gepubliceerd op 15 april 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
23 MAART 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 maart 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (Overeenkomst geregistreerd op 22 januari 2019 onder het nummer 150217/CO/302) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers. HOOFDSTUK II. - Aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
Art. 2.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, geregistreerd onder het nummer 110552/CO/302 en meermaals gewijzigd, worden de begrippen "de eindleeftijd" en "de einddatum" vervangen door "de pensioenleeftijd".
Art. 3.In de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 3.1.2. vervangen als volgt : "3.1.2. Aansluitingsdatum : de datum waarop de aangeslotene wordt aangesloten bij het sectoraal pensioenplan.".
Art. 4.In de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 3.1.14. vervangen als volgt : "3.1.14. Werknemers : de mannelijke en vrouwelijke werknemers, aangeduid in de DmfA-code met werknemerskengetal 011, 015, 024, 484 of 0495 (uitgezonderd die leerlingen die vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 worden, behoren tot één van deze categorieën) en tewerkgesteld bij de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf en aangeduid in de DmfA-code onder de werkgeverscategorie 017, met uitzondering van de gelegenheidswerknemers.".
Art. 5.In de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 5.2.2. vervangen als volgt : "5.2.2. Voor stelsels van aanvullend pensioen met toezeggingen van het type "vaste bijdragen" wordt de gelijkwaardigheid gemeten aan de hand van de laagste werkgeversbijdrage per werknemer zoals die in het pensioenreglement van het ondernemingsplan is bepaald.
Tot 31 december 2018 is de aansluitingsdatum bij deze stelsels ten laatste de eerste dag van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de aangeslotene 23 jaar wordt.
Vanaf 1 januari 2019 is de aansluitingsdatum de eerste dag van de tewerkstelling.". HOOFDSTUK III. - Aanpassing van de bijlagen bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
Art. 6.In de bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, met uitsluiting van bijlage 6, worden de begrippen "de eindleeftijd", "de normale eindleeftijd" en "de einddatum" vervangen door "de pensioenleeftijd".
Art. 7.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst (pensioenreglement) wordt aan punt 3. volgende paragraaf toegevoegd : "De pensionering van de aangeslotene sluit de aansluiting of het behoud van aansluiting bij het sectoraal pensioenstelsel uit, met uitzondering van de aangeslotene die op 1 januari 2016 reeds in de hoedanigheid van gepensioneerde bij het sectoraal pensioenstelsel was aangesloten.".
Art. 8.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 4. vervangen als volgt : "4.Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves Voor aangeslotenen uit dienst getreden vóór 1 januari 2019 zijn de reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen verworven door de aangeslotene indien de aangeslotene gedurende minstens 220, niet noodzakelijk opeenvolgende, dagen over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen heeft gewerkt.
Voor aangeslotenen in dienst op 31 december 2018 die op dat ogenblik nog niet aan de voorwaarde vermeld in de vorige alinea voldoen, wordt deze voorwaarde als vervuld beschouwd op 1 januari 2019 indien zij op 1 januari 2019 nog in dienst zijn.
Voor aangeslotenen in dienst getreden na 31 december 2018 zijn de reserves die opgebouwd worden op de individuele rekeningen onmiddellijk verworven.
Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen heeft verkregen en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.
Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.
Afkoop der verworven rechten vóór de pensioenleeftijd of vervroeging, voorschotten op de contracten en in pandgevingen zijn niet toegelaten.
Indien de aangeslotene of zijn rechthebbende(n) geen recht heeft (hebben) op de reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen, worden deze bedragen in het financieringsfonds gestort.".
Art. 9.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 7.1. vervangen als volgt : "7.1. De pensioenleeftijd De pensioenleeftijd waarop het bedrag dat op de individuele pensioenrekening opgebouwd werd, opeisbaar is en kan omgezet worden in een rente, wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste verjaardag van de aangeslotene.
De uitkering op pensioenleeftijd aan de aangeslotene kan slechts gebeuren voor zover de aangeslotene effectief zijn wettelijk pensioen neemt.".
Art. 10.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 7.2. vervangen als volgt : "7.2. Blijven werken na 65 jaar of verdaging van de pensioenleeftijd Indien de actieve aangeslotene op de pensioenleeftijd zijn wettelijk pensioen nog niet heeft opgenomen en in dienst blijft van de werkgever, blijft de pensioentoelage verschuldigd zo lang hij in dienst blijft, en er wordt een nieuwe pensioenleeftijd vastgesteld door de eerdere pensioenleeftijd telkens met één jaar te verlengen.
De individuele verdaging van de pensioenleeftijd zal plaatsvinden volgens de door de verzekeringsinstelling bij de bevoegde controleautoriteit ingediende tarieven die in voege zijn op de datum van de verdaging.
De aangeslotene zal dan de uitkering van zijn pensioenrekening bekomen : - wanneer hij zijn wettelijk pensioen opneemt; - of wanneer zijn arbeidsovereenkomst met de werkgever beëindigd wordt.
Voor de aangeslotene die uitgetreden is vóór de pensioenleeftijd en zijn verworven reserve bij de pensioeninstelling gelaten heeft (de slaper), gebeurt de uitkering behoudens toepassing van punt 7.3. steeds op de pensioenleeftijd, onafhankelijk van het feit of hij al dan niet blijven werken is na die datum.".
Art. 11.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 7.3. vervangen als volgt : "7.3. Vervroegde uitkering De aangeslotene kan de vervroegde uitkering van de pensioenrechten ten vroegste vanaf de leeftijd van 60 bekomen en voor zover hij niet meer in dienst is bij een werkgever waarop het sectoraal sociaal pensioenstelsel van toepassing is, in volgende omstandigheden : - de aangeslotene neemt zijn vervroegd wettelijk pensioen; - de aangeslotene voldoet aan de overgangsmaatregelen inzake het moment van uitbetaling, opgenomen in de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen.
De vervroegde uitkering brengt het verval van het recht op een uitkering bij overlijden vóór de pensioenleeftijd mee.".
Art. 12.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst worden in punt 9. de volgende wijzigingen aangebracht : - punt 9.1. wordt vervangen als volgt : "De uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden in de situaties voorzien in artikel 3, § 1, 11°, a) van de WAP, met dien verstande dat de uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever die onderworpen is aan dit pensioenreglement, om een andere reden dan het overlijden of het bereiken van de pensioenleeftijd, tenzij de aangeslotene binnen de twee trimesters het werk hervat bij een werkgever waarop dit pensioenreglement van toepassing is."; - in punt 9.2. in de punten b en c na "hetzij de verworven reserve" telkens het volgende toegevoegd : "(ook indien deze 150 EUR of minder bedragen)".
Art. 13.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 18.2. vervangen als volgt : "18.2. Jaarlijkse informatie Pensioenfiche Ieder jaar stuurt de pensioeninstelling een papieren of elektronische pensioenfiche naar elke actieve aangeslotene. Ten laatste in 2020 wordt de pensioenfiche enkel nog elektronisch consulteerbaar door de actieve aangeslotene die het recht behoudt de vraag te stellen om de pensioenfiche op papier te ontvangen.
Aan de slapers wordt ieder jaar een elektronische pensioenfiche ter beschikking gesteld.
De pensioenfiche bevat de volgende informatie : Algemene informatie De vermelding van de betrokken aangeslotene met zijn rijksregisternummer, de vermelding van de sectorale inrichter met KBO-nummer, de vermelding van de pensioeninstelling met haar KBOnummer, de vermelding van het pensioenplan waarop de fiche betrekking heeft Deel 1 : - Het bedrag van de verworven reserves op 1 januari. Dit bedrag wordt verder opgesplitst in : - het bedrag van de verworven reserves op 1 januari opgebouwd met werkgeversbijdragen; - het bedrag van de verworven reserves op 1 januari opgebouwd met werknemersbijdragen; - Als het bedrag verkregen op basis van de wettelijke rendementsgarantie hoger is dan het bedrag van de verworven reserves, dan zal op de pensioenfiche ook het bedrag van de rendementsgarantie vermeld worden. De aangeslotene heeft in elk geval recht op het hoogste van de twee bedragen; - Het bedrag van de verworven prestaties op 1 januari, voor zover dit berekenbaar is; - De pensioenleeftijd die in het pensioenreglement is vastgelegd en waarmee de aanvullende pensioenrechten worden berekend; - De herberekeningsdatum; - Een raming van de prestatie op de pensioenleeftijd (ook verwachte prestatie genoemd); - Het bedrag van de prestatie bij overlijden vóór de pensioenleeftijd op 1 januari; - De vermelding of er een wezenrente is voorzien in het pensioenplan; - De vermelding of er een aanvullende overlijdensdekking is bij overlijden door ongeval.
Deel 2 : - Het actuele financieringsniveau van de verworven reserves en de rendementsgarantie. Deze informatie geeft aan of uw aanvullende pensioenrechten volledig gefinancierd zijn; - Het bedrag van de verworven reserves van het vorige jaar; - De variabele elementen waarmee bij de berekening van de verworven reserves en de verworven prestaties rekening wordt gehouden; - De vermelding bij wie u het pensioenreglement kan opvragen : bij de pensioeninstelling of sectorale inrichter; - De vermelding dat men de gegevens met betrekking tot het aanvullend pensioen kan raadplegen via de website www.mypension.be.
Historisch overzicht Op eenvoudig verzoek van de aangeslotene deelt de pensioeninstelling een historisch overzicht mee van het bedrag van de verworven reserves en, als het bedrag verkregen op basis van de wettelijke rendementsgarantie hoger is dan het bedrag van de verworven reserves, het bedrag van de rendementsgarantie.
Informatie betreffende de te verwachten prestatie Voor alle aangeslotenen vanaf de leeftijd van 45 jaar deelt de pensioeninstelling tenminste om de 5 jaar het bedrag mee van het bij pensionering te verwachten kapitaal op de pensioenleeftijd.
Deze mededeling geldt niet als kennisgeving van een recht op een aanvullend pensioen.".
Art. 14.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt in punt 19. "de reserves waarop de aangeslotene geen aanspraak kan maken" geschrapt.
Art. 15.In bijlage 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 20. vervangen als volgt : "20. Toepassing van de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer Het fonds tweede pijler en diens externe dienstverleners dienen de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden te verwerken met het oog op de uitvoering van onderhavig pensioenplan en teneinde de wettelijke verplichtingen te vervullen overeenkomstig de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen (WAP). Deze verwerking gebeurt conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR).
De verwerking van persoonsgegevens gebeurt enkel voor de hiervoor vermelde doeleinden van beheer en uitvoering van het pensioenplan.
In deze context heeft het fonds tweede pijler als inrichter een statuut van verwerkingsverantwoordelijke. Ook de pensioeninstelling heeft in deze context het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.
De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt aan de aangeslotene de wettelijk vereiste informatie over de verwerking. De aangeslotene wordt geacht zijn eventuele begunstigden van een overlijdensprestatie geïnformeerd te hebben over de verwerking van hun persoonsgegevens voor zover dit nodig is voor de uitvoering van dit pensioenplan.
Wanneer de begunstigde een overlijdensprestatie opeist in toepassing van het pensioenplan, zal de verwerkingsverantwoordelijke aan de begunstigde de wettelijk vereiste informatie verschaffen betreffende de verwerking van de persoonsgegevens.
De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen zich wenden tot het fonds tweede pijler als verwerkingsverantwoordelijke (Anspachlaan 111 bus 4 te 1000 Brussel) voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens.
Meer informatie inzake de bescherming en verwerking van de persoonsgegevens is beschikbaar in de Privacy policy, die kan geraadpleegd worden via http://www.f2p302.be/data/nl/Privacypolicy % 20250518.pdf of waarvan een kopie kan worden gevraagd via info@f2p302.be.".
Art. 16.In bijlage 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst (solidariteitsreglement) wordt punt 3. vervangen als volgt : "3. Aansluiting Om aanspraak te kunnen maken op de solidariteitsprestaties, dient de werknemer, op het ogenblik van de gebeurtenis die het recht opent, tewerkgesteld te zijn met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever die onder het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal pensioenstelsel van de inrichter valt.".
Art. 17.In bijlage 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt punt 12. vervangen als volgt : "12. Toepassing van de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer Het fonds tweede pijler en diens externe dienstverleners dienen de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden te verwerken met het oog op de uitvoering van onderhavig pensioenplan en teneinde de wettelijke verplichtingen te vervullen overeenkomstig de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen (WAP). Deze verwerking gebeurt conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR).
De verwerking van persoonsgegevens gebeurt enkel voor de hiervoor vermelde doeleinden van beheer en uitvoering van het pensioenplan.
In deze context heeft het fonds tweede pijler als inrichter een statuut van verwerkingsverantwoordelijke. Ook de pensioeninstelling heeft in deze context het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.
De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt aan de aangeslotene de wettelijk vereiste informatie over de verwerking. De aangeslotene wordt geacht zijn eventuele begunstigden van een overlijdensprestatie geïnformeerd te hebben over de verwerking van hun persoonsgegevens voor zover dit nodig is voor de uitvoering van dit pensioenplan.
Wanneer de begunstigde een overlijdensprestatie opeist in toepassing van het pensioenplan, zal de verwerkingsverantwoordelijke aan de begunstigde de wettelijk vereiste informatie verschaffen betreffende de verwerking van de persoonsgegevens.
De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen zich wenden tot het fonds tweede pijler als verwerkingsverantwoordelijke (Anspachlaan 111 bus 4 te 1000 Brussel) voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens.
Meer informatie inzake de bescherming en verwerking van de persoonsgegevens is beschikbaar in de Privacy policy, die kan geraadpleegd worden via http://www.f2p302.be/data/nl/Privacypolicy % 20250518.pdf of waarvan een kopie kan worden gevraagd via info@f2p302.be.". HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en heeft dezelfde duur en opzegmodaliteiten als de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 110552 die door deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 maart 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS