Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 mei 2013
gepubliceerd op 08 oktober 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013202747
pub.
08/10/2013
prom.
23/05/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 mei 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012 Aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 11 december 2012 onder het nummer 112449/CO/327.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden in de sociale werkplaatsen, met uitzondering van de personeelsleden die volgens de wetgeving op sociale verkiezingen onder het leidinggevend personeel vallen. HOOFDSTUK II. - Algemeen kader

Art. 2.De ondertekenende partijen erkennen het belang van het uitvoeren van het VIA 4 akkoord van 2 december 2011. Meer specifiek blijven, onder andere in functie van VIA 5, partijen de doelstelling onderschrijven om te komen tot een vergoeding voor onregelmatige prestaties van 6 pct. en 15 pct. (cf. artikel 5.5 van het VIA 4). HOOFDSTUK III. -Vaststelling van de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer

Art. 3.§ 1. Definities Onder regelmatige prestaties wordt verstaan : 1. de arbeidsprestaties die op weekdagen gepresteerd worden voor 7 uur 's morgens en na 19 uur 's avonds.2. de arbeidsprestaties die gepresteerd worden in het weekend, zijnde de astronomische zaterdag en zondag. De werkgever zal voor deze onregelmatige prestaties een forfaitaire loontoeslag betalen Deze toeslagen gelden niet voor thuiswerk op vraag van de werknemer. § 2. Aanvullende vergoeding De aanvullende vergoeding bedraagt : Voor de arbeidsprestaties die gepresteerd worden op weekdagen vóór 7 u. 's morgens en na 19 u.'s avonds bedraagt de vergoeding 0,56 EUR bruto per uur.

Voor de arbeidsprestaties die gepresteerd worden tijdens het weekend, cf. de definitie in artikel 3, § 1, punt 2, bedraagt de vergoeding 1,40 EUR bruto per uur.

De vermelde bedragen worden geïndexeerd volgens het indexatie mechanisme geldig voor de lonen in de sector. HOOFDSTUK IV. - Financiering en uitbetaling

Art. 4.Financiering van het "Fonds voor betaanszekerheid in de sociale werkplaatsen" De financiering is samengesteld als volgt : 1. 375.000 EUR per jaar vanuit het VIA 4 akkoord; 2. 37.500 EUR per jaar vanuit de werkgevers; 3. een jaarlijkse bijpassing ten laste van de werkingsmiddelen van het "Fonds voor bestaanszekerheid in de sociale werkplaatsen".

Art. 5.Uitbetaling aan de werkgever § 1. De vergoeding aan de werkgevers voor de werkelijke loonkosten van de toeslag op de onregelmatige prestaties wordt vanaf 2012 via het "Fonds voor bestaanszekerheid in de sociale werkplaatsen" uitbetaald.

Onder "werkelijke loonkosten" wordt verstaan : de individuele brutopremiekost met inbegrip van de patronale RSZ. § 2. Er wordt een sluitende techniek uitgewerkt, vast te leggen in een collectieve arbeidsovereenkomst, waardoor de uitbetaling van deze middelen met een minimum aan administratieve lasten zo snel mogelijk kan uitgevoerd worden. HOOFDSTUK V. - Evaluatie

Art. 6.Ten laatste tijdens de eerste helft van 2014 wordt een grondige evaluatie gemaakt met betrekking tot de uitvoering en de kostprijs van deze collectieve arbeidsovereenkomst zodat er indien nodig bijsturingen mogelijk zijn. HOOFDSTUK VI. - Bestaande systemen

Art. 7.Bestaande meer gunstige systemen blijven behouden, zonder cumulatief effect met deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bestaande systemen komen, binnen de grenzen van artikel 3, in aanmerking voor de hier afgesproken financieringstechniek.

HOOFSTUK VII. - Rechtzetting boekjaar 2012

Art. 8.Om te vermijden dat de lonen voor 2012 moeten herberekend worden met het oog op het correct uitvoeren van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt overeengekomen om de aanvullende vergoedingen voor de onregelmatige prestaties voor het volledige jaar 2012 onder de vorm van een éénmalige premie uit te betalen.

Deze éénmalige premie wordt berekend op basis van de effectieve onregelmatige prestaties in 2012.

Deze éénmalige premie wordt ten laatste in het eerste kwartaal 2013 uitbetaald. HOOFDSTUK VIII. - Sociale vrede

Art. 9.De werkgevers en de werknemers engageren zich om bij normale uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst de sociale vrede met betrekking tot dit onderwerp te respecteren. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor bepaalde duur en heeft uitwerking vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2015.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^