gepubliceerd op 30 september 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, inzake het loopbaankrediet afgesloten in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector" van 29 maart 2000
24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, inzake het loopbaankrediet afgesloten in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector" van 29 maart 2000 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, inzake het loopbaankrediet, afgesloten in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector" van 29 maart 2000.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001 Loopbaankrediet, uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector" van 29 maart 2000 (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59103/CO/327) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen die erkend zijn door het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap", en op de werknemers die zij tewerkstellen en waarvan de functie beschreven is in hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling.
Onder "werknemers" verstaat men : zowel de mannelijke als vrouwelijke arbeiders en bedienden. HOOFDSTUK II. - Loopbaankrediet
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten met de bedoeling de werknemers, die gevat worden door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie en die genieten van de beroepsloopbaanonderbreking, toe te laten tot het loopbaankrediet voorzien in het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" (VIA) van 29 maart 2000.
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1990 inzake beroepsloopbaanonderbreking, kan de werknemer aanvullend een loopbaankrediet aanvragen. § 2. Voor volgende functies blijft evenwel de toestemming van de werkgever vereist : de directiefuncties en de functies van niveau 01, 02 en 03 zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie.
Art. 4.§ 1. De werknemer die gebruik wenst te maken van het opnemen van loopbaankrediet, richt hiertoe een schriftelijke aanvraag aan de werkgever, ten minste 3 kalendermaanden voor de ingangsdatum van het loopbaankrediet. § 2. In onderling akkoord kunnen de werknemer en de werkgever deze reeds vroeger dan drie maanden na de schriftelijke aanvraag laten starten.
Art. 5.Voor de werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op loopbaankrediet wordt het behoud van zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats positief onderzocht, maar kan niet automatisch gegarandeerd worden. Het functieniveau, zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 wordt wel gegarandeerd.
Art. 6.De Vlaamse aanmoedigingspremies in het raam van het loopbaankrediet, kunnen tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar toegekend worden, onder volgende modaliteiten : - 3 maanden per 5 jaar beroepsactiviteit in de sectoren die gevat zijn door het VIA. Na 20 jaar bereikt men het maximum van 1 jaar loopbaankrediet.
Onder "beroepsactiviteit" wordt verstaan : alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet opeenvolgend, verricht in voornoemde sectoren.
Art. 7.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van loopbaankrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk volgens alle bepalingen en eventuele wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000 tot instelling van de aanmoedigingspremies bij loopbaanonderbreking in geval van zorgkrediet, loopbaankrediet en landingsbanen in de sociaal profitsector en van de reglementering inzake de onderbreking van de beroepsloopbaan, zoals voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985 (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985) en in de uitvoeringsbesluiten ervan.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan opgezegd worden door één van de ondertekenende partijen bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen met in achtname van een opzegtermijn van drie maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE