gepubliceerd op 20 november 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de sectorale omkadering van de regimes met nachtprestaties
24 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de sectorale omkadering van de regimes met nachtprestaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de sectorale omkadering van de regimes met nachtprestaties.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998 Sectorale omkadering van de regimes met nachtprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 6 januari 1999 onder het nummer 49660/CO/112) HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters.
Voorwerp
Art. 2.a. De collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van de wet betreffende de nachtarbeid van 17 februari 1997 en het koninklijk besluit van 16 april 1998 tot uitvoering van vermelde wet en van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 betreffende de waarborg van een specifieke financiële vergoeding ten gunste van de werknemers die zijn tewerkgesteld in het raam van ploegenarbeid met nachtprestaties of andere vormen van arbeid met nachtprestaties.
De partijen maken toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 betreffende het invoeren van nieuwe arbeidsregelingen in ondernemingen en verkrijgen aldus een afwijking op het verbod om nachtarbeid te verrichten, zoals bepaald in artikel 35 van de arbeidswet van 16 maart 1971, althans wat betreft de regimes met nachtprestaties ingevoerd na 8 april 1998. b. Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de omkaderingsmaatregelen die gelden bij : - het openstellen vanaf 8 april 1998 van regimes met nachtprestaties, toepasselijk voor mannelijke werklieden vóór 8 april 1998, op vrouwelijke werklieden; - de invoering van regimes met nachtprestaties na 8 april 1998, voor zowel mannelijke als vrouwelijke werklieden.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt eveneens de te volgen procedure bij de invoering van regimes met nachtprestaties. c. Onder nachtarbeid wordt verstaan de prestaties gewoonlijk verricht tussen 20 en 6 uur met uitsluiting van : - prestaties uitsluitend verricht tussen 6 en 24 uur; - prestaties die gewoonlijk vanaf 5 uur s' morgens worden aangevat.
Positieve weerslag op de tewerkstelling
Art. 3.De invoering van regimes met nachtprestaties moet een positieve weerslag hebben op de werkgelegenheid.
Die positieve weerslag kan met name het gevolg zijn van een toename van het aantal tewerkgestelde werklieden, van de vermindering van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid of van de vermindering van het aantal in het vooruitzicht gestelde ontslagen in het raam van de procedure die voor collectief ontslag is vastgesteld. HOOFDSTUK II. - Omkaderingsmaatregelen Vrijwilligheid
Art. 4.Zowel bij aanwerving als bij overschakeling naar een regime met nachtprestaties moet het principe van de vrijwilligheid worden toegepast op de werklieden.
Conform de bepalingen van artikel 2 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, hebben werklieden recht op een proefperiode van drie maanden gedurende dewelke zij een einde kunnen maken aan hun tewerkstelling met nachtprestaties door middel van een opzeg van zeven dagen.
In dit geval heeft de arbeider die voordien een dienst vervulde zonder nachtarbeid het recht die weer op te nemen.
Contractvormen
Art. 5.De werklieden die betrokken zijn bij de invoering van regimes met nachtprestaties moeten tewerkgesteld zijn in het raam van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
Zwangere arbeidsters
Art. 6.De zwangere arbeidster, tewerkgesteld in een arbeidsregeling met nachtprestaties, heeft het recht om, na schriftelijk verzoek, gestaafd door medisch attest, in een arbeidsregeling zonder nachtprestaties te worden tewerkgesteld met behoud van minimaal het inkomen verbonden aan nachtprestaties en dit tot drie maanden na de bevallingsrust.
Terugkeerrecht
Art. 7.De werklieden tewerkgesteld in regimes met nachtprestaties hebben het recht tijdelijk of definitief terug te keren naar een arbeidsregime zonder nachtprestaties omwille van ernstige medische, familiale of sociale redenen.
Op bedrijfsvlak dient een overeenkomst te worden afgesloten dewelke de precisering geeft van ernstige medische, familiale of sociale redenen.
Gelijke behandeling
Art. 8.a. In regimes met nachtprestaties geldt het principe van gelijke lonen en gelijke functieclassificaties voor mannelijke en vrouwelijke werklieden. b. De werklieden tewerkgesteld in regimes met nachtprestaties kunnen op hun verzoek bij voorrang een vacante betrekking met dagprestaties verkrijgen in zoverre zij aan de vereiste kwalificaties voldoen.c. De werkgever dient aandacht te besteden aan de veiligheid van de werklieden tewerkgesteld in regimes met nachtprestaties.Hij dient ook te zorgen voor het nodige toezicht en voor de bereikbaarheid van de vertrouwenspersoon inzake « ongewenst seksueel gedrag ». HOOFDSTUK III. - Procedure bij invoering van nieuwe regimes met nachtprestaties Voorafgaandelijke informatie en motivatie
Art. 9.Wanneer de werkgever voornemens is nachtarbeid in te voeren moet hij voorafgaandelijk aan de werklieden schriftelijke informatie verstrekken omtrent het soort arbeidsregeling dat hij wil invoeren en omtrent de factoren die de invoering ervan rechtvaardigen. Ook de concrete omkaderingsmaatregelen voorzien in hoofdstuk II van deze collectieve arbeidsovereenkomst en de concrete uurroosters worden besproken met de leden van de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis met de individuele werklieden.
Procedure bij ondernemingen met vakbondsafvaardiging
Art. 10.Is er een vakbondsafvaardiging, dan kan een arbeidsregeling met nachtprestaties maar worden ingevoerd mits tussen de werkgever en alle organisaties die in deze vakbondsafvaardiging vertegenwoordigd zijn, een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in de zin van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités.
Procedure bij ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging
Art. 11.a. Het Paritair Comité voor het garagebedrijf controleert of er voldaan wordt aan de voorwaarden van de huidige overeenkomst. b. In de ondernemingen waar geen vakbondsafvaardiging bestaat worden de resultaten van besprekingen met de werklieden zoals voorzien in artikel 9 ter goedkeuring van het Paritair Comité voor het garagebedrijf voorgelegd.In geval van eenparig advies van het betrokken paritair comité wordt het regime automatisch ingeschreven in het arbeidsreglement. c. De voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf stelt de onderneming hiervan in kennis. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen Jaarlijkse evaluatie
Art. 12.Ondertekenende partijen zullen jaarlijks en voor de eerste keer één jaar na de inwerkingtreding van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, de toepassing ervan in het paritair comité evalueren.
Duurtijd
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 5 oktober 1998 en is gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzeg van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 april 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX