23 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de verhouding van de algemeen geneeskundigen en de geneesheren-specialisten in sommige organen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, in toepassing van artikel 211, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 17, 140 en 144 en op artikel 211, § 1, zoals gewijzigd door de wet van 29 april 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende oprichting van een comité voor de evaluatie van de medische praktijk, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uitgebracht op 30 juni 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 juni 1997;

Overwegende dat het Arbitragehof middels zijn arrest van 29 mei 1997 het beroep heeft verworpen waarbij de vernietiging werd gevraagd van artikel 123 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, dat artikel 211 vervangt in de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, zodat pas sinds die datum volstrekte zekerheid bestaat over de wettelijke grondslag voor de medische verkiezingen, die onverwijld moeten worden georganiseerd, zodat de bepalingen van dit besluit tot vaststelling van de regels voor die verkiezingen zo spoedig mogelijk moeten worden genomen en bekendgemaakt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 4, 4°, van het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende oprichting van een Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen worden de woorden « waarvan de helft minstens bestaat uit huisartsen » vervangen door de woorden « waarvan zes algemeen geneeskundigen ».

Art. 2.Indien het werkend lid dat overeenkomstig artikel 17, tweede lid, 4°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de geneesheren vertegenwoordigt in de Commissie voor begrotingscontrole een geneesheer-specialist is, dan is het plaatsvervangend lid een algemeen geneeskundige; is het werkend lid een algemeen geneeskundige, dan is het plaatsvervangend lid een geneesheer-specialist.

Art. 3.Voor de leden van het Comité van de Dienst voor geneeskundige controle vermeld in artikel 140, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedraagt de verhouding vier algemeen geneeskundigen tegenover vier geneesheren-specialisten.

Art. 4.Voor de leden van de Controlecommissie ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle, bedoeld in artikel 144, § 1, van de in artikel 2 genoemde wet, wordt de verhouding tussen de algemeen geneeskundigen en geneesheren-specialisten vastgesteld als volgt : 1° voor de leden bedoeld in artikel 144, § 1, alinea 2, 2°, van voornoemde wet : één algemeen geneeskundige en één geneesheer-specialist;2° voor de leden bedoeld in artikel 144, § 1, alinea 3, 1°, van voornoemde wet is het plaatsvervangend lid een algemeen geneeskundige indien het effectief lid een geneesheer-specialist is en is het plaatsvervangend lid een geneesheer-specialist indien het effectief lid een algemeen geneeskundige is.

Art. 5.Voor de leden van de Controlecommissie ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle, bedoeld in artikel 144, § 2, derde lid, b) van de genoemde wet bedraagt de verhouding twee algemeen geneeskundigen tegenover twee geneesheren-specialisten.

Art. 6.De Koning bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 september 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN