gepubliceerd op 21 december 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de uurlonen
23 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de uurlonen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de uurlonen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 november 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993 Uurlonen (Overeenkomst geregistreerd op 22 april 1993 onder het nummer 32483/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan: de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen 1. Meerderjarige werklieden 1.1. Minimumuurlonen
Art. 3.Het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) en van de hulpwerkman "service" wordt verhoogd met (regime 38u/week) : - 2 BEF op 1 november 1993; - 4 BEF op 1 juni 1994.
Deze verhogingen schommelen voor de andere categorieën volgens de loonspanningen voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 23 maart 1993.
Art. 4.Bijgevolg worden de minimumuurlonen als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1.2.Werkelijk betaalde lonen
Art. 5.De aan de meerderjarige werklieden werkelijk betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd (regime 38u/week) : - 2 BEF op 1 november 1993; - 4 BEF op 1 juni 1994. 2. Jonge werklieden Art.6. Op de bedragen vermeld in de artikelen 3, 4 en 5 is het voor de minderjarige werklieden bepaald stelsel van degressiviteit van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming, van 23 maart 1993. 3. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Art.7. De minimum- en effectief betaalde uurlonen van toepassing op 1 november 1993 stemmen overeen met het referte-indexcijfer 112,46; zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 23 maart 1993, en de in voege zijnde wettelijke bepalingen. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1993 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX