Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 13 oktober 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende het protocolakkoord 2003-2004

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012235
pub.
13/10/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende het protocolakkoord 2003-2004 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende het protocol akkoord 2003-2004.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003 Protocol akkoord 2003-2004 (Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het nummer 68066/CO/142.03) Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003 en in toepassing van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en de uitvoeringsbesluiten ervan. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters, hierna "werklieden" genoemd, van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. HOOFDSTUK II. - Verlenging van de akkoorden 1985-1986

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 mei 1985, wordt verlengd tot 31 december 2004. HOOFDSTUK III. - Koopkracht

Art. 3.Lonen De baremieke uurlonen worden vanaf 1 juli 2003 verhoogd met 4 pct. Zij bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien er slechts één indexatie zou plaatsvinden tijdens de conventieperiode 2003-2004, wordt een voortijdige betaling gewaarborgd van 2 pct. indexatie de eerste van de maand december 2004. Deze voortijdige indexatie zou opgeslorpt worden door de niet-toepassing van de volgende indexatie die normaal zou zijn toegekend.

In dit geval zal de "vooruitgeschoven" indexatie die in feite zou zijn toegekend in 2005 niet in mindering gebracht worden van de onderhandelingsmarge voor een overeenkomst 2005-2006.

In de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2001 (loonvorming) wordt artikel 3 als volgt aangepast : "De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepencategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (20 jaar = 100 pct.).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Verplaatsingskosten Vanaf 1 juli 2003 wordt een vervoertussenkomst van 0,15 EUR/km betaald aan de arbeiders die de verplaatsing van hun woonplaats naar de onderneming afleggen met de fiets.

Deze vergoeding wordt berekend op basis van de enkele afstand woon- en werkplaats. Voor 30 juni zullen de werknemers in hun onderneming een verklaring op eer ondertekenen met vermelding van het gebruik van de fiets voor het ganse jaar of 6 maanden per jaar en van het aantal af te leggen km.

Art. 5.Eindejaarspremie In de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1974 tot toekenning van een eindejaarspremie aan de werklieden en werksters, wordt artikel 4 als volgt aangepast : "Op deze percentages wordt volgende degressiviteit toegepast voor de werklieden en werksters, die géén drie jaar anciënniteit hebben in de onderneming op 30 november van de referteperiode.

Voor de werklieden en werksters in dienst voor 30 november 2003 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Vorming en opleiding

Art. 6.§ 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 doet de sector een bijkomende inspanning op het vlak van de vorming en opleiding. Deze bijkomende inspanning wordt gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,10 pct. op de lonen voor de jaren 2003-2004. § 2. Daarnaast verlengt de sector, eveneens in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004, de inspanningen van 0,10 pct. voor de vorming en opleiding van risicogroepen. § 3. Gezien deze inspanning, vragen de partijen dat de Minister van Tewerkstelling en Arbeid de sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 2003-2004 bestemd voor het tewerkstellingsfonds. § 4. Voor de aanwending van de sommen bepaald in § 1 en § 2 zal het sociaal fonds de verdere uitvoeringsmodaliteiten bepalen, rekening houdend met volgende modaliteiten : A. Tewerkstellingsmaatregelen : - bijkomende opleiding tijdens de werkuren; - vrijwillige deeltijdse arbeid.

B. Concrete normen zullen vastgesteld worden op basis waarvan opleidingsdossiers in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning.

HOOFSTUK V. - Brugpensioenen

Art. 7.Verlenging van het bestaande brugpensioenakkoord.

Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 30 juni 2005.

In die zin zal een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het brugpensioen worden afgesloten in het paritair subcomité.

Art. 8.Verlenging van het bestaande halftijdse brugpensioenakkoord.

Het halftijdse brugpensioen, in de sector, wordt onder dezelfde en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 30 juni 2005.

In die zin zal een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het halftijds brugpensioen worden afgesloten in het paritair subcomité. HOOFDSTUK VI. - Bestaanszekerheid

Art. 9.Vanaf 1 juli 2003 wordt het dagbedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding vastgelegd op 5 EUR per werkloosheidsuitkering. - Vanaf 1 juli 2003 wordt het forfaitair bedrag van de aanvullende vergoeding bij ziekte vastgelegd op : na 60 dagen : 55 EUR na 120 dagen : 80 EUR na 180 dagen : 95 EUR na 240 dagen : 110 EUR - Vanaf het dienstjaar 2003 - betaalbaar 2004 - wordt de syndicale premie verhoogd tot 123,95 EUR of 10,33 EUR per twaalfde.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake de statuten van het sociaal fonds van 25 juni 2001 zal in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VII. - Andere arbeidsvoorwaarden

Art. 10.Carenzdag Voor de duur van het akkoord 2003-2004 is de werkgever gehouden tot betaling van maximum 1 carenzdag per jaar bedoeld bij artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) en de volgende eraan aangebrachte wijzigingen betreffende de arbeidsovereenkomsten, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

Dit punt zal het object zijn van een eindevaluatie teneinde het resultaat van deze maatregel te kennen.

Art. 11.Opzegtermijnen Bij afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, wordt de opzeggingstermijn vastgesteld op : - 35 dagen indien het werklieden betreft die tussen 6 maanden en minder dan 5 jaren ononderbroken in een van de ondernemingen van de sector zijn tewerkgesteld; - 42 dagen indien het werklieden betreft die tussen 5 en minder dan 10 jaren ononderbroken in een van de ondernemingen van de sector zijn tewerkgesteld; - 56 dagen indien het werklieden betreft die tussen 10 en minder dan 15 jaren ononderbroken in een van de ondernemingen van de sector zijn tewerkgesteld; - 84 dagen indien het werklieden betreft die tussen 15 en minder dan 20 jaren ononderbroken in een van de ondernemingen van de sector zijn tewerkgesteld; - 112 dagen indien het werklieden betreft die minder dan 10 jaren ononderbroken in een van de ondernemingen van de sector zijn tewerkgesteld.

Voor de bruggepensioneerden, is er toepassing van de wettelijke opzeggingstermijnen.

Art. 12.Tijdskrediet De partijen onderschrijven de bepalingen die desbetreffend zijn opgenomen in het interprofessioneel akkoord en zullen deze integraal toepassen. HOOFDSTUK VIII. - Tewerkstellingsconvenant

Art. 13.De partijen zullen het Vlaamse werkgelegenheidsakkoord integraal toepassen (VESOC). HOOFDSTUK IX. - Sociale vrede Dit akkoord verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard opgenomen in deze overeenkomst voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.

HOOFDSTUK X. - Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004, met uitzondering van : - artikel 3 (lonen), artikel 4 (verplaatsingskosten), artikel 5 (eindejaarspremie), artikel 9 (bestaanszekerheid) dat geldig is voor onbepaalde duur en die kunnen opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier en aan de ondertekende organisaties; - artikel 7 (brugpensioen) en artikel 8 (halftijds brugpensioen) die geldig zijn tot 30 juni 200 5.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^