gepubliceerd op 15 juni 2016
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en de arbeidsvoorwaarden
23 MEI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en de arbeidsvoorwaarden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de beroepenclassificatie en de arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 mei 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2015 Beroepenclassificatie en de arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 2015 onder het nummer 130072/CO/102.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.
Met "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld.
Zij heeft tot doel de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten te coördineren en te actualiseren en mag geen afbreuk doen aan de gunstigere ondernemingsovereenkomsten die reeds gesloten zijn, noch aan de gunstigere loonstelsels die effectief worden toegepast.
Art. 2.Classificatie
Uitgeoefende functie -
Categorie -
Artikel -
Dienst
Frezer
1
7
Mechanisch houwen
Hulparbeider zwaar werk
5
Hulpmagazijnier
5
Hulpmijnwerker
5
Beginnend arbeider
5
Bestuurder auto-hijswerktuig < 10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
5
Bestuurder auto-hijswerktuig >= 10 ton
5
Bestuurder laadmachine op rubberbanden >= 35 ton
5
Bestuurder laadschop, graafmachine of hydraulische kraan
5
Vrachtwagenbestuurder < 20 ton
7
1ste kliefmachinist
7
Kraanman
7
2de legger van kettingen
7
Kraanmachinist
7
Bediener zaagketting (geen zager)
7
Polijster met de machine
7
Bediener punthamermachine/vlammachine
7
1ste legger van kettingen
9
Slijper
7
Mechanisch houwen
Steenzager
7
Mechanisch houwen
Steenzager mouleerder
7
Mechanisch houwen
Boorder
5
Breker
Springstaafsteker
5
Breker
Bediener diamantbladzaag
12
Magazijnier
14
Kanthouwer van blokken
20
Smeerder
7
2de mecanicien
7
Onderhoudswerkplaats
2de elektricien
7
Onderhoudswerkplaats
2de elektromecanicien
7
Onderhoudswerkplaats
Vrachtwagenchauffeur < 20 ton
20
Bediener/regelaar zaagketen
7
Steenhouwer
21
6
Steenhouwer + steenopvuller
21
6
Bediener zaagmachine
21
6
Bediener hydraulische boormachine
21
6
Bediener draadmachine
21
6
(Loonschaal idem zager)
Steenklover in de laag
4
Onderhoudswerkplaats
1ste elektricien
7
Onderhoudswerkplaats
Lasser
Onderhoudswerkplaats
Mijnwerker
9
1ste mecanicien
7
1ste elektromecanicien
7
Bediener breekmolen
5
Brigadier : effectief betaald loon voor de uitgeoefende functie, verhoogd met een minimumbedrag van 0,5552 EUR in arbeidsregeling van 39 uren/week, geïndexeerd en geïntegreerd in het loon en gekoppeld aan de uitoefening van de functie van brigadier.
Art. 3.Uurlonen in de verschillende arbeidsregelingen De lonen aan de afgevlakte gezondheidsindex 100,13 worden als volgt vastgesteld sinds 1 september 2013 :
Categorieën
Stelsel van 40 u/week
Productiepremie inbegrepen
Stelsel van 39 u/week
Productiepremie inbegrepen
Stelsel van 38 u/week
Productiepremie inbegrepen
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
1ste
12,4868
-
12,8070
-
13,1441
-
2de
12,5805
-
12,9031
-
13,2426
3de
12,6056
-
12,9288
13,2588
4de
12,6220
12,7150
12,9456
13,0410
13,2863
13,3842
5de
12,6597
12,7372
12,9844
13,0637
13,3259
13,4074
6de
12,7130
13,2085
13,0390
13,5472
13,3821
13,9037
7de
12,7335
12,8082
13,0600
13,1366
13,4036
13,4824
8ste
12,7623
-
13,0998
-
13,4339
9de
12,8010
12,8765
13,1293
13,2068
13,4748
13,5544
10de
12,8270
-
13,1663
13,5022
-
11de
12,8582
-
13,1879
-
13,5350
12de
12,8734
-
13,2035
-
13,5509
13de
12,8899
-
13,2203
-
13,5682
14de
12,9321
-
13,2636
-
13,6126
15de
12,9329
-
13,2645
-
13,6136
16de
12,9484
-
13,2804
-
13,6300
17de
12,9858
-
13,3189
-
13,6693
18de
13,0036
-
13,3369
-
13,6880
19de
13,0201
-
13,3540
-
13,7055
20ste
13,0572
-
13,3921
-
13,7444
-
21ste
13,3170
-
13,6584
-
14,0178
22ste
13,7597
-
14,1125
-
14,4840
-
23ste
13,9256
-
14,2826
-
14,6585
-
N.B. : bij de bovenvermelde lonen is het gebruik inbegrepen (steenklovers in de laag, kanthouwers van blokken).
Art. 4.Sinds 1 september 2013 is de loonschaal van de steenklover in de laag in opleiding de volgende :
In regeling van 40 uren/week
In regeling van 39 uren/week
In regeling van 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
Aanvang (kanthouwers van blokken)
13,3329
13,6746
14,0345
Klover 3 maanden
13,4410
13,7855
14,1484
Klover 6 maanden
13,5490
13,8964
14,2622
Klover 9 maanden
13,6572
14,0074
14,3760
Klover 12 maanden
13,7818
14,1351
14,5070
In de "Carrières du Hainaut" moeten de vier trimestriële verhogingen worden verhoogd met 0,02479 EUR.
Art. 5.Sinds 1 september 2013 worden de onderstaande categorieën betaald aan de minimumlonen :
In regeling van 40 uren/week
In regeling van 39 uren/week
In regeling van 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
van
tot
van
tot
van
tot
Bestuurder auto-hijswerktuig < 10 ton
12,7307
-
13,0570
-
13,4008
-
Bestuurder auto-hijswerktuig >= 10 ton
13,1357
-
13,4725
-
13,8269
-
Bestuurder laadschop, graafmachine of hydraulische kraan
12,7307
13,2706
13,0570
13,6108
13,4008
13,9688
Bestuurder laadmachine op rubberbanden < 35 ton
12,7307
-
13,0570
-
13,4008
-
Bestuurder laadmachine op rubberbanden >= 35 ton
13,2706
-
13,6108
-
13,9688
-
Personeel dat werkt aan de breekmolen :
In regeling van 40 uren/week
In regeling van 39 uren/week
In regeling van 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
van
tot
van
tot
van
tot
Vrachtwagenbe-stuurder < 20 ton
13,1636
13,5008
13,8562
-
vrachtwagenbestuurder 20 ton en meer
13,4378
-
13,7825
-
14,1451
-
Bediener breekmolen
13,5301
13,7144
13,8771
14,0659
14,2421
14,4359
Boorder - springstaafsteker
12,8235
13,3355
13,1522
13,6774
13,4982
14,0371
Art. 6.De steenopvullers hebben geen vast loon; zij ontvangen een toeslag op hun loon van steenhouwer op het ogenblik waarop zij steenopvullers worden, namelijk :
In regeling van 40 uren/week
In regeling van 39 uren/week
In regeling van 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
0,0933
0,0962
0,0984
Art. 7.Sinds 1 september 2013 zijn de lonen van de werknemers van het onderhoudsatelier en van het atelier voor het mechanisch houwen de volgende : a) onderhoudsatelier
In regeling van 40 uren/week
In regeling van 39 uren/week
In regeling van 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
Lasser
13,3847
13,7278
14,4552
1ste elektricien
13,3847
13,7278
14,0892
2de elektricien
13,1954
13,5337
13,8897
1ste mecanicien
13,4584
13,8035
14,1667
2de mecanicien
13,1534
13,4907
13,8457
1ste elektromecanicien
13,4584
13,8035
14,1667
2de elektromecanicien
13,1954
13,5337
13,8897
b) mechanisch houwen
In regeling van 40 uren/week
In regeling van 39 uren/week
In regeling van 38 uren/week
Frezer
Steenzager
Frezer
Steenzager
Frezer
Steenzager
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Aanvang
12,5556
12,8122
12,8784
13,1406
13,2175
13,4894
Na 3 maanden
12,9924
12,9924
13,3253
13,3253
13,6760
13,6760
Na 6 maanden
13,1699
13,4968
13,8518
Na 12 maanden
13,2906
13,1601
13,5250
13,4975
13,9813
13,8528
Na 18 maanden
13,2906
13,6311
13,9898
Elite
13,3223
13,3592
13,6637
13,7014
14,0234
14,0621
(1)
(2)
(1)
(2)
(1)
(2)
Aanvang
12,8068
12,8068
13,1349
13,1349
13,4805
13,4805
Na 3 maanden
13,0771
13,0771
13,4123
13,5297
13,7650
13,8856
Na 12 maanden
13,2372
13,2372
13,5765
13,6556
13,9337
14,0149
Na 18 maanden
13,3592
13,3592
13,7014
13,7895
14,0621
14,1525
Elite
13,4451
13,4451
13,7895
13,8684
14,1525
14,2331
(1) Steendraaier, steenzager mouleerder
(2) Slijper
In regeling van 40 uren/week
In regeling van 39 uren/week
In regeling van 38 uren/week
EUR
EUR
EUR
Bediener zaagketting
12,7335
13,0600
13,4037
Bediener regelaar zaagketting
13,2903
13,6311
13,9898
Art.8. Sinds 1 september 2013 ontvangen de non-stop diamantzagers : a) ofwel een uurtoeslag van : - 0,0554 EUR in de arbeidsregeling van 40 uren/week; - 0,0567 EUR in de arbeidsregeling van 39 uren/week; - 0,0580 EUR in de arbeidsregeling van 38 uren/week; b) ofwel een premie waarvan het bedrag binnen elke onderneming wordt bepaald.
Art. 9.Sinds 1 september 2013 ontvangen de werknemers die het brevet van mijnwerker hebben verkregen het volgende loon : - 13,4120 EUR in de arbeidsregeling van 40 uren/week; - 13,7556 EUR in de arbeidsregeling van 39 uren/week; - 14,1176 EUR in de arbeidsregeling van 38 uren/week. HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies - verschoven arbeidstijdregelingen
Art. 10.Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen ter zake, worden de ploegenpremies als volgt vastgesteld sinds 1 september 2013, aan de afgevlakte gezondheidsindex 100,13. De ploegenpremies worden geïndexeerd zoals de lonen (cfr. artikel 12). a) In arbeidsregeling van 40 uren/week : - 0,5724 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,1080 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur. b) In de arbeidsregeling van 39 uren/week : - 0,5871 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,1620 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur. c) In de arbeidsregeling van 38 uren/week : - 0,6026 EUR voor de prestaties tussen 6 en 14 uur en die tussen 14 en 22 uur; - 2,2189 EUR voor de prestaties tussen 22 en 6 uur.
Deze toeslagen worden toegekend aan de werknemers die werken met verschoven uurrooster voor zover het tijdsverschil overeenstemt met één van de bestaande pauzes in de onderneming.
In geval van tijdelijke schorsing van het ploegenstelsel, trachten de werkgevers de beoogde werknemers in te zetten in een categorie die overeenstemt met het vorige loon, inclusief toeslag voor ploegarbeid.
Met toepassing van dit artikel worden in sommige ondernemingen de vermeldingen 6 uur, 14 uur en 22 uur respectievelijk vervangen door 5 uur, 13 uur en 21 uur. HOOFDSTUK III. - Premies voor moeilijke werken
Art. 11.a) Werken in een kast of opgehangen boven de afgrond om een muur te schilderen : uurpremie gelijk aan 20 pct. van het basisloon. b) Herstelling van de brug boven de groeve : beperkt tot de herstelling van de trolleydraden : - uurpremie van 0,1606 EUR in de arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,1645 EUR in de arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,1688 EUR in de arbeidsregeling van 38 uren/week. c) Aanbrengen van een katrol of plaatsen van een koord in de groef van een katrol die aan de muur van de groeve is bevestigd in een kast boven de groeve : - uurpremie van 0,4170 EUR in de arbeidsregeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,4278 EUR in de arbeidsregeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,4380 EUR in de arbeidsregeling van 38 uren/week. d) Werken op een mast tijdens de winter, beperkt tot het werk dat wordt verricht wanneer de arbeid in de groeve wordt stopgezet wegens slecht weer : premie van 0,07 EUR per uur. De premies die reeds werden toegekend en die gunstiger zijn dan de bovenvermelde, blijven verworven. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 12.a. Met toepassing van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, vervangen door de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, wordt het indexcijfer van de consumptieprijzen vervangen door de afgevlakte gezondheidsindex. b. De minimumuurlonen, de effectief betaalde lonen, alsook de verschillende premies worden opnieuw gekoppeld aan het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks wordt opgemaakt door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, behalve uitzonderingen vermeld in deze overeenkomst.
Art. 13.Deze lonen en premies schommelen naar boven of naar onder toe per schijf van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging van het indexcijfer met hetzelfde percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.
De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde lonen en ploegenpremies worden vastgesteld aan het indexcijfer 100,13.
Het eerste spilindexcijfer naar boven toe is dat wat van toepassing zal zijn, dit is vastgesteld op 101,13. De opeenvolgende spillen naar boven toe zijn dus : 102,14 - 103,16 - 104,19 - 105,23 - 106,28 - 107,34 - ...
Art. 14.De schommelingen van de in artikel 12 bedoelde lonen en premies gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het spilindexcijfer wordt overschreden. HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie
Art. 15.1° Er wordt een jaarlijkse uitkering toegekend naar verhouding van het aantal gewerkte en gelijkgestelde uren. Deze wordt eveneens toegekend aan de rechtverkrijgenden van een arbeider die in de loop van het dienstjaar overleden is, aan de bruggepensioneerde of gepensioneerde werknemers. Ze wordt ook pro rata temporis uitbetaald aan de arbeiders die de onderneming verlaten met uitzondering van de gevallen van ontslag of ontslag om dringende redenen. 2° Voor de "Carrières du Hainaut" worden de toekenningsvoorwaarden bepaald in een ondernemingsovereenkomst.3° De eindejaarspremie zal 2 002,76 EUR bedragen, referentie berekening : 1 700 gepresteerde en/of gelijkgestelde uren/jaar.4° Deze premie wordt elk jaar betaald vóór 25 december aan het personeel dat aanwezig is op 30 november, behalve in de gevallen bepaald in 1°. Dit bedrag is onderworpen aan de bepalingen betreffende de eindejaarspremie, behalve wat de werkloosheidsdagen betreft, aangezien deze gelijkgesteld zijn met arbeidsdagen.
Worden gelijkgesteld met effectief gewerkte uren : - de uren tijdens welke de vakbondsopdrachten worden vervuld; - het bijwonen van officiële of officieuze vergaderingen van het paritair comité of van een verzoeningsbureau; - de uren studie, vakbondsopleiding en opleiding voor de ondernemingsraden, die beperkt zijn tot maximum 80 uren; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van een ongeval op de weg naar het werk, naar rata van 480 uren per jaar; - ongevallen van meer dan 30 kalenderdagen worden betaald door de verzekering (eindejaarspremie inbegrepen), zijn niet gelijkgesteld en worden niet verrekend in de 480 uren per jaar, voor de duur boven de 30 dagen; - ongevallen van minder van 30 kalenderdagen worden door de werkgever gelijkgesteld; - het verlies van arbeidsuren ten gevolge van ziekte, naar rata van 400 uren per jaar; - de bijzondere en specifieke reglementen die in de verschillende ondernemingen van kracht zijn, blijven van toepassing; - de gelijkstelling van dwingende redenen.
Wordt niet gelijkgesteld : ziekte van minder van 15 opeenvolgende werkdagen.
Het referentiebedrag per uur is het bedrag dat respectievelijk op 31 december 2015 voor het jaar 2015 en op 31 december 2016 voor het jaar 2016 van kracht is.
Art. 16.De werknemers die tijdens de referentieperiode niet meer dan twee dagen ongeoorloofd afwezig zijn, hebben recht op de volledige eindejaarspremie.
Deze premie wordt, per referentiejaar, verminderd als volgt : a) voor 3 dagen tot 5 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 25 pct.; b) voor 6 dagen tot 10 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 50 pct.; c) voor 11 dagen en meer ongeoorloofde afwezigheid : de werknemers hebben geen recht op de premie.
Art. 17.Voor de werknemer die in de loop van het referentiejaar in dienst treedt bij een werkgever, wordt het bedrag van de eindejaarspremie berekend naar verhouding van het aantal gewerkte maanden in de onderneming tijdens het referentiejaar; de dagen ongeoorloofde afwezigheid die in rekening moeten worden genomen, worden eveneens vastgesteld naar verhouding van het aantal gewerkte maanden tijdens het referentiejaar. HOOFDSTUK VI. - Stiptheidspremie
Art. 18.De stiptheidspremie wordt berekend op basis van een gemiddeld loon van 12,9702 EUR/uur (in een arbeidsregeling van 39 uren per week).
Voor 2015, naargelang van het aantal dagen dat jaarlijks wordt gewerkt, de werknemers die in totaal afwezig geweest zijn tussen :
Dagen afwezigheid
Berekening van de eindejaarspremie
0 en 5
4 uur meer
6 en 10
3 uur meer
11 en 15
2 uur meer
Meer dan 15
0 uur meer
Alle afwezigheden inbegrepen behalve vakbondsopdrachten en economische werkloosheid en/of werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden.
Voor 2016 blijft dit stelsel gelden. HOOFDSTUK VII. - Patroonsfeest van de "IV Gekroonden"
Art. 19.Sinds 1993 wordt een jaarlijkse premie van 57,51 EUR toegekend aan alle werknemers onder contract op 8 november die sinds 8 november van het voorgaande jaar minstens 1 dag gepresteerd hebben.
Sinds 1 januari 1994 is deze premie geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de maand die aan de betaling voorafgaat. Deze bepaling is niet meer van toepassing sinds de overeenkomst 2005-2006.
De premie is geëvolueerd als volgt :
EUR
1993
57,51
1994
58,08
1995
58,65
1996
59,84
1997
61,03
1998
61,65
1999
70,92
2000
72,68
2001
74,54
2002
75,51
2003
76,71
2004
78,03
2005
78,03
2006
78,03
2007
78,93
2008
78,03
2009
78,03
2010
78,03
2011
78,03
2012
78,03
2013
78,03
2014
78,03
2015
78,03
2016
78,03
De dag van IV Gekroonden (8 november) wordt uitgesteld als hij op een zaterdag of een zondag valt. HOOFDSTUK VIII. - Zaterdagwerk
Art. 20.De werknemer die door de werkgever wordt opgeroepen om op zaterdag vanaf 6 uur in de ochtend te komen werken, ontvangt een overloon van 35 pct., met uitzondering van : a) het personeel dat in het stelsel van de 6-dagenweek werkt;b) het personeel dat in drie ploegen werkt, waarvoor het overloon op maximaal 40 uren/week wordt berekend;c) van het personeel dat op zaterdag overuren verricht en het wettelijk overloon geniet. HOOFDSTUK IX. - Terugbetaling van de vervoerskosten
Art. 21.Onverminderd de toepassing van de wettelijke bepalingen betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, ontvangen de werknemers een geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per effectief gewerkt uur tegen het afgevlakte gezondheidsindexcijfer 100,13.
Voor de werknemers die een productiepremie ontvangen wordt deze vergoeding afgetrokken van de genoemde premie, naar verhouding van : - 0,0471 EUR per uur in de arbeidsregeling van 40 uren/week; - 0,0471 EUR per uur in de arbeidsregeling van 39 uren/week; - 0,0471 EUR per uur in de arbeidsregeling van 38 uren/week.
Bij gebruik van het openbaar vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per effectief gewerkt uur vastgesteld in artikel 21, bedraagt de werkgeversbijdrage 75 pct. van het weekabonnement van het openbaar vervoer. Er wordt verwezen naar de tarieven van het algemeen barema van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19.
Vanaf 1 januari 2016 bedraagt, bij gebruik van eigen vervoer en onverminderd de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per effectief werkelijk gewerkt uur vastgesteld in artikel 21 in geval van gebruik van openbaar vervoer, de werkgeversbijdrage 57 pct. van het laatst geïndexeerd weekabonnement van het openbaar vervoer.
Voor de arbeiders die zich met de fiets verplaatsen, gebeurt de terugbetaling volgens de wettelijke bepalingen.
Art. 22.De terugbetaling geschiedt minstens maandelijks. HOOFDSTUK X. - Werkzekerheid
Art. 23.Sinds 1 januari 2011, vermindering tot vier opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur voor een totale tewerkstellingsduur van 24 maanden.
De sociale partners van de sector verbinden zich ertoe om, voor de duur van de overeenkomst, afzonderlijk en gezamenlijk concrete acties te voeren teneinde : a. de sociale dumping te bestrijden;b. ervoor te zorgen dat de publieke overheden bestekken aannemen die sociale en leefmilieugebonden clausules omvatten;c. de sector te promoten. Deze acties zullen de activiteit in de sector bevorderen en zullen het dus mogelijk maken om de huidige werkgelegenheid zo goed mogelijk te handhaven.
Mocht de toestand verslechteren, zullen de werkgevers er in de mate van het mogelijke voor zorgen om, na overleg tussen de partijen, een beurtregeling op te stellen voor het tijdelijk werkloos personeel om economische redenen, om de gevolgen ervan voor de betrokken werknemers te beperken.
Indien een onderneming in de toekomst onvermijdelijk met ernstige economische moeilijkheden te maken krijgt, brengt de directie van deze onderneming de vakbondsafgevaardigden hiervan vooraf op de hoogte en wint zij hun advies in over de maatregelen die volgens haar op sociaal niveau moeten worden genomen.
Tijdens het overleg dat hierop volgt, bevelen de partners, in het kader van de in uitzicht geplaatste maatregelen aan, dat de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) onder de loep wordt genomen. HOOFDSTUK XI. - Arbeidsduur
Art. 24.Sinds 1 juli 2005 bestaan er vier arbeidsregelingen : a) arbeidsregeling van 40 uren/week met toekenning van 18 inhaalrustdagen;b) arbeidsregeling van 39 uren/week met toekenning van 12 inhaalrustdagen;c) arbeidsregeling van 38 uren/week met toekenning van 6 inhaalrustdagen;d) arbeidsregeling van 37 uren/week zonder toekenning van inhaalrustdagen. HOOFDSTUK XII. - Opleidingsvergoeding
Art. 25.Voor het jaar 2015 wordt een jaarlijkse opleidingsvergoeding toegekend van 120,27 EUR, verhoogd met 5,5 pct. voor administratiekosten.
Ook voor 2016 bedraagt deze vergoeding 120,27 EUR, die in de loop van het jaar moet worden uitbetaald (bovenop de administratiekosten).
Overeenkomstig hoofdstuk XVII van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden deze vergoedingen gestort aan het "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf". HOOFDSTUK XIII. - Vakbondsopdracht en -opleiding
Art. 26.Het krediet dat voor de vormingscursussen wordt toegekend bedraagt 5 dagen per jaar en per gewoon of plaatsvervangend afgevaardigde in het comité voor veiligheid en gezondheid en in de ondernemingsraad.
Dit krediet vormt een totaal dat de vakorganisaties kunnen aanwenden, in overeenstemming met de in het paritair subcomité vertegenwoordigde werkgevers.
De afgevaardigden beschikken over de nodige tijd voor het uitoefenen van hun vakbondstaken.
Als deze taken een bezoek buiten de onderneming vergen, zal de vakbondssecretaris de werkgever hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen.
De vakbondstaken buitenshuis worden uitgebreid om het voor de afgevaardigden mogelijk te maken om de begrafenis bij te wonen van ouders en verwanten in de eerste graad van een werknemer en dit ongeacht het statuut van deze laatste.
Bij een interne opdracht moeten de afgevaardigden hun hiërarchische oversten hiervan op de hoogte brengen. HOOFDSTUK XIV. - Vergoedingen voor arbeidsongevallen
Art. 27.De vergoedingen voor arbeidsongevallen zullen worden betaald zodra de verzekeringsinstelling het ongeval heeft erkend en tijdens dezelfde periodes als die welke gelden voor de betaling van de lonen. HOOFDSTUK XV. - Hospitalisatieverzekering
Art. 28.De werkgever verbindt zich ertoe een sectorale hospitalisatieverzekering (collectief contract) te onderschrijven voor alle werknemers met minstens één jaar anciënniteit in de sector.
Vanaf 1 januari 2015 bedraagt de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever 146,52 EUR per werknemer.
Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever 208,68 EUR per werknemer.
De werkgevers dragen tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst voor 100 EUR bij tot de vrijstelling, naar rato van één ongeval per schadejaar.
Zodra de collectieve arbeidsovereenkomst 2015-2016 gesloten is, zal snel een werkgroep worden opgericht met als doelstelling om de dekking van de verzekering maximaal te verbeteren.
De waarborg aan de bruggepensioneerden wordt uitgebreid met de gelijkwaardige franchisemogelijkheden tot de actieve werknemers op vrijwillige basis, uiterlijk op de datum waarop het brugpensioen ingaat. HOOFDSTUK XVI. - Geschenkcheque
Art. 29.Vanaf 2013 ontvangen alle werknemers die in het personeelsregister zijn ingeschreven en die in de loop van het referentiejaar 1 dag gepresteerd hebben, ter gelegenheid van Sint-Niklaas, elk jaar een geschenkcheque van 35 EUR. Deze cheque vervangt de cheque die tevoren werd toegekend ter gelegenheid van het feest van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK XVII. - Vakbondspremie
Art. 30.Vanaf 2013 verbinden de werkgevers zich ertoe om uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar aan de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 135 EUR per jaar + administratieve kosten per werknemer die op 31 december van het voorgaande jaar effectief in het personeelsregister is ingeschreven alsmede voor de bruggepensioneerde werknemers.
Voor iedere werknemer die tijdens de referentieperiode meer dan één jaar afwezig is, stort de onderneming niet in het fonds. Met dit bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers een premie van 135 EUR toekennen. Deze bedragen worden niet geïndexeerd.
Art. 31.De storting die per werkgever en per onderneming geschiedt, is afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de verzoenings- en opzeggingsprocedures in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer het werk in de onderneming noch collectief, noch individueel wordt belemmerd.
Elke actie die tot gevolg heeft dat de in het eerste lid van dit artikel vermelde punten niet in acht worden genomen kan leiden tot een vermindering met één vierde van de storting; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.
Art. 32.De premie wordt aan de gerechtigden betaald, door de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf", Hoogstraat 26-28, te Brussel, en door het fonds pro rata temporis verdeeld onder de werknemers die aangesloten zijn bij één van de drie erkende vakorganisaties en tewerkgesteld in de hardsteengroeven op 31 december alsook onder de gepensioneerde, de bruggepensioneerde werknemers, de werknemers ontslagen wegens economische redenen, de werknemers die hun militaire dienstplicht vervullen, de werknemers die een individuele opleiding in de onderneming volgen alsmede aan de rechthebbenden van de tijdens het referentiejaar overleden werknemers.
Art. 33.De rekeningen van de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" worden, voor goedkeuring éénmaal per jaar en uiterlijk op 1 juni, voorgelegd aan de vertegenwoordiger van de werkgevers en aan het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen. HOOFDSTUK XVIII. - Tijdelijke werkloosheid
Art. 34.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), hebben de in artikel 1 bedoelde werknemers, ten laste van hun werkgever, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid wegens tijdelijke werkloosheid.
Art. 35.Met ingang van 1 januari 2013 waarborgt de aanvullende werkloosheidsuitkering 90 pct. van het netto dagloon (premies inbegrepen) verhoogd met het werkgeversaandeel van het maaltijdticket.
Voor de werknemers die geen recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen trachten de werkgevers, voor zover mogelijk, hen te werk te stellen voor verschillende taken die aangepast zijn aan de omstandigheden van het ogenblik. Ingeval zij niet kunnen worden tewerkgesteld, wordt de aanvullende uitkering berekend ten opzichte van een theoretische werkloosheidsuitkering, dit wil zeggen die welke zij zouden hebben ontvangen als rechthebbende.
Art. 36.De beslissing om het werk al dan niet stop te zetten wordt genomen door de werkgever (in geval van stopzetting, door gebruikelijke aanplakking medegedeeld aan het personeel) die de moeilijkheden in verband met het werk beoordeelt en die alle mogelijke informatie inwint binnen en buiten de firma over de waarschijnlijke evolutie van de technische en klimatologische omstandigheden.
In geval van betwisting wordt deze beslissing genomen na rechtstreeks contact met de afgevaardigde hoofdarbeider, bijgestaan - daar waar er één bestaat - door een afgevaardigde van het comité voor veiligheid en gezondheid en, indien nodig, na paritaire vergadering van de afgevaardigden van de werkgevers en van de arbeiders van de ondernemingen van het bekken. Deze vergadering wordt, indien mogelijk, de dag zelf bijeengeroepen.
Wanneer de beslissing tot stopzetting van het werk genomen is, is de informatie ten laatste om 21 uur beschikbaar op het telefonisch antwoordapparaat dat hiervoor ter beschikking is.
De procedure voor heroproeping van het personeel in geval van werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden zal worden verbeterd.
De beslissing tot werkhervatting en de datum van deze hervatting worden aan het personeel medegedeeld volgens dezelfde procedure.
Art. 37.De oorzaken buiten de onderneming, zoals de gedeeltelijke of totale immobilisatie van de vervoermiddelen, de schorsing van de arbeid bij de leveranciers of de aankopers, mogen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering als de onderneming, waarvan het werk werd stopgezet enkel wegens deze redenen buiten de onderneming, haar personeel uit dien hoofde werkloos maakt.
Art. 38.De dagelijkse uitkering vermeld in artikel 35 is enkel verschuldigd aan de werknemers bedoeld in deze overeenkomst als, tijdens de uren die onmiddellijk voorafgaan aan de stopzetting van het werk (bijvoorbeeld : de dag tevoren), zij persoonlijk de nodige goede wil hebben aangetoond in de klimatologische omstandigheden die bemoeilijkt zijn door sneeuw, vorst of ijzel.
In het bijzonder, in geval van sneeuw en/of ijzel tijdens deze uren, moet het personeel hebben aanvaard om de doorgangs- en werkplaatsen vrij te maken zodat er kan worden voortgewerkt tot aan de door de werkgever bevolen schorsing. Deze prestaties moeten worden uitgevoerd in de normale omstandigheden inzake veiligheid voor de betrokkenen.
Art. 39.De uitkering wordt niet toegekend voor de vorst-, sneeuw- of ijzeldagen die voorkomen in de periode van staking of lock-out.
Art. 40.In geval van noodzaak en zonder dat dit systematisch gebeurt, heeft de werkgever de mogelijkheid om de werknemers bedoeld in artikel 35 te werk te stellen in een andere sector die niet getroffen is door slecht weer en/of economische redenen, in jobs overeenkomstig hun capaciteiten.
Art. 41.Een aanvullende uitkering, berekend op 2,5 pct. van het normaal netto dagloon wordt enkel betaald in geval van werkloosheid wegens slecht weer.
Deze toeslag compenseert het effect van niet-gelijkstelling van de verloren dagen door slecht weer door de "Kas voor jaarlijkse vakantie" voor de periode van 1 januari tot 31 december van het vorige jaar.
Deze toeslag wordt betaald bij de eerste betaling die volgt op 30 juni.
Deze uitkering wordt verhoogd met 5 pct. van het normaal netto dagloon voor de arbeiders die, op het ogenblik van het slecht weer, een loon genieten dat lager is dan dat van de eerste categorie van de loonschaal.
Art. 42.De werknemers bedoeld in artikel 35 hebben recht op de betaling van de uitkering voor zover : a) zij zonder onderbreking ten dienste zijn gebleven van hun werkgever in dezelfde onderneming gedurende ten minste één maand die onmiddellijk voorafgaat aan de stopzetting van het werk in de onderneming;b) zij vóór de betalingsdatum van de uitkering geen opzegging van de arbeidsovereenkomst hebben ingediend of ontslag om dringende reden hebben gekregen van hun werkgever.
Art. 43.De uitkering wordt rechtstreeks aan de werknemer betaald door de werkgever die hem tewerkstelt.
De uitkering wordt betaald op de gebruikelijke uitbetalingsdag van de lonen die betrekking hebben op de periode in de loop waarvan het werk werd stopgezet of op een overeen te komen datum tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging.
Art. 44.Duur van de vergoeding De uitkeringen vastgesteld in hoofdstuk XVIII zijn verschuldigd ten belope van maximaal 220 werkdagen per kalenderjaar, in een stelsel van vijf dagen per week. HOOFDSTUK XIX. - Anciënniteitsverloven
Art. 45.Met ingang van 1 januari 2013 wordt een betaalde verlofdag jaarlijks toegekend aan de werknemer, op de verjaardag van zijn indiensttreding, na 7 jaar anciënniteit in de onderneming, vervolgens één dag per 5 jaar anciënniteit (5 keer, na 12, 17, 22, 27, 32 jaar) met een maximum van 6 dagen per jaar. Langdurig zieken hebben geen recht op dit verlof.
Wat de uitzendkrachten betreft en de werknemers met een overeenkomst voor bepaalde tijd, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen.
Als de werknemer een onderneming verlaat voor een andere onderneming van deze sector, met een onderbreking van minder dan 8 dagen, en ongeacht het statuut van de werknemer, wordt de totale duur van de prestaties in rekening genomen voor de berekening van de anciënniteitsverlofdagen. HOOFDSTUK XX. - Geval van overlijden
Art. 46.Een vergoeding van 2 974,72 EUR wordt gestort aan de persoon die de begrafeniskosten op zich neemt van een werknemer die overleden is ten gevolge van een arbeidsongeval of op weg naar het werk.
De gerechtigde verstrekt een getuigschrift van overlijden en een attest van het ziekenfonds dat bewijst dat hij de gerechtigde is. HOOFDSTUK XXI. - Beperking van het beroep op externe firma's
Art. 47.De sociale partners wensen de tewerkstelling van de werknemers in de sector te bevoordelen.
De werkzaamheden die gewoonlijk een permanent karakter hebben, worden, voor zover mogelijk, niet uitbesteed.
Ingeval moeilijkheden zouden ontstaan in termen van aanstelling, verbinden de werkgevers zich ertoe om de onderaanbesteding opnieuw te bespreken en verbinden zij zich ertoe om een aangepaste herinschakeling voor te stellen, mits het personeel wordt opgeleid.
De directies van de ondernemingen, verantwoordelijk voor het beheer en het beroep op onderaanbesteding, erkennen het recht op informatie van het personeel en van zijn vertegenwoordigers.
Zij verbinden zich ertoe om de dialoog met de vertegenwoordigers van het personeel te verbeteren door de respectieve rol van de vakbondsafvaardiging en van de ondernemingsraad te bevoordelen.
De directies zorgen voor de voorafgaande informatie voor alle bekende en geplande werkzaamheden.
De bijzondere modaliteiten van de informatieprocedure en van de inhoud van de informatie worden plaatselijk gepreciseerd met naleving van de reeds bestaande praktijken.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, zal worden nageleefd (koninklijk besluit van 2 april 1993, Belgisch Staatsblad van 29 april 1993). HOOFDSTUK XXII. - Bevordering van de tewerkstelling
Art. 48.De partijen komen overeen om in 2015, 0,40 pct. van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, toe te wijzen aan het "Centre de formation aux métiers de la pièrre" (CEFOMEPI).
Dit bedrag blijft vastgesteld op 0,40 pct. in 2016.
De opdrachten van het CEFOMEPI kunnen worden uitgebreid tot de technische en onderhoudsopleiding ten belope van 0,15 pct. voor een opleiding die specifiek is voor de onderneming.
De partijen verbinden zich ertoe om de situatie opnieuw te onderzoeken inzake risicogroepen en bijkomende opleidingsinspanningen vóór 1 september 2016. HOOFDSTUK XXIII. - Maaltijdcheques
Art. 49.Een maaltijdcheque per effectieve arbeidsdag zal worden toegekend aan elke werknemer. Op 1 januari 2015 wordt de nominale waarde van de maaltijdcheque vastgesteld op minimaal 5,39 EUR. Op 1 januari 2016 bedraagt de nominale waarde van de maaltijdcheque minimaal 6,14 EUR voor alle werknemers.
Op 1 juli 2016 bedraagt de nominale waarde van de maaltijdcheque minimaal 6,29 EUR voor alle werknemers.
Op 1 december 2016 bedraagt de nominale waarde van de maaltijdcheque minimaal 6,39 EUR voor alle werknemers.
Het aandeel van de werknemer bedraagt 1,09 EUR per maaltijdcheque. Dit aandeel zal worden ingehouden op de betalingsfiche volgens de te bepalen modaliteiten in elke onderneming.
De maaltijdcheque wordt verstrekt op naam van de werknemer. Om aan deze voorwaarde te voldoen zullen de toekenning van de maaltijdcheques evenals de gegevens hierover op de individuele rekening van de werknemer vermeld staan. Op elke maaltijdcheque staat duidelijk vermeld dat hij enkel kan worden gebruikt voor de betaling van een maaltijd of voor de aankoop van gebruiksklare voedingsproducten.
Deze blijven van toepassing voor de ondernemingen die gunstigere bepalingen hebben. HOOFDSTUK XXIV. - Wettelijk kader
Art. 50.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden rekening met de maatregelen opgenomen in de wet van 28 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2015 pub. 30/04/2015 numac 2015012133 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot instelling van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016 type wet prom. 28/04/2015 pub. 19/11/2015 numac 2015000662 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016. - Duitse vertaling sluiten tot instelling van de maximale marge voor loonkostontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016 (Belgisch Staatsblad van 30 april 2015). HOOFDSTUK XXV. - Clausule inzake sociale vrede
Art. 51.De sociale vrede wordt gewaarborgd tijdens de volledige duur van de overeenkomst. HOOFDSTUK XXVI. - Verlenging van de vorige akkoorden
Art. 52.De vorige akkoorden die niet worden gewijzigd door deze collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing. HOOFDSTUK XXVII. - Werknemers met verminderde bekwaamheid
Art. 53.Na raadpleging van de sociale organen en in de mate van het mogelijke, zal men prioriteit geven aan de indienstneming, integratie en aan het werk houden van personen met verminderde mentale en/of fysieke bekwaamheid die al dan niet het gevolg zijn van een (arbeids)ongeval of een (beroeps)ziekte. HOOFDSTUK XXVIII. - Groepsverzekering
Art. 54.Een werkgeversbijdrage gelijk aan 1 pct. van de loonmassa wordt uitgetrokken voor de groepsverzekering van de sector. HOOFDSTUK XXIX. - Carenzdag
Art. 55.De carenzdag is afgeschaft sinds 9 december 2013. HOOFDSTUK XXX. - Eénheidsstatuut
Art. 56.Een vergelijkende stand van zaken met het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven (P.C. 203) zal worden opgemaakt in de loop van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK XXXI. - Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 114 van de Nationale Arbeidsraad
Art. 57.De partijen verbinden zich ertoe om een kadaster op te maken van de functies volgens de zwaarte ervan met het oog op het loopbaanbeheer, met een bijzondere aandacht voor de problematiek van een draaglijk einde van de loopbaan. HOOFDSTUK XXXII. - Geldigheidsduur
Art. 58.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2016.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS