gepubliceerd op 31 mei 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de recuperatie van de overuren door nachtarbeiders
24 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de recuperatie van de overuren door nachtarbeiders (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de recuperatie van de overuren door nachtarbeiders.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2001 Recuperatie van de overuren door nachtarbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2001 onder het nummer 58152/CO/116)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten overeenkomstig artikel 26bis, § 1, vierde lid van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971) betreffende de referteperiode gedurende dewelke de inhaalbare overuren ingehaald dienen te worden door nachtarbeiders.
Onder "nachtarbeiders" dient te worden verstaan diegenen die gewoonlijk tewerkgesteld worden in een arbeidsregeling bedoeld in artikel 38, § 4, van de arbeidswet van 16 maart 1971.
Art. 3.De referteperiode van een trimester voorzien door artikel 26bis, § 1, van de arbeidswet voor het inhalen van inhaalbare overuren kan, voor nachtarbeiders, op maximum een jaar gebracht worden mits het volgen door de betrokken onderneming van de hierna vermelde procedure.
A. Het sluiten van een ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst die verwijst naar deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor neerlegging verzonden naar de griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Een afschrift van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst van in kennis brengt.
B. Wanneer het een onderneming betreft die geen syndicale afvaardiging heeft kan eveneens de hierna uiteengezette procedure toegepast worden : Het ontwerp inzake uitbreiding van de referteperiode voor het inhalen van inhaalbare overuren opgesteld door de werkgever, verwijst naar deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst en wordt schriftelijk aan elke werknemer meegedeeld.
Gedurende acht dagen vanaf het tijdstip van die mededeling houdt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen kunnen optekenen.
Zodra deze termijn is verstreken zendt de werkgever het ontwerp en het register ter inzage aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, die hem onmiddellijk de ontvangst ervan bevestigt en een afschrift van het ontwerp, alsmede van de opmerkingen die in het register voorkomen, overzendt aan de organisaties die in dit paritair comité vertegenwoordigd zijn.
Vanaf deze ontvangstbevestiging beschikken de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties en de werknemers van de onderneming over een termijn van een maand om hun opmerkingen aan de voorzitter van dit paritair comité te doen toekomen.
Indien geen opmerkingen werden gemaakt in het voormelde register en indien noch de werknemers noch de in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid vertegenwoordigde organisaties binnen de gestelde termijn opmerkingen hebben doen toekomen bij de voorzitter, stelt deze de werkgever binnen acht dagen daarvan in kennis; waarna de voornoemde uitbreiding van de referteperiode in werking mag treden.
Indien daarentegen het dossier opmerkingen bevat deelt de voorzitter het onmiddellijk mede aan het paritair comité en stelt hij de werkgever, binnen dezelfde termijn van acht dagen als bedoeld in het zesde lid, in kennis van het feit dat er opmerkingen werden geformuleerd.
Bij ontstentenis van de bij het zesde en het zevende lid bepaalde kennisgeving binnen de vastgestelde termijn, mag de voornoemde uitbreiding van de referteperiode na het verstrijken van die termijn in werking treden.
Het paritair comité beschikt over een termijn van twee maanden vanaf de mededeling van het dossier aan het paritair comité om zich op een gemotiveerde wijze over het dossier uit te spreken. Zijn bevoegdheid is er strikt toe beperkt na te gaan of het ontwerp, dat hem werd voorgelegd, werd opgesteld overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld door deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.
Het ontwerp wordt verworpen in de navolgende twee gevallen : - indien de meerderheid van de aanwezige leden zich daartoe uitspreken; - indien alle aanwezige leden die hetzij de werkgeversorganisaties hetzij de werknemersorganisaties vertegenwoordigen zich daartoe uitspreken.
De voorzitter stelt de werkgever binnen een termijn van acht dagen in kennis van de beslissing van het paritair comité.
Bij ontstentenis van een dergelijke kennisgeving treedt de voornoemde uitbreiding van de referteperiode na het verstrijken van een termijn van acht dagen volgend op het verstrijken van de termijn van twee maanden waarbinnen het paritair comité zich moest uitspreken, in werking.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 april 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX