gepubliceerd op 24 april 1998
Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid
16 APRIL 1998. Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 38, § 3 en § 4, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997;
Gelet op de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid inzonderheid op artikel 9, § 4;
Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Overwegende dat de wet betreffende de nachtarbeid in werking treedt op 8 april 1998, moeten de ondernemingen dringend op de hoogte worden gebracht van de definitie van een arbeidsregeling met nachtprestaties evenals van de punten waarover de raadplegingen met de werknemersvertegenwoordigers of van het personeel moeten gaan;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I Definitie van een arbeidsregeling met nachtprestaties
Artikel 1.Onder arbeidsregeling met nachtprestaties dient te worden verstaan een arbeidsregeling met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting van de arbeidsregelingen waarin enkel worden tewerkgesteld : - werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur; - werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur. HOOFDSTUK II. - Raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers of van het personeel
Art. 2.De raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers of van het personeel bepaald in artikel 38, § 3 van de arbeidswet van 16 maart 1971 en in artikel 9, § 4 van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid moet over de volgende onderwerpen gaan : - de naleving van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties; - de nodige veiligheidsmaatregelen; - de mogelijkheden inzake kinderopvang; - de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het stuk van de bezoldiging; - het aantal betrokken werknemers.
Art. 3.§ 1. Het verslag van de raadplegingen, bedoeld in artikel 38, § 3 van de wet van 16 maart 1971, wordt bij een ter post aangetekende brief overgemaakt aan de Voorzitter van het Paritair Comité waaronder de onderneming ressorteert, alvorens de procedures te beginnen bepaald in de §§ 1 en 2 van voormeld artikel die betrekking hebben op de invoering van een arbeidsregeling met nachtprestaties. § 2. Het verslag van de raadplegingen, bedoeld in artikel 9, § 4 van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid, wordt, binnen zeven dagen volgend op de raadplegingen, bij een ter post aangetekende brief overgemaakt aan de Voorzitter van het Paritair Comité waaronder de onderneming ressorteert. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking op 9 april 1998.
Art. 5.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 16 april 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Wet van 17 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 8 april 1997.