23 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en de doorvoer van bepaalde levende hoefdieren

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Dierengezondheidswet van 24 maart 1987, inzonderheid artikel 15, 2°;

Overwegende de Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juni 2005;

Gelet op het advies nr. 31-2005 van het Wetenschappelijk Comité, ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 25 juli 2005;

Gelet op het advies 39-190/3 van de Raad van State gegeven op 25 oktober 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1) derde landen : andere landen dan lid-Staten en die grondgebieden van lidstaten waar Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt en het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten niet van toepassing zijn;2) geautoriseerd derde land : een derde land of een deel van een derde land waaruit de invoer in de Gemeenschap van levende hoefdieren als opgesomd in bijlage I overeenkomstig artikel 3 is toegestaan;3) officiële dierenarts : een dierenarts die van de veterinaire autoriteiten van het derde land de toestemming heeft gekregen om gezondheidsinspecties op levende dieren te verrichten en een officiële certificering uit te voeren;4) hoefdieren : de dieren opgesomd in bijlage I;5) Agentschap : Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;6) Commissie : de Commissie van de Europese Gemeenschap.7) Invoer : het binnenbrengen in de Europese Gemeenschap van dieren herkomstig uit derde landen. HOOFDSTUK II. - Veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde levende hoefdieren

Art. 2.De invoer via een op het Belgische grondgebied gelegen erkende communautaire grensinspectiepost of de doorvoer via het Belgische grondgebied van levende hoefdieren is slechts toegestaan mits een voorafgaande machtiging afgeleverd door het Agentschap.

Art. 3.De invoer en doorvoer van levende hoefdieren wordt alleen toegestaan uit derde landen of delen van derde landen die voorkomen op één of meer lijsten die door de Commissie worden opgesteld.

Art. 4.De Minister kan, op basis van de beslissingen van de Commissie, bijzondere veterinairrechtelijke voorwaarden vastleggen voor de invoer en de doorvoer van levende hoefdieren afkomstig uit derde landen.

Art. 5.De invoer van levende hoefdieren wordt alleen toegestaan indien het geautoriseerde derde land de volgende garanties biedt : 1° de dieren zijn afkomstig uit een ziektevrij gebied, overeenkomstig de algemene criteria van bijlage II en waarin het binnenbrengen van dieren die tegen de in die bijlage opgesomde ziekten zijn gevaccineerd, verboden is;2° de dieren voldoen aan de bijzondere veterinairrechtelijke voorschriften die door de Commissie worden vastgesteld;3° vóór de dag van de verzending hebben de dieren gedurende een welbepaalde periode, die wordt vastgesteld in het kader van de onder punt 2 vermelde bijzondere veterinairrechtelijke voorschriften, op het grondgebied van het geautoriseerde derde land verbleven;4° vóór verzending zijn de dieren gecontroleerd door een officiële dierenarts teneinde na te gaan dat de dieren gezond zijn en de vervoersvoorschriften van Richtlijn 91/628/EEG in acht worden genomen, vooral wat het drenken en voederen betreft;5° de dieren gaan vergezeld van een veterinair certificaat dat voldoet aan de bepalingen van artikel 7 van dit besluit en dat conform is aan een model van veterinair certificaat opgesteld door de Commissie;6° de dieren die de Europese Gemeenschap binnenkomen via een op het Belgische grondgebied gelegen erkende communautaire grensinspectiepost worden gecontroleerd overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong, ingevoerd uit derde landen.

Art. 6.De Minister kan op basis van de beslissingen van de Commissie afwijkingen toestaan op de bepalingen van de artikelen 3 en 4 van dit besluit indien de levende hoefdieren : 1° uitsluitend bestemd zijn om tijdelijk in de nabijheid van de grenzen van de Gemeenschap geweid of als lastdier gebruikt te worden;2° bedoeld zijn voor sportevenementen, circussen, shows of tentoonstellingen, maar niet voor commerciële transacties die betrekking hebben op de dieren zelf;3° bestemd zijn voor een dierentuin, een amusementspark,een onderzoekslaboratorium, of voor een officieel erkende instelling, instituut of centrum, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2) van het ministerieel besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A, van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten;4° uitsluitend worden doorgevoerd op het Belgische grondgebied na te zijn gepasseerd via een erkende communautaire grensinspectiepost, met de toestemming en onder toezicht van de douaneautoriteiten en het Agentschap, zonder enige andere onderbreking van de reis dan deze nodig voor het dierenwelzijn;5° hun eigenaars als gezelschapsdieren vergezellen;6° na het verlaten van de Gemeenschap aan een erkende communautaire grensinspectiepost worden aangeboden : a) binnen een periode van dertig dagen, om een van de onder 1), 2), en 5) genoemde redenen,of b) indien ze zijn doorgevoerd door een derde land;7° tot een met uitsterven bedreigde diersoort behoren.

Art. 7.§ 1. Elke zending van dieren gaat bij invoer of doorvoer via het Belgische grondgebied vergezeld van een veterinair certificaat overeenkomstig de voorschriften van bijlage III. § 2. Het veterinair certificaat bevestigt dat voldaan is aan de vereisten van de richtlijn 2004/68/CE van de Raad en de andere communautaire voorschriften inzake dierengezondheid, of, in voorkomend geval, aan bepalingen die daaraan gelijkwaardig zijn. § 3. Het veterinair certificaat kan vermeldingen bevatten betreffende de certificering vereist door andere communautaire voorschriften die betrekking hebben op de volksgezondheid, de dierengezondheid en het dierenwelzijn. § 4. Het gebruik van het in § 1 bedoelde veterinair certificaat kan op basis van de beschikkingen van de Commissie door het Agentschap worden opgeschort, ingetrokken, of opnieuw worden toegelaten indien de diergezondheidssituatie in het geautoriseerde derde land dit rechtvaardigt.

Art. 8.De Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, kan de bijlagen van dit besluit wijzigen. HOOFDSTUK III. - Strafbepalingen

Art. 9.De inbreuken tegen dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen

Art. 10.De inbreuken tegen dit besluit worden bestraft overeenkomstig de dierengezondheidswet van 24 maart 1987. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 20 november 2005.

Art. 12.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 november 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage I Diersoorten zoals bedoeld in artikel 1, 4) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 23 november 2005 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en de doorvoer van bepaalde levende hoefdieren.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage II Ziekten, bedoeld in artikel 5, onder 1°), en de algemene criteria waaronder een bepaald gebied als ziektevrij wordt beschouwd Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) Overeenkomstig hoofdstuk 2.1.1 van het OIE-handboek.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 23 november 2005 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en de doorvoer van bepaalde levende hoefdieren.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage III Voorschriften voor veterinaire certificaten zoals bedoeld in artikel 7 1. De vertegenwoordiger van de bevoegde autoriteit van verzending die een veterinair certificaat afgeeft waarvan elke zending van dieren vergezeld gaat, moet het certificaat ondertekenen en erop toezien dat het een officiële stempel draagt. Deze eis geldt voor elk blad van het certificaat indien het uit meer dan één blad bestaat. 2. De veterinaire certificaten worden opgesteld in de officiële taal of talen van de lidstaat van bestemming en die van de lidstaat waar de grensinspectie plaatsvindt, of moeten vergezeld gaan van een eensluidende vertaling in die taal of talen.Lidstaten kunnen echter instemmen met het gebruik van een andere officiële taal van de Gemeenschap dan hun eigen taal. 3. Zendingen moeten bij binnenkomst in de Gemeenschap vergezeld gaan van de originele versie van het veterinaire certificaat.4. De veterinaire certificaten moeten bestaan uit : a) één enkel vel papier of b) twee of meer bladzijden die deel uitmaken van één ondeelbaar vel papier of c) een reeks bladzijden die zo genummerd zijn dat eruit blijkt dat het gaat om een bepaalde bladzijde uit een eindige reeks (bv.« bladzijde 2 van vier »). 5. De veterinaire certificaten moeten voorzien zijn van een uniek identificatienummer.Indien een veterinair certificaat uit meerdere bladzijden bestaat, moet op elke bladzijde het unieke identificatienummer staan. 6. Het veterinaire certificaat moet worden afgegeven voordat de betrokken zending aan de controle van de bevoegde autoriteit van het land van verzending onttrokken is. Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 23 november 2005 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en de doorvoer van bepaalde levende hoefdieren.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE