider die op economische werkloosheid geplaatst wordt, geldt deze regel niet.

Deze oproeping is verschillend van de dringende oproep zoals beschreven in artikel 2, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003 betreffende de reiskosten. d) per jaar (van 1 januari tot en met 31 december) : - maximumgrens: 1990 uren.

Art. 6.De inhaalrust en de verloning van de aanwezigheidsuren worden als volgt vastgesteld : § 1. Verloning a) per dag : Elke arbeidsprestatie die de 12 uren overschrijdt geeft recht op een overloon van 50 pct.per gepresteerd uur boven de 12 uren. b) per week : Elke arbeidsprestatie die de 60 uren overschrijdt geeft recht op een overloon van 50 pct.per gepresteerd uur boven de 60 uren. c) per maand : - het minimum te betalen uren wordt vastgesteld volgens artikel 4 van deze overeenkomst. - het maximum te betalen uren bedraagt 190 uren; - de uren boven de 190 uren per maand worden gerecupereerd via betaalde inhaalrust die kan plaatsvinden tijdens de referteperiode (van 1 januari tot en met 31 december); - de geplande uren onder het maandelijks minimum, bepaald in artikel 8, c) van deze overeenkomst (minimum gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren of 145 uren) kunnen niet meer in aanmerking worden genomen voor recuperatie en blijven verworven voor de arbeider. - voor elk uur gepresteerd boven het 190ste uur wordt een overloon van 50 pct. toegekend. d) per jaar : - op het einde van de referteperiode (van 1 januari tot 31 december) moeten de nog niet betaalde uren worden betaald, met een maximum van 1990 uren; - voor elk gepresteerd uur boven de 1990 wordt een overloon van 50 pct. toegekend en betaald bij de verrekening op het einde van de referteperiode; - de uren die de 1990 overschrijden en die nog niet werden betaald moeten worden omgezet in betaalde inhaalrust, op te nemen tijdens het trimester dat volgt op de referteperiode. e) cumul van overloon : De overlonen op dagbasis, op weekbasis en op maandbasis zijn cumuleerbaar.Deze regel geldt niet voor de cumul van de maandgrens en de jaargrens. § 2. Inhaalrust a) principes : Tijdens de referteperiode mag het positieve saldo (de uren boven 190 uren per maand) op geen enkel ogenblik groter zijn dan 65 uren.Zodra deze grens is bereikt, moet er inhaalrust zijn.

Tijdens de referteperiode mag het negatieve saldo (ingeval de werkgever niet in staat was aan de arbeider het minimum contractuele uren te waarborgen) de 30 uren niet overschrijden. De uren die deze grens overschrijden, mogen niet meer in aanmerking worden genomen voor inhaalrust en blijven voor de arbeider verworven. Op het einde van de referteperiode moet elk negatief saldo worden aangezuiverd of blijft verworven voor de arbeider. b) modaliteiten : - de inhaalrust tijdens de referteperiode kan op eender welk ogenblik plaatsvinden, op initiatief van de arbeider of op initiatief van de werkgever.Van zodra de arbeider het minimum aantal contractuele bereikt, mag de werkgever geen inhaalrust meer opleggen. - de inhaalrust van die uren is volgens de volgende procedure bepaald : - de werkgever zal aan de arbeider de afrekening van zijn overuren bezorgen samen met zijn loonfiche; - voor zover de werkgever deze afrekening aan de arbeider bezorgt ten laatste op de 15e van de maand, dient deze laatste zijn aanvraag om deze uren te recupereren te doen ten laatste de 20e van dezelfde maand, voor de maand die er op volgt. - indien de werkgever voornoemde afrekening niet binnen de voorziene termijn heeft verstrekt, staat het de arbeider vrij zelf zijn recuperatieperiode te bepalen. - in geval er binnen de gestelde termijn geen aanvraag werd ingediend door de arbeider, heeft de werkgever de mogelijkheid inhaalrust op te leggen zonder dat hierbij het minimum aantal contractuele uren mag worden overschreden. - elk probleem dat het resultaat is van de toepassing van dit nieuwe regime, zal worden voorgelegd aan de betrokken syndicale delegatie. - ingeval de uren niet kunnen worden gerecupereerd binnen de voorziene termijnen, bestaat de mogelijkheid om een akkoord te sluiten met de vakbondsafvaardiging en de gewestelijke secretarissen om deze uren te laten recupereren volgens andere modaliteiten. Er wordt in ieder geval overeengekomen dat deze uren niet worden uitbetaald.

Art. 7.Controle § 1. Een beperkte vakbondsafvaardiging, waarvan de samenstelling wordt bepaald binnen de onderneming, beschikt over de mogelijkheid om de planning na te zien. De modaliteiten moeten worden overeengekomen op het niveau van de onderneming. § 2. Bij het begin van de maand wordt aan een beperkte vakbondsafvaardiging, zoals hierboven omschreven, een lijst van de arbeiders die geen minimum planning hebben gekregen (minimum gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren of 145 uren) ter beschikking gesteld. § 3. In het midden van de maand zal door de hiertoe aangewezen afvaardiging een evaluatie worden gemaakt en zullen de nodige correcties worden aangebracht. § 4. De ondernemingsraad of syndicale delegatie oefent toezicht uit op de correcte naleving van deze bepalingen. a) Beperkte vakbondsafvaardiging De werkgever zal aan de syndicale afvaardiging de redenen van het negatief saldo verklaren, ter gelegenheid van de in voege zijnde controleprocedure. Elke maand zal hij de nominatieve lijst verstrekken van de arbeiders, die ofwel beschikken over een saldo van in te halen uren, ofwel over een negatief saldo. b) Ondernemingsraad Vanaf oktober 2002 zal een jaarlijkse gedetailleerd evaluatie van het toegepaste systeem aan de leden van de ondernemingsraad worden voorgelegd.Elke maal zullen ook de effecten van deze maatregelen op tewerkstelling worden nagegaan. In geval van betwisting, zal worden beroep gedaan op de syndicale delegatie om bijkomende onderzoeken inzake betaling, omzetting naar inhaalrust verlof en afrekening van de uren. c) Paritair comité Deze jaarlijks evaluatie zal ter informatie aan de voorzitter van het paritair comité worden overgemaakt.

Art. 8.Patrouille en interventie na alarm Modaliteiten van werkorganisatie moeten onderzocht worden op het niveau van de onderneming. Afdeling 2. - Militaire basissen

Art. 9.Arbeidsduur § 1. Aantal aanwezigheidsuren per dag - maximum 12 uur (de arbeider heeft het recht een langere tewerkstelling te weigeren zonder dat hij hiervoor kan gesanctioneerd worden); - er wordt een rusttijd van 12 uren gewaarborgd tussen 2 volledige arbeidsprestaties; - iedere prestatie die de 12 uur overschrijdt, geeft recht op overuren van 50 pct. per gepresteerd uur bovenop deze 12 uur. § 2. Aantal aanwezigheidsuren per week - maximum 60 uur. - de maximum ononderbroken prestatieperiode mag niet meer bedragen dan 6 opeenvolgende dagen. - de minimum rustperiode na een prestatieperiode van 6 dagen of van 60 uren bedraagt 48 uren. - de mogelijkheid bestaat om op het niveau van de ondernemingen afwijkende overeenkomsten te sluiten waarbij rekening wordt gehouden met specifieke toestanden zoals flexibele arbeidstijdregelingen die in de onderneming van de klant toepasselijk zijn. - iedere prestatie die de 60 uur overschrijdt geeft recht op overuren van 50 pct. per gepresteerd uur bovenop deze 60 uur. § 3. Aantal aanwezigheidsuren per maand. - de maximumgrens : 180 uur. - iedere prestatie die de 180 uur overschrijdt, geeft recht op overuren van 50 pct. per gepresteerd uur bovenop de 180 uur. De uren boven de 180 dienen te worden gerecupereerd. - er kan geen negatief saldo worden overgedragen naar de volgende maand. § 4. Het overloon op dagbasis, weekbasis en maandbasis zijn cumuleerbaar.

Art. 10.Rustpauze op het terrein en recuperatie van de saldo's - De rustpauze op het terrein bedraagt 12,5 pct. van de aanwezigheidsuren. - Van alle aanwezigheidsuren op maandbasis zal 6,25 pct. omgezet worden in betaalde compensatierust, op te nemen vanaf de volgende maand. De 6,25 pct. betaalde compensatierust wordt opgebouwd door de aanwezigheidsuren (werkelijk gepresteerde uren, de schaft- en rusttijd), opleidingsuren (syndicaal en professioneel), alsook door de uren arbeidsongeval (1ste maand) en het klein verlet. - De compensatierust dient zo snel mogelijk opgenomen te worden, teneinde operationele problemen te vermijden. - De werkgever zal aan de arbeider de afrekening van z'n overuren en compensatie bezorgen samen met de loonfiche. - Voorzover de werkgever deze afrekening aan de arbeider bezorgt ten laatste op de 15e van de maand, dient deze laatste zijn aanvraag om deze uren te recupereren te doen ten laatste de 20e van dezelfde maand, voor de maand die er op volgt. - De aanvraag tot compensatieverlof dient schriftelijk te gebeuren. - Indien de werkgever voornoemde afrekening niet binnen de voorziene termijn heeft verstrekt, staat het de arbeider vrij zelf zijn recuperatieperiode te bepalen. - In geval het saldo "compensatieverlof" de 65 uren overschrijdt, kan de werkgever eenzijdig het compensatieverlof opleggen voor het gedeelte boven de 65 uur. Afdeling 3. - Waardevervoer

Art. 11.§ 1. Het aantal effectief gepresteerde uren mag niet meer bedragen dan 11 uur per dag. § 2. Worden beschouwd als overuren en als dusdanig betaald : alle uren boven de 9 uren effectieve prestaties per dag of boven de 42 uren per week. § 3. Er wordt tevens voorzien in de betaling van 1/2 uur rust per 4 uren werkelijke arbeidsprestaties.

Er moet worden opgemerkt dat de rusttijd die een arbeider neemt (bijvoorbeeld in een bank, om te eten), niet wordt beschouwd als een werkelijk gepresteerd uur en dus niet wordt betaald. § 4. De lijst van de arbeiders die voltijds zijn tewerkgesteld wordt medegedeeld aan de vakbondsafvaardiging. Naargelang de mogelijkheden krijgen de arbeiders die niet voltijds zijn tewerkgesteld in hun functie van vervoerder van fondsen, voorrang voor elke verhoging van het aantal uren in het vervoer van fondsen.

Elke uitzonderlijke situatie moet worden geregeld met de vakbondsafvaardiging. Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 12.De verplaatsingstijd gelegen tussen opeenvolgende arbeidsprestaties bij verschillende klanten of op verschillende locaties, zal beschouwd worden als arbeidstijd en als dusdanig worden vergoed. Onder "verplaatsingstijd" wordt verstaan : de effectieve tijd die noodzakelijk is om zich van de ene klant/locatie naar de andere klant/locatie te begeven.

Art. 13.Oproepen Onder "oproep" wordt verstaan : elke prestatie die wordt gedaan buiten de planning. Zij gebeurt op vrijwillige basis en geeft geen aanleiding tot de betaling van een specifieke premie.

Er wordt een lijst opgesteld van de personen die beschikbaar zijn voor deze oproepen; deze lijst wordt gecontroleerd door de vakbondsafvaardigingen. Indien er geen vakbondsafvaardigingen zijn, wordt de controle uitgevoerd door de gewestelijke secretarissen van de ondertekenende vakorganisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 14.§ 1. Voor elke prestatie van 3 uren kan worden afgeweken van de wettelijke regeling voor zover dit het voorwerp heeft uitgemaakt van een discussie binnen de syndicale delegatie, en er met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten een bijzonder collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten die zal worden neergelegd bij de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, en goedgekeurd door het paritair comité. § 2. De uren en dagen jaarlijkse vakantie komen niet in aanmerking om eventuele planningsproblemen op te lossen. De ondernemingsraad of syndicale delegatie zal een verlofaanvraagformulier uitwerken waardoor misbruiken uitgesloten kunnen worden. § 3. Specifieke problemen op het vlak van een onderneming dienen met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het paritair comité, besproken te worden en maken het voorwerp uit van een lokale of bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst die zal neergelegd worden bij de voorzitter van het paritair comité.

Art. 15.Weekends § 1. De arbeiders hebben recht op twintig vrije weekends per jaar, buiten de jaarlijkse vakantie. De werkgever verbindt zich ertoe alles in het werk te stellen om voor de arbeiders meer vrije weekends te plannen. § 2. Onder "weekend" verstaat men : een referteperiode van vrijdag 20 uur tot maandag 8 uur (60 uren) met de waarborg van een ononderbroken periode van 48 uren binnen de referteperiode, terwijl een volledige zaterdag of zondag wordt gehandhaafd. De mogelijkheid bestaat om in de ondernemingen samen met de vakbondsafvaardiging eventuele afwijkingen te bepalen tijdens het onderzoek van de planningen. § 3. De bepaling van § 1 gelden niet voor arbeiders die een weekendovereenkomst hebben afgesloten. Weekendprestaties zullen bij voorkeur gebeuren door vrijwilligers.

De werkgevers engageren zich om strikter toe te zien op de bestaande regeling voor weekendarbeid, en om op het bedrijfsniveau, samen met de ondernemingsraad, een concrete evaluatie uit te werken.

Art. 16.Wat betreft de arbeidstijd van deeltijdse werknemers zijn de wettelijke bepalingen inzake deeltijdse arbeid van toepassing.

Art. 17.Wat betreft de flexibiliteit, zullen de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten het voorwerp uitmaken van een evaluatie op het niveau van de onderneming.

Art. 18.Plannings § 1. De werkgevers zullen voor de vaste commerciële contracten de planningslijsten overmaken aan de arbeiders tussen de 25e en 28e van iedere maand. § 2. Elke onderneming zal moeten spreken over de mogelijkheid om een chronologische controle van de planning in te voeren. HOOFDSTUK III. - Bedienden

Art. 19.§ 1. De herverdeling van de arbeid, gepland op het niveau van de ondernemingen zal als volgt georganiseerd worden : Administratief personeel : Het administratief personeel zal 37 uur per week presteren. In geval van overuren, zal het koninklijk besluit 225 van 7 december 1983 van toepassing zijn.

Operationeel personeel : Het operationeel personeel zal 37 uur per week presteren. Het gemiddelde zal berekend worden over een periode van een kalenderkwartaal. a) Beperking van 50 uur per week en maximum 6 dagen ononderbroken prestaties.Mogelijkheid tot het sluiten van een afwijkende collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van de onderneming b) Een rustpauze van 12 uur wordt gewaarborgd tussen twee prestaties.c) De maximum ononderbroken prestatieperiode mag niet meer bedragen dan 6 ononderbroken dagen.De minimum rustperiode tussen twee prestatieperiodes van 6 dagen bedraagt 24 uur. Mogelijkheid om afwijkende ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten. d) De daggrens mag maximum 12 uren bedragen.De bediende heeft het recht een langere tewerkstelling te weigeren zonder dat hij hiervoor kan gesanctioneerd worden. e) De operationele bedienden hebben recht op twintig vrije weekends per jaar buiten de jaarlijkse vakantie.De prestaties tijdens de werkgevers verbinden er zich toe alles in het werk te stellen om de bedienden meer weekends vrij te plannen.

Het begrip vrij weekend dient in een collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van de onderneming bepaald te worden.

Deze bepaling e) geldt niet voor bedienden die een weekendovereenkomst hebben afgesloten, voor zover zij niet in tegenspraak zijn met de bepalingen a) en b) van § 1. De weekends zullen bij voorkeur gebeuren door vrijwilligers. f) De wetgeving inzake overuren, bepaald door het koninklijk besluit nr.225 van 7 december 1983, houdende maatregelen met het oog op de beperking van overwerk is van toepassing op het operationeel personeel g) Voor de operationele bedienden zullen de werkgevers 15 dagen op voorhand de planning van de 3e week overmaken.h) Controle van planning en prestaties van de bedienden : Er zal een werkgroep opgericht worden om te bekijken op welke manier de middelen ter controle van de prestaties van de bedienden verbeterd kunnen worden.De besluiten van de werkgroep moeten worden voorgesteld tegen ten laatste 31 december 2003. § 2. Ieder kwartaal zal een individuele opgave van de overuren meegedeeld worden aan de ondernemingsraad of, bij gebreke, aan de vakbondsafvaardiging of, bij gebreke, aan de vakverenigingen die de huidige overeenkomst ondertekenen.

In laatste instantie kan de zaak aanhangig gemaakt worden bij het verzoeningsbureau van het paritair comité. § 3. De verplaatsingstijd gelegen tussen opeenvolgende arbeidsprestaties bij verschillende klanten of op verschillende locaties, zal beschouwd worden als arbeidstijd en als dusdanig worden vergoed.

Onder "verplaatsingstijd" wordt verstaan : de effectieve tijd die noodzakelijk is om zich van de ene klant/locatie naar de andere klant/locatie te begeven. § 4. De mogelijkheid tot het instellen van een vlottend uurrooster bestaat. Deze problematiek dient onderzocht te worden op bedrijfsniveau. § 5. De ondernemingen zullen de mogelijkheid om de 4-dagenweek in te voeren (met behoud van de huidige arbeidsduur) bestuderen, ten minste toch voor individuele gevallen. HOOFDSTUK IV. - Algemeenheden

Art. 20.§ 1. Indien sommige van de voordelen, opgenomen in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk door bepaalde werkgevers worden toegepast op werknemers, wordt tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze werkgevers enkel het eventuele verschil tussen wat reeds werd toegekend en wat is bepaald in de huidige overeenkomst, moeten betalen.

Alle hogere voordelen die reeds worden toegekend blijven verkregen. § 2. Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing, meer in het bijzonder inzake waardetransport. § 3. Alle voordeliger overeenkomsten en voor zover ze niet strijdig zijn met de algemene bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten blijven behouden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 21.§ 1. In geval van betwisting zijn partijen akkoord om uitsluitend een beroep te doen op de voorzitter van het paritair comité die een verzoeningsbureau kan samenstellen en een oplossing kan voorstellen aan betrokken partijen. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2003 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vernietigt en vervangt : - de artikelen 5 tot en met 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 (koninklijk besluit van 11 mei 2003 - Belgisch Staatsblad van 21 mei 2003) betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders tewerkgesteld in de privé-sector van de bewakingsdiensten; - het artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2001, (koninklijk besluit van 22 mei 2003 - Belgisch Staatsblad van 29 juli 2003) betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden; - de artikelen 11, 13, §§ 1 tot en met 4 en 17, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 (koninklijk besluit van 14 december 2001 - Belgisch Staatsblad van 22 januari 2002) betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden van de arbeiders die bewakingsdiensten verrichten in de militaire sector. § 4. Vanaf 1 oktober 2004 kan zij worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid C : Contractuele uren : Minimum aantal te betalen uren per maand.

P : Gepresteerde uren : Effectief gepresteerde uren, trainingsuren, niet productieve uren (o.a. onderhoud, administratie, bijgepaste uren om tot het minimum van 3 uren per prestatie te komen, medisch onderzoek), e.d. tijdens de betrokken maand.

IS : Interne syndicale uren : OR, CPBW, SD, interne opdrachten binnen de onderneming.

R : Genomen recuperatie : Aantal uren recuperatie genomen tijdens de betrokken maand.

ES : Externe syndicale uren : Externe syndicale vergaderingen en opleiding.

BA1 : Betaalde afwezigheid tot 100 pct. : Uren niet aanwezig maar wel betaald aan 100 pct. : ziekte (eerste 7 dagen), arbeidsongeval (eerste 7 dagen), klein verlet, anciënniteitsverlof, educatief verlof.

RBA : Rest betaalde afwezigheid : Uren niet aanwezig maar wel betaald : ziekte en arbeidsongeval (meer dan 7 dagen) NA : Niet betaalde afwezigheid : Uren niet aanwezig en niet betaald : ziekte en arbeidsongeval (meer dan 30 dagen), toegestane afwezigheid, ongewettigde afwezigheden, schorsing, onbetaald verlof, betaald verlof, economische werkloosheid.

Referentie 1 : Voor het bepalen van de contractuele uren : P + IS + R + ES + BA1 + RBA + NA Referentie 2 : Voor het bepalen van de uren die gerecupereerd moeten worden (boven 190 uren) : P + IS + R + ES + BA1 Referentie 3 : Voor het bepalen van de overuren : P + IS Algemeen principe : Het aantal te betalen uren mag maximaal 190 uren bedragen Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^