gepubliceerd op 13 oktober 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)
24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (instellingen en internaten van het vrij onderwijs die gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (instellingen en internaten van het vrij onderwijs die gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap).
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (instellingen en internaten van het vrij onderwijs die gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap) (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59087/CO/152) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de onderwijsinstellingen en van de internaten van het vrij onderwijs die gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. HOOFDSTUK II. - Minimumuurlonen
Art. 2.§ 1. Met ingang van 1 januari 2001 worden de minimumuurlonen van de werklieden en werksters die overeenstemmen met de spilindex 105,20 (basis 1996) en rekening houdend met een wekelijkse duur van 38 uren, als volgt vastgesteld (in EUR) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de periode van 1 januari tot 30 juni 2001 zal in de betaling van de achterstallen worden voorzien in de vorm van een forfaitaire aanpassing die geldig is voor alle categorieën en ongeacht de anciënniteit.
Voor een voltijds arbeider die in dienst is tussen 1 januari en 30 juni 2001 bedraagt deze aanpassing 224,00 EUR betaald in 2 schijven : 112,00 EUR betaald met de lonen van september 2001 en 112,00 EUR betaald met de lonen van december 2001. Voor de andere arbeiders wordt deze aanpassing pro rata temporis berekend.
Deze achterstallen zijn niet verschuldigd aan de werklieden en werksters die betaald werden onder de loonschaal die van kracht was op 1 januari 2001. § 2. Met ingang van 1 juli 2001 worden de minimumuurlonen van de werklieden en werksters die overeenstemmen met de spilindex 107,30 (basis 1996) en rekening houdend met een wekelijkse duur van 38 uren, als volgt vastgesteld (in EUR) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De loonsverhogingen wegens anciënniteit vangen aan op de eerste dag van de maand die volgt op de verjaardag van de indiensttreding. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen
Art. 3.Vanaf de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 zullen de artikelen die bedragen omvatten (EUR) worden vervangen door de overeenstemmende artikelen als bijlage (bedragen uitgedrukt in BEF). HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 4.Artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 1998, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (Belgisch Staatsblad van 21 november 1992, koninklijk besluit van 20 oktober 1992).
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2001 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elke partij worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt betekend per ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen uit het vrij onderwijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2001 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (instellingen en internaten van het vrij onderwijs die gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap)
Art. 2.§ 1. Met ingang van 1 januari 2001 worden de minimumuurlonen van de werklieden en werksters die overeenstemmen met de spilindex 105,20 (basis 1996) en rekening houdend met een wekelijkse duur van 38 uren, als volgt vastgesteld (in BEF) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de periode van 1 januari tot 30 juni 2001 zal in de betaling van de achterstallen worden voorzien in de vorm van een forfaitaire aanpassing die geldig is voor alle categorieën en ongeacht de anciënniteit.
Voor een voltijds arbeider die in dienst is tussen 1 januari en 30 juni 2001 bedraagt deze aanpassing 9 000 BEF betaald in 2 schijven : 4 500 BEF betaald met de lonen van september 2001 en 4 500 BEF betaald met de lonen van december 2001. Voor de andere arbeiders wordt deze aanpassing pro rata temporis berekend.
Deze achterstallen zijn niet verschuldigd aan de werklieden en werksters die betaald werden onder de loonschaal die van kracht was op 1 januari 2001. § 2. Met ingang van 1 juli 2001 worden de minimumuurlonen van de werklieden en werksters die overeenstemmen met de spilindex 107,30 (basis 1996) en rekening houdend met een wekelijkse duur van 38 uren, als volgt vastgesteld (in BEF) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De loonsverhogingen wegens anciënniteit vangen aan op de eerste dag van de maand die volgt op de verjaardag van de indiensttreding.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE.