gepubliceerd op 05 oktober 2005
Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (1)
23 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (PC 118) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 24, § 2, 2°, gewijzigd bij de wet van 22 januari 1985;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat omwille van de vereisten inzake arbeidsorganisatie in de sector van de voedingsnijverheid, de ondernemingen onverwijld moeten kunnen genieten van de toegestane hogere grenzen van de arbeidsduur;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werklieden die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitzondering van die tewerkgesteld in de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die verse producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij, en op hun werkgevers.
Art. 2.De grenzen van de arbeidsduur voor de werklieden tewerkgesteld in de productie van ultraverse producten, worden als volgt bepaald : 1° een daggrens van tien uren;2° een weekgrens van vijftig uren. Onder ultraverse producten worden verstaan, de eindproducten met een houdbaarheidsdatum van maximum tien dagen.
Art. 3.Deze regeling kan op ondernemingsvlak worden ingevoerd door een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten tussen de werkgever en alle representatieve werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in de vakbondsafvaardiging van de onderneming.
Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in de onderneming kan deze regeling ingevoerd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst getekend door tenminste twee representatieve werknemersorganisaties.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985.