gepubliceerd op 01 juli 2010
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
23 JUNI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs, gewijzigd door de richtlijnen van de Raad 96/47/EG van 23 juli 1996 en 97/26/EG van 2 juni 1997, en door de richtlijnen van de Commissie 2000/56/EG van 14 september 2000 en 2008/65/EG van 27 juni 2008 en 2009/112/EG van 25 augustus 2009;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid, artikel 21, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990, artikel 26, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en artikel 27, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 mei 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 9 juni 2010;
Gelet op het advies nr. 47.927/4 van de Raad van State, gegeven op 24 maart 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Eerste Minister en van de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In titel III van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs wordt een hoofdstuk X ingevoegd dat de artikelen 64bis tot 64septies bevat, luidende : « Hoofdstuk X. Het rijbewijs kaartmodel
Art. 64bis.In afwijking van artikel 17, § 1, eerste lid, komt het rijbewijs overeen met het model van bijlage 1/1 indien het wordt afgegeven in de gemeenten bepaald door de Minister of zijn gemachtigde.
Art. 64ter.§ 1. Het rijbewijs bedoeld in artikel 64bis heeft een administratieve geldigheidsduur van tien jaar. § 2. De verlenging van het rijbewijs bedoeld in artikel 64bis op het moment dat de administratieve geldigheidsduur verstrijkt, is afhankelijk van de voorwaarde dat nog steeds voldaan is aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 64quater.Het duplicaat van een rijbewijs zoals bedoeld in artikel 64bis heeft een nieuwe administratieve geldigheidsduur overeenkomstig artikel 64ter, § 1.
In de gevallen bepaald in artikel 50, § 1 kan de houder van een rijbewijs bedoeld in artikel 64bis een machtiging tot sturen, overeenkomstig het model van bijlage 1/2, verkrijgen, afgeleverd door de overheid bedoeld in artikel 7.
De in het tweede lid bedoelde machtiging is beperkt tot de categorieën van het rijbewijs waarvoor het duplicaat wordt aangevraagd.
De in het tweede lid bedoelde machtiging is geldig tot de dag dat het duplicaat wordt afgegeven en niet langer dan veertien dagen vanaf de dag dat het wordt afgegeven.
Art. 64quinquies.De artikelen 57 tot 60 zijn niet van toepassing op het rijbewijs bedoeld in artikel 64bis.
Art. 64sexies.In afwijking van artikel 61, eerste lid dient voor de hierna omschreven verrichtingen de ernaast vermelde retributie te worden betaald : Afgifte van een rijbewijs zoals bedoeld in artikel 64bis . . . . . . . . . . [20,00 euro] Afgifte van een nieuw rijbewijs (artikel 49) zoals bedoeld in artikel 64bis . . . . . [20,00 euro] Afgifte van een duplicaat van een rijbewijs zoals bedoeld in artikel 64bis . . . . . [20,00 euro] Omwisseling van een rijbewijs voor een rijbewijs zoals bedoeld in artikel 64bis . . . . . [20,00 euro] Afgifte van een rijbewijs zoals bedoeld in artikel 64bis via een spoedprocedure op de eerste werkdag volgend op de dag van de afgifte van een degelijk ingevulde aanvraag om een rijbewijs . . . . . [100 euro].
De retributies worden betaald bij de afgifte.
Art. 64septies.Artikel 62 is niet van toepassing op het rijbewijs bedoeld in artikel 64bis . »
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 1/1 ingevoegd die als bijlage 1 is gevoegd bij dit besluit.
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 1/2 ingevoegd die als bijlage 2 is gevoegd bij dit besluit.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2010.
Art. 5.De Minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 juni 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE
Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 23 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs Bijlage 1/1 bij het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET KAARTMODEL VAN HET RIJBEWIJS 1. De fysieke kenmerken van de kaart van het rijbewijs van Europees model zijn in overeenstemming met de ISOnormen 7810 en 7816-1. De kaart is gemaakt van polycarbonaat.
De methodes voor toetsing van de kenmerken van de rijbewijzen aan de internationale normen zijn in overeenstemming met ISO-norm 10373. 2. Fysieke beveiliging van rijbewijzen Het voor rijbewijzen gebruikte materiaal wordt door middel van de volgende technieken tegen vervalsing beveiligd : -de bestanddelen van de kaart zijn optisch dood; - beveiligingsondergrond in de vorm van een patroon dat zodanig is ontworpen dat het niet kan worden vervalst door scannen, drukken of kopiëren, door middel van irisdruk met meerkleurige veiligheidsinkt en positieve en negatieve guillochedruk. Het patroon bestaat niet uit de primaire kleuren (cyaan/magenta/geel/zwart) en bevat zowel complexe patroonvormen in ten minste twee speciale kleuren als micro-opschriften; - optisch variabele elementen die adequate bescherming bieden tegen kopiëren of vervalsen van de foto; - lasergravure; - in de zone voor de foto moeten het patroon van de beveiligingsondergrond en de foto zelf ten minste aan de zijkant van de foto samenvallen (verflauwend patroon); - inkt met kleuromslag; - aangepaste hologrammen; - variabele laserbeelden; - ultraviolette fluorescerende inkt, zichtbaar en transparant; - iriserende druk; - digitaal watermerk op de ondergrond; - infrarode of fosforescerende pigmenten; - voelbare karakters, symbolen of patronen. 3. Het rijbewijs heeft twee zijden : Bladzijde 1 bevat : a) de vermelding « rijbewijs », in hoofdletters, in de drie landstalen;b) de vermelding « België » in de drie landstalen;c) het onderscheidingsteken « B » van België, negatief afgedrukt in een blauwe rechthoek en omringd door twaalf gele sterren;d) de gegevens die specifiek zijn voor het afgegeven rijbewijs, met de volgende nummers : 1.de naam van de houder; 2. de voornaam van de houder;3. geboortedatum en -plaats van de houder; 4. a.de datum van afgifte van het rijbewijs; b.de datum waarop de administratieve geldigheidsduur van het rijbewijs afloopt; c.de naam van de bevoegde instantie die het rijbewijs afgeeft; 5. nummer van het rijbewijs;6. de foto van de houder;7. de handtekening van de houder;9. de voertuigcategorie die de houder gerechtigd is te besturen (de nationale categorieën worden in een ander lettertype gedrukt dan de geharmoniseerde categorieën);e) de vermelding « Model van de Europese Gemeenschappen » en de vermelding « rijbewijs » in de overige talen van de Gemeenschap, gedrukt in roze letters en op een zodanige wijze dat deze de achtergrond van het rijbewijs vormen :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld f) referentiekleuren : - blauw : Reflex blauw Pantone; - geel : Pantone Geel.
Bladzijde 2 bevat : a) 9.de voertuigcategorie die de houder gerechtigd is te besturen (de nationale categorieën worden in een ander lettertype gedrukt dan de geharmoniseerde categorieën); 10. de datum van eerste afgifte per categorie (deze datum moet bij iedere latere vervanging of inwisseling op het nieuwe rijbewijs worden vermeld);11. de datum waarop de geldigheidsduur afloopt voor elke categorie;12. de eventuele aanvullende of beperkende gegevens in code, overeenkomstig bijlage 7, naast elke desbetreffende categorie. Wanneer een code geldt voor alle categorieën waarvoor het rijbewijs is afgegeven, kan hij worden afgedrukt onder de rubrieken 9, 10 en 11; b) een toelichting bij de genummerde rubrieken op de bladzijden 1 en 2 van het rijbewijs (ten minste voor de rubrieken 1, 2, 3, 4a, 4b, 4c, 5, 10, 11 en 12). Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 23 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE
Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 23 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs Bijlage 1/2 bij het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 23 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE