Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 april 2013
gepubliceerd op 17 september 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de lonen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012156
pub.
17/09/2013
prom.
24/04/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de lonen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritair comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk, betreffende de lonen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2012 Lonen (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2012 onder het nummer 110559/CO/148.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst in van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk. HOOFDSTUK II. - Lonen

Art. 2.De minimum uurlonen van de bij artikel 1 beoogde werknemers bedragen op 1 november 2011 :

Travail de coupe Snitwerk

40 h/semaine 40 u/week

39 h/semaine 39 u/week

38 h/semaine 38 u/week

Apprentissage : Leertijd :

1re année 1e jaar

9,33

9,57

9,82

2e « année de métier » 2e « stieljaar »

10,39

10,66

10,94

A partir de la 3e « année de métier » Vanaf het 3e « stieljaar »

Travail semi qualifié Half gekwalificeerd werk

11,97

12,28

12,60

Travail qualifié Gekwalificeerd werk

13,36

13,70

14,06


Travail de surjetage et de garnissage Stik- en garneerwerk

Apprentissage : Leertijd :

1re « année de métier » 1e « stieljaar »

9,33

9,57

9,82

A partir de la 2e « année de métier » : Vanaf het 2e « stieljaar » :

Travail semi qualifié Half gekwalificeerd werk

9,86

10,11

10,38

Travail qualifié Gekwalificeerd werk

10,39

10,66

10,94


Art. 3.Vanaf het derde stieljaar in het snitwerk kunnen de werknemers, volgens hun bekwaamheden, aanspraak maken op het minimum uurloon vastgesteld voor het gekwalificeerd werk.

Vanaf het tweede stieljaar in het stik- en garneerwerk kunnen de werknemers, volgens hun bekwaamheden, aanspraak maken op het minimum uurloon vastgesteld voor het gekwalificeerd werk.

Art. 4.De minimum uurlonen en de aanpassing ervan aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, zijn van toepassing op de werknemers, tewerkgesteld in de industrie en ambachtelijke bontbewerking, op welke wijze zij ook worden betaald : per week, per veertien dagen op per maand. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 5.De minimum uurlonen van de werknemers, alsmede het gedeelte van de werkelijk betaalde lonen dat met deze minimum uurlonen overeenstemt, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de FOD Economie en bekendgemaakt in het « Belgisch Staatsblad ».

Art. 6.Het referentie-indexcijfer wordt bij het begin van elke maand vastgesteld na de bekendmaking in het « Belgisch Staatsblad » van het indexcijfer van de consumptieprijzen en is gevormd door het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen van de twee vorige maanden.

Art. 7.De minimum uurlonen vastgesteld in artikel 2 stemmen overeen met de indexschijf 116,63-118,96 en bijven onveranderd zolang het referentie-indexcijfer in deze schijf is begrepen.

Art. 8.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een reeks indexschijven opgesteld.

De afstand tussen de benedengrens en bovengrens van een schijf is gelijk aan 2 pct.

De benedengrens van een schijf wordt bepaald op 0,01 indexpunt boven de bovengrens van de vorige schijf.

De bovengrens wordt berekend naar rato van 2 pct. gecumuleerd vanuit het referentie-indexpunt 116,63.

Ten einde een vergelijking mogelijk te maken met de indexcijfers, bekendgemaakt door de FOD Economie, worden het rekenkundig gemiddelde evenals de benedengrenzen van de reeks indexschijven, afgerond tot op twee decimalen, met inachtneming van novolgende regels : - het tweede decimaal blijft ongewijzigd wanneer het derde decimaal gelijk is aan of lager is dan 4; - het tweede decimaal wordt afgerond naar de naasthogere eenheid, wanneer het derde decimaal gelijk is aan of hoger is dan 5.

Art. 9.De lonen vermeld in artikel 2 worden verhoogd of verlaagd met 2 pct. telkens wanneer het rekenkundig gemiddeld, vermeld in artikel 6, een hogere of lagere indexschijf bereikt.

Deze 2 pct. worden toegepast op het loonniveau dat van kracht is voor de betaalperiode die onmiddellijk voorafgaat aan de maand, vanaf dewelke een hogere of lagere schijf wordt toegepast.

Voor de berekening van de lonen wordt er rekening gehouden met twee decimalen.

De uitkomst wordt naar de halve decimaal afgerond indien de twee decimalen begrepen zijn tussen 24 en 75 inbegrepen.

In de andere gevallen wordt zij naar de naaste cent afgerond.

Art. 10.De lonen van de werknemers wier kwalificatie niet opgenomen is in deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden aan het indexcijfer aangepast op dezelfde wijze en in dezelfde mate als deze van de werknemers vermeld in het barema, die eenzelfde werkelijk loon of het dichtst bijgelegen loon, in de onderneming uitgekeerd, ontvangen.

Art. 11.De bij de artikelen 9 en 10 bedoelde aanpassingen gaan in vanaf de eerste dag van de eerste betaalperiode die valt in de maand gedurende dewelke het bij artikel 6 bepaalde gemiddelde indexcijfer zich binnen de bij artikel 12 omschreven schijven schikt.

Art. 12.In uitvoering van de beschikkingen van artikel 8 wordt volgende reeks indexschijven opgesteld :

Ancien système/ Oud systeem

Nouveau système/ Nieuw systeem

Arr.

A

A

A + 2 p.c./pct.


+ 2 p.c./pct.

116,6

118,92

116,63

118,9626

118,96

118,93

121,3

118,97

121,3494

121,35

121,31

123,73

121,36

123,7872

123,79

123,74

126,2

123,8

126,276

126,28

126,21

128,72

126,29

128,8158

128,82

128,73

131,29

128,83

131,4066

131,41

131,3

133,92

131,42

134,0484

134,05

133,93

136,6

134,06

136,7412

136,74

136,61

139,33

136,75

139,485

139,49

139,34

142,12

139,5

142,29

142,29

142,13

144,96

142,3

145,146

145,15

144,97

147,86

145,16

148,0632

148,06

147,87

- 0,01

148,07

151,0314

151,03

Ancien : limite supérieure = limite inférieure - 0,01 Oud : bovengrens = volgende benedegrens - 0,01

Nouveau : + 2 p.c. = limite supérieure + 0,01 = nouvelle limite inférieure Nieuw : + 2 pct. = bovengrens + 0,01 = nieuwe ondergrens


Enz. Deze tabel is niet beperkend.

Art. 13.De werkgevers die een leerling, onder eender welke vorm, in dienst nemen verbinden er zich toe deze gedurende minstens één jaar, na zijn leertijd, aan het werk te houden met een contract van bepaalde duur, voor zover deze leertijd niet na zijn 25e jaar een einde neemt.

Deze beschikking is van toepassing op leerlingen die vanaf de datum van het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden aangeworven.

Art. 14.De werkgevers verbinden er zich toe het tewerkstellingspeil te behouden. Indien er zich om economische redenen toch ontslagen opdringen doen zij in eerste instantie beroep op tijdelijke werkloosheid om economische redenen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2009, met registratienummer 95838 (koninklijk besluit van 22 juni 2010, Belgisch Staatsblad van 24 augustus 2010), verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2011 (koninklijk besluit van 4 oktober 2011, Belgisch Staatsblad van 22 november 2011 registratienummer 104425).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2012 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van 3 maanden te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de industrie en ambachtelijke fabricage van bontwerk (PSC 148.03).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 april 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^