Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 januari 2022
gepubliceerd op 11 april 2022

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021206142
pub.
11/04/2022
prom.
23/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 januari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021 Statuut van de vakbondsafvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 23 november 2021 onder het nummer 168351/CO/339.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel van de maatschappijen voor sociale huisvesting die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest (PSC 339.02). § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst bevat uitvoeringsmodaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2017 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging (PC 339) waarvan de regels, die trouw werden omgezet, als uitgangspunt hebben gediend voor de opstelling van deze collectieve overeenkomst. HOOFDSTUK II. - Definities

Art. 2.§ 1. Onder "gesyndiceerd personeel" moet het personeel worden verstaan dat is aangesloten bij één van de organisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend. § 2. Onder "directiepersoneel" moet worden verstaan : de personen die instaan voor het dagelijks beheer van de onderneming die de bevoegdheid hebben om de werkgever te vertegenwoordigen en om verbintenissen aan te gaan voor de werkgever alsook de personeelsleden die rechtstreeks ondergeschikt zijn aan deze personen wanneer zij eveneens opdrachten inzake dagelijks beheer vervullen. Deze definitie omvat noodzakelijkerwijze de directeur zaakvoerder en de adjunct-directeur zaakvoerder. HOOFDSTUK III. - Algemene principes

Art. 3.Doel § 1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971 en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2017 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging (PC 339), verklaren de werkgevers- en werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waals Gewest dat de bevoegdheden en de werkingsmodaliteiten van de vakbondsafvaardiging bepaald worden door deze overeenkomst. § 2. De ondertekenende partijen maken er een erezaak van om deze overeenkomst nauwgezet uit te voeren. § 3. De werknemersorganisaties verbinden zich ertoe om, met naleving van de vrijheid van vereniging, binnen de ondernemingen de praktijken van paritaire relaties in acht te nemen overeenkomstig de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Wederzijdse verbintenissen § 1. De werknemers erkennen de noodzaak van een wettig gezag van de werkgevers en maken er een erezaak van om hun werk plichtsgetrouw uit te voeren. De werknemers alsook hun vakbondsafgevaardigden moeten in alle omstandigheden de actie van de directie van de onderneming en van haar vertegenwoordigers op de verschillende niveaus niet verhinderen.

Elke individuele klacht wordt voorgelegd langs de gebruikelijke hiërarchische weg door de betrokken werknemer, die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn vakbondsafgevaardigde. De vakbondsafvaardiging heeft echter het recht om te worden ontvangen ter gelegenheid van elk individueel geschil of conflict dat niet kon worden opgelost langs deze weg. § 2. De werkgevers respecteren de waardigheid van de werknemers en maken er een erezaak van om hen eerlijk te behandelen. Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging noch de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks te hinderen.

De werkgevers erkennen aan hun werknemerspersoneel, aangesloten bij één van de ondertekenende vakorganisaties van werknemers, het recht om zich bij hen te laten vertegenwoordigen door een vakbondsafvaardiging waarvan het statuut geregeld wordt door deze overeenkomst en waarvan de leden worden aangesteld onder de werknemers van de onderneming.

De werkgevers verbinden zich ertoe om, persoonlijk of bij een vertegenwoordiger, de vakbondsafvaardiging van de werknemers te ontvangen, onder meer ter gelegenheid of in geval van dreiging van elk collectief geschil dat ontstaat in de onderneming.

Art. 5.Vakbondsvrijheid De werkgevers mogen geen enkele druk uitoefenen op het personeel om hen te verhinderen om aan te sluiten bij een vakbond en mogen aan de niet aangesloten werknemers geen andere voorrechten toekennen dan aan de aangesloten werknemers.

Art. 6.Sociaal klimaat § 1. De ondertekenende organisaties verbinden zich ertoe : 1) respectievelijk de werkgevers en de vakbondsafgevaardigden te verzoeken om in alle omstandigheden te getuigen van de geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening die aan de basis ligt van de goede sociale verhoudingen in de onderneming;2) erop toe te zien dat dezelfde personen de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven, alsook de arbeidsdiscipline en het beroepsgeheim en gezamenlijke inspanningen doen om te zorgen voor de naleving ervan. § 2. Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de duur van de opzeggingstermijn, verbinden de partijen zich ertoe om geen toevlucht te nemen tot staking of lock-out in de ondernemingen waar zij zal toegepast geweest zijn, zonder gebruik te hebben gemaakt van de bepalingen van hoofdstuk IX. De stakingen of lock-out waarvan werd verklaard dat zij strijdig zijn met dit artikel, zullen niet worden ondersteund.

Art. 7.De vakorganisaties verbinden zich ertoe om onderling akkoord te gaan, eventueel met bemiddeling van de voorzitter van het paritair subcomité, voor de aanstelling van een vakbondsafvaardiging in de ondernemingen, en om ervoor te zorgen dat de aangestelde afgevaardigden worden gekozen met inachtneming van de representativiteit waarover zij zullen moeten beschikken bij de uitoefening van hun functies, alsook voor hun bevoegdheid die onder meer een goede kennis van de onderneming en van de bedrijfstak omvat.

De organisaties die aangesloten zijn bij de interprofessionele werknemersorganisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend zullen erop toezien dat de afgevaardigden die zijn aangesteld voor de vakbondsafvaardigingen, voor zover mogelijk, representatief zijn voor de verschillende afdelingen van de onderneming en dat er een evenwicht arbeiders-bedienden is. HOOFDSTUK IV. - Instelling

Art. 8.Voorwaarden Wanneer ten minste één werknemersorganisatie die deze overeenkomst heeft ondertekend hiervoor een aanvraag richt tot de werkgever, kan een vakbondsafvaardiging worden opgericht in elke instelling die een bepaald aantal werknemers tewerkstelt, en waar de werknemers het vragen overeenkomstig de volgende leden : a. De vennootschap stelt ten minste gemiddeld 20 werknemers te werk, berekend op de vier trimesters die voorafgaan aan de datum van de aanvraag, buiten het directiepersoneel zoals bepaald in artikel 2 van deze overeenkomst.Om dit aantal van 20 werknemers te berekenen worden enkel de werknemers in aanmerking genomen die in dienst genomen zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur voor arbeiders of bedienden. en b. Voor zover ten minste de helft van de werknemers, met uitsluiting van het directiepersoneel, hiervoor een aanvraag indient.Deze voorwaarde moet worden geverifieerd overeenkomstig artikel 11 van deze overeenkomst.

Enkel de werknemers die werken in het kader van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, die sinds ten minste twaalf opeenvolgende maanden tewerkgesteld zijn door de onderneming, vóór de datum van de aanvraag en die, op het ogenblik van de aanvraag, effectieve prestaties uitoefenen worden in aanmerking genomen om de helft van de werknemers vast te stellen. Onder meer langdurig zieke werknemers, diegenen die voltijds tijdskrediet of verlof zonder wedde opnemen komen dus niet in aanmerking.

De personen die worden aangeworven in het kader van een studentenovereenkomst, de personen aangeworven in het kader van de vervanging van een werknemer (vervangingsovereenkomst), uitzendkrachten voor minder dan twaalf maanden en het directiepersoneel worden dus niet in aanmerking genomen.

Art. 9.Procedure § 1. De vakorganisatie(s) vertegenwoordigd in het paritair subcomité, die een initiatief neemt/nemen om een vakbondsafvaardiging op te richten moet(en) de voorzitter van het paritair subcomité en de andere representatieve werknemersorganisaties per aangetekende brief op de hoogte brengen van haar/hun intentie. De andere organisaties brengen, binnen 14 kalenderdagen, de organisatie(s) aan de oorsprong van de aanvraag en de voorzitter van het paritair subcomité ervan op de hoogte dat zij aanspraak maken op ten minste één mandaat. Bij gebreke van een reactie binnen de vermelde termijn worden deze organisaties geacht om geen aanspraak te maken op een vertegenwoordiging. § 2. Op straffe van nietigheid wordt de aanvraag tot oprichting van een vakbondsafvaardiging ingediend bij de werkgever met een gezamenlijke aangetekende brief van de representatieve organisaties die aanspraak maken op ten minste één mandaat. In deze brief zullen de betrokken vakorganisaties verwijzen naar de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging gesloten in het paritair subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest.

Op straffe van nietigheid kan de werkgever, binnen een termijn van 10 werkdagen na de eerstvolgende vergadering van het bevoegde beheersorgaan die volgt op de hierboven vermelde aanvraag, de oprichting van een vakbondsafvaardiging betwisten per aangetekende brief aan de vakorganisaties die de aanvraag hebben ingediend. Een kopie van deze brief wordt eveneens aangetekend verzonden naar de voorzitter van het paritair subcomité. § 3. Elke werkgever is verplicht om schriftelijk, op eenvoudige schriftelijke vraag van een representatieve vakorganisatie of van de voorzitter van het paritair subcomité, uiterlijk binnen 14 kalenderdagen na de ontvangst van deze aanvraag, het aantal personen mede te delen die tewerkgesteld zijn in zijn onderneming.

Art. 10.Betwisting In geval van betwisting van de procedures waarin voorzien is in deze collectieve arbeidsovereenkomst, kan de meest gerede partij een beroep doen op het verzoenend initiatief van de voorzitter van het paritair subcomité, binnen een termijn van 30 kalenderdagen. Alle partijen zullen de nodige gegevens verstrekken aan de voorzitter, en hij zal dan in staat zijn om de controles uit te voeren. De gevraagde inlichtingen moeten binnen 14 kalenderdagen na de aanvraag naar de voorzitter worden gestuurd. Hij zal de vertrouwelijkheid van de verstrekte inlichtingen waarborgen.

Art. 11.Verificatie van de voorwaarde betreffende het aantal aanvragen (artikel 8, b.) Binnen een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag tot oprichting, bedoeld in artikel 9, kan de werkgever per aangetekende brief aan de aanvragende vakorganisaties en aan de voorzitter van het paritair subcomité vragen dat de voorwaarde gesteld in punt b. van artikel 8 wordt geverifieerd.

Als de brief bedoeld in het eerste lid niet binnen de vastgestelde termijn wordt verzonden, wordt de voorwaarde gesteld in punt b. van artikel 8 als vervuld beschouwd, en mag de vakbondsafvaardiging worden opgericht.

De verificatie waarvan sprake in het eerste lid zal erin bestaan om na te gaan of de helft van de werknemers deze aanvraag schriftelijk ondersteunen door een aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair subcomité. HOOFDSTUK V. - Samenstelling

Art. 12.Aantal afgevaardigden Het aantal leden per vakbondsafvaardiging wordt bepaald zoals het hierna wordt aangeduid volgens de personeelsbezetting overeenkomstig artikel 8, a. : - van 20 tot 25 werknemers : 1 effectieve en 1 plaatsvervangende afgevaardigde; - van 26 tot 50 werknemers : 2 effectieve en 1 plaatsvervangende afgevaardigden; - van 51 tot 100 werknemers : 3 effectieve en 2 plaatsvervangende afgevaardigden; - vanaf 101 werknemers : 4 effectieve + 2 plaatsvervangende afgevaardigden.

Een plaatsvervangende afgevaardigde wordt er enkel toe gebracht om de opdrachten van afgevaardigde uit te oefenen wanneer het mandaat van een effectieve vakbondsafgevaardigde ten einde loopt in de loop van de uitoefening ervan, om welke reden dan ook (met uitzondering van de vervaldatum ervan) of in geval van afwezigheid van de effectieve afgevaardigde voor een reden waarvan de duur langer is dan een maand.

Dit om te voorkomen dat de werking van de vennootschap wordt verlamd in geval van langdurige afwezigheid van een effectieve afgevaardigde.

Art. 13.Voorwaarden voor het mogen uitoefenen van de functie van afgevaardigde Om de functie van vakbondsafgevaardigde te mogen uitoefenen moeten de betrokken personen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1. Belg zijn of onderdaan van een andere lidstaat van de Europese Unie of, voor de buitenlanders van andere nationaliteiten, sinds ten minste drie jaar regelmatig in België verblijven;2. De volle leeftijd van 21 jaar bereikt hebben op 31 december van het jaar dat aan de aanstelling voorafgaat;3. Sinds ten minste twaalf opeenvolgende maanden tewerkgesteld zijn geweest als werknemer in de onderneming en, in die hoedanigheid, effectieve en volledige prestaties hebben geleverd in de loop van deze periode;4. Worden voorgesteld door één van de vakorganisaties die de overeenkomst hebben ondertekend;5. Niet in vooropzeg zijn op het ogenblik van de aanstelling;6. De pensioenleeftijd niet hebben bereikt op het ogenblik van de aanstelling;7. Ten minste halftijds werken;8. Aangesloten zijn bij de vakorganisatie die deze overeenkomst heeft ondertekend, die de kandidatuur voorstelt;9. Geen deel uitmaken van het directiepersoneel zoals bepaald in artikel 2.

Art. 14.Aanstelling De betrokken vakorganisaties verzenden aan de werkgever een gezamenlijke aangetekende brief met vermelding van ofwel de samenstelling van de gehele vakbondsafvaardiging, ofwel de onderlinge verdeling van de mandaten, waarbij elke organisatie vervolgens haar afgevaardigden benoemt per aangetekende brief aan de werkgever.

De werkgever zal zich steeds mogen verzetten om ernstige redenen tegen de aanstelling of het behoud van een afgevaardigde. In het eerste geval maakt de werkgever aan de betrokken professionele werknemersorganisaties zijn bezwaargronden bekend binnen 15 werkdagen na de ontvangst van de aangetekende brief waarin de samenstelling van de vakbondsafvaardiging wordt aangekondigd.

Ingeval tussen de partijen geen akkoord bereikt is, wordt de zaak aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voorgelegd, dat ter zake beslist na de partijen, eventueel bijgestaan door hun raadgever, te hebben gehoord. HOOFDSTUK VI. - Mandaat

Art. 15.Duur Het mandaat van afgevaardigde duurt 4 jaar en kan stilzwijgend worden verlengd; het begint op de dag van het versturen van de gemeenschappelijke aangetekende aanstellings- of verdelingsbrief waarvan sprake in artikel 14.

Art. 16.Het mandaat van de vakbondsafgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent.

Art. 17.Einde Het mandaat van vakbondsafgevaardigde loopt ten einde : - in geval van niet-vernieuwing; - wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel van de onderneming; - door ontslag van de afgevaardigde uit zijn mandaat, schriftelijk betekend aan de werkgever; - wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van de vakorganisatie waarvan hij lid was en die zijn kandidatuur heeft voorgesteld; - zodra de werknemer tot het directiepersoneel behoort; - in geval van overlijden; - wanneer de voorwaarden uiteengezet in artikel 13 niet meer vervuld zijn; - op verzoek van de werknemersorganisatie die de kandidatuur van de afgevaardigde heeft ingediend.

Als het mandaat van een vakbondsafgevaardigde ten einde loopt in de loop van de uitoefening ervan, om gelijk welke reden (met uitzondering van de vervaldatum ervan), zal de plaatsvervangende afgevaardigde het mandaat beëindigen in de hoedanigheid van effectieve afgevaardigde.

Als het mandaat van een vakbondsafgevaardigde ten einde loopt in de loop van de uitoefening ervan, om gelijk welke reden (met uitzondering van de vervaldatum ervan) en bij gebreke van een plaatsvervangend afgevaardigde, heeft de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde behoort het recht om de persoon aan te stellen die het mandaat zal beëindigen. HOOFDSTUK VII. - Vernieuwing van de afvaardiging

Art. 18.Evolutie van het aantal werknemers § 1. In geval van evolutie van het aantal werknemers die een invloed hebben op het aantal afgevaardigden, kan de meest gerede partij een aanpassing vragen van het aantal mandaten of de afschaffing van de vakbondsafvaardiging.

Deze zal in rekening worden genomen bij de eerstvolgende vernieuwing van de mandaten. § 2. In geval van afschaffing van de vakbondsafvaardiging moet de werkgever de betrokken vakorganisaties ten vroegste 6 maanden en uiterlijk 3 maanden voor het einde van de mandaten per aangetekende brief op de hoogte brengen en hierbij de elementen van de berekening verstrekken. De betrokken organisaties beschikken over een termijn van 30 kalenderdagen om de voorzitter van het paritair subcomité op de hoogte te brengen.

Art. 19.§ 1. Ten vroegste 6 maanden, en uiterlijk 3 maanden voor het verstrijken van de mandaten, deelt de werkgever het per aangetekende brief aan de vakorganisaties die een vakbondsafgevaardigde hebben aangesteld mede, alsook aan de vakorganisatie(s) die tot nu toe niet vertegenwoordigd is/zijn, maar die per aangetekende brief aan de werkgever, met kopie aan de andere organisaties, hebben laten weten dat zij vragende partij was/waren om deel te nemen aan de vakbondsafvaardiging bij de vernieuwing van de mandaten. § 2. Binnen een termijn van 3 maanden vanaf deze kennisgeving, en uiterlijk op de dag die voorafgaat aan de vervaldatum van de mandaten, kunnen de vakorganisaties de nieuwe samenstelling van de vakbondsafvaardiging aangeven, in de vormen en de methode bepaald in artikel 14 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De mandaten vangen aan de dag na de vervaldatum van de vorige mandaten. § 3. Bij gebreke van kennisgeving vanwege de werkgever, en als geen enkele niet vertegenwoordigde vakorganisatie de aanvraag heeft gedaan om deel te nemen aan de vakbondsafvaardiging bij de vernieuwing, overeenkomstig § 1, worden de mandaten verlengd voor een nieuwe duur van 4 jaar die stilzwijgend kan worden verlengd. HOOFDSTUK VIII. - Opdrachten van de vakbondsafvaardiging

Art. 20.§ 1. De leden van de vakbondsafvaardiging zullen over de tijd en de faciliteiten beschikken die strikt noodzakelijk zijn voor de collectieve of individuele uitoefening van de vakbondsopdrachten en -activiteiten waarin voorzien is in paragraaf 2. Deze vakbondsopdrachten worden betaald als arbeidstijd. In het vooruitzicht van het gebruik van deze tijd en mogelijkheden, verwittigen de leden van de vakbondsafvaardiging de werkgever voorafgaandelijk en waken erover, in gemeenschappelijk overleg met hem, dat dit gebruik de goede werking van de diensten van de onderneming niet in het gedrang brengt.

In geval van onenigheid brengt de werkgever de betrokken vakorganisatie hiervan op de hoogte, en motiveert hij zijn standpunt. § 2. Concreter, bestaan de vakbondsopdrachten en -activiteiten onder andere in : - het onderhandelen over de collectieve arbeidsovereenkomsten en de collectieve akkoorden in de onderneming; - zich bezighouden met de collectieve en individuele conflicten tussen werkgever en de werknemers en in deze optiek, toezien op de toepassing van de sociale wetgeving in de onderneming, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten; - de werknemers bijstaan in hun arbeidsrelaties; - toezien op de naleving van de algemene principes zoals vermeld in de artikelen 3 tot 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. De onderneming geeft aan de vakbondsafvaardiging het gebruik van een lokaal - ofwel permanent, ofwel occasioneel - zodat zij haar opdracht adequaat kan vervullen. § 4. De werkgever of zijn vertegenwoordiger zal de vakbondsafvaardiging zo snel mogelijk ontvangen, uiterlijk binnen 14 werkdagen na de indiening van de aanvraag. Deze ontmoeting zal worden toegekend ter gelegenheid van elk geschil betreffende : a) de inbreuken op de fundamentele principes uiteengezet in de artikelen 2 tot 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971 van de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het personeel van de ondernemingen;b) de toepassing van de sociale wetgeving, van de arbeidsreglementen, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, en de individuele arbeidsovereenkomsten;c) de arbeidsverhoudingen. § 5. De vakbondsafvaardiging, voltallig of gedeeltelijk, komt met de werkgever samen gedurende de normale werkuren. De tijd die wordt besteed aan de vergaderingen van de vakbondsafvaardiging met de werkgever wordt als arbeidsprestatie beschouwd en wordt als dusdanig vergoed. De vergadertijd die de normale werkuren overschrijdt geeft echter geen aanleiding tot een overloon. § 6. De vakbondsafvaardiging mag bijeenkomen binnen de onderneming met het voorafgaand akkoord van de werkgever, om de vergaderingen met de werkgever voor te bereiden. Deze voorbereidende vergaderingen moeten als vakbondsopdrachten en -activiteiten worden beschouwd in de zin van dit artikel.

Art. 21.Informatie en raadpleging van het personeel § 1. De vakbondsafvaardiging kan, zonder dat dit de arbeidsorganisatie mag verstoren, onder meer tijdens de rusturen, mondeling of schriftelijk en ook elektronisch alle nuttige mededelingen doen aan het personeel. Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn. § 2. De vakbondsafvaardiging moet over de nodige tijd en faciliteiten beschikken om het personeel behoorlijk op de hoogte te brengen van de belangrijke evenementen van professionele of syndicale aard. § 3. Informatievergaderingen voor het personeel van de onderneming zullen kunnen georganiseerd worden door de vakbondsafvaardiging op de arbeidsplaatsen en tijdens de werkuren, met het akkoord van de werkgever, na een gemotiveerde aanvraag van de vakorganisaties die minimaal 7 kalenderdagen vóór de gewenste datum van de vergadering wordt verzonden. De werkgever kan dit akkoord niet willekeurig weigeren.

Art. 22.Rol van de vakbondsafvaardiging wanneer er geen ondernemingsraad en/of CPBW bestaat Bij ontstentenis van een ondernemingsraad, zal de vakbondsafvaardiging de taken, rechten en opdrachten kunnen uitoefenen die aan deze raad worden toegekend in de artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 die op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad werd gesloten betreffende de coördinatie van de nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden die in de Nationale Arbeidsraad werden gesloten.

Bij ontstentenis van een comité voor preventie en bescherming op het werk, zal de vakbondsafvaardiging taken op zich nemen die aan dit comité worden toevertrouwd krachtens de artikelen 65 en volgende van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitoefening van hun werk. HOOFDSTUK IX. - Afhandelen van geschillen

Art. 23.§ 1. Wanneer een geschil ontstaat binnen de onderneming met de directie, gebruikt de vakbondsafvaardiging alle mogelijke middelen om dit geschil op te lossen door te onderhandelen. § 2. Wanneer de bemiddeling van een vakbondsafvaardiging niet heeft mogelijk gemaakt om tot een akkoord te komen met de werkgever voor het oplossen van een geschil, kunnen de afgevaardigden een beroep doen op de permanente vertegenwoordigers van hun vakorganisaties om het onderzoek van de zaak voort te zetten. In dit geval kan de werkgever zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van zijn beroepsorganisatie. § 3. Nadat gebruik werd gemaakt van de onderhandelingsmiddelen mag de vakbondsafvaardiging het geschil voor het verzoeningsbureau laten brengen van het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest (PSC 339.02).

Elk beroep op het verzoeningsbureau moet gebeuren door toedoen van een lid van het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest (PSC 339.02). § 4. Een stakingsaanzegging mag enkel worden betekend per aangetekende brief of per geldig geauthentiseerde mail en nadat het verzoeningsbureau zich heeft uitgesproken.

De stakingsaanzegging zal ten minste 14 kalenderdagen duren en zal beginnen te lopen op de dag na de kennisgeving. HOOFDSTUK X. - Statuut van de afgevaardigden

Art. 24.Vakbondsopleiding § 1. Elke vakbondsafgevaardigde mag maximaal drie dagen per jaar aan de vakbondsopleiding besteden, op momenten die samenvallen met de normale arbeidsuren, voor zover dit de goede werking van de diensten van de onderneming niet verstoort. De vakorganisaties zijn verplicht om de directie hiervan zo vlug mogelijk en uiterlijk 1 week tevoren op de hoogte te brengen.

In afwijking van de grens van drie dagen waarin voorzien is in het vorige lid mogen de nieuwe vakbondsafgevaardigden, in de loop van de eerste twee jaren van hun mandaat, maximaal vijf dagen per jaar aan de vakbondsopleiding besteden, onder dezelfde voorwaarden als die waarin voorzien is in het vorige lid. De nieuwe afgevaardigden, in de zin van dit artikel, zijn de afgevaardigden die hun eerste mandaat van afgevaardigde aannemen. Dit heeft dus geen betrekking op de afgevaardigden van wie het mandaat (stilzwijgend) wordt verlengd. § 2. Concreter gaat het over de tijd besteed aan de vakbondsactiviteiten die geen verband houden met de onderneming en die gericht zijn op de vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van de afgevaardigden, in hun rol van vertegenwoordiger van de werknemers. Overeenkomstig de vorige paragraaf moeten deze activiteiten en de inhoud ervan zo vlug mogelijk ter kennis van de werkgever worden gebracht en uiterlijk 1 week tevoren. De deelname aan dit soort activiteiten moet worden gerechtvaardigd door middel van een attest van de betrokken vakorganisatie. In deze optiek mogen de afgevaardigden deelnemen aan vergaderingen of sectorale, interprofessionele, Europese of internationale opleidingen georganiseerd door de ondertekenende vakbondsconfederaties of hun beroepscentrales.

Deze periodes worden betaald als arbeidstijd. § 3. In geval van weigering van de werkgever, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor te leggen.

Art. 25.Bescherming van de vakbondsafgevaardigden tegen ontslag § 1. De leden van de vakbondsafvaardiging mogen niet worden ontslagen om redenen die inherent zijn aan de uitoefening van hun mandaat.

De plaatsvervangende afgevaardigden genieten deze bescherming enkel voor de periode in de loop waarvan zij een effectief lid vervangen en effectief een mandaat uitoefenen.

De vakbondsafgevaardigde mag worden ontslagen zoals elke andere werknemer om economische of technische redenen of om persoonlijke redenen die geen verband houden met zijn vakbondsactiviteit. § 2. De werkgever die van plan is om een vakbondsafgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende reden, te ontslaan, verwittigt voorafgaandelijk de vakbondsafvaardiging evenals de vakorganisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen.

Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending. § 3. De betrokken vakorganisatie beschikt over een termijn van zeven kalenderdagen om mee te delen dat zij de geldigheid van het voorgenomen ontslag weigert te aanvaarden. Deze kennisgeving gebeurt bij aangetekend schrijven.

De periode van zeven dagen vangt aan op de dag van de verzending van de aangetekende brief door de werkgever.

Het uitblijven van reactie van de vakorganisatie moet worden beschouwd als een aanvaarding van de geldigheid van het voorgenomen ontslag. § 4. Indien de vakorganisatie weigert de geldigheid van het voorgenomen ontslag te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor te leggen; de maatregel tot ontslag mag niet worden uitgevoerd tijdens de duur van deze procedure. § 5. Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissingen is kunnen komen binnen dertig dagen na de aanvraag tot bemiddeling, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om het ontslag te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank voorgelegd.

Art. 26.Ontslag om dringende reden In geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde om dringende reden, moeten de vakbondsafvaardiging alsook de vakorganisatie die hem heeft voorgesteld hiervan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.

Art. 27.Vergoeding Als de werkgever een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder artikel 25 van deze collectieve arbeidsovereenkomst na te leven, heeft de vakbondsafgevaardigde recht op een forfaitaire vergoeding.

Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in de volgende gevallen : 1° indien hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de procedure te eerbiedigen waarin voorzien is bij artikel 25 hierboven;2° als, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen voor ontslag, ten aanzien van artikel 25 hierboven, niet erkend wordt door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank;3° indien de werkgever de afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4° indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutoloon van een jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 37 en volgende van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze forfaitaire vergoeding is niet verschuldigd wanneer de vakbondsafgevaardigde een vergoeding geniet waarin voorzien is bij artikel 16 van de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafge-vaardigden. HOOFDSTUK XI. - Overgangsbepaling

Art. 28.§ 1. De ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de vakbondsafvaardiging die bestaan op de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, binnen de maatschappijen voor sociale huisvesting, zullen van toepassing blijven. § 2. Het is mogelijk om een vakbondsafvaardiging op te richten in een erkende maatschappij voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest waar een akkoord in die zin bestaat tussen de genoemde maatschappij en de werknemers die zij tewerkstelt, zelfs als de maatschappij zich niet in de voorwaarden bevindt die bepaald zijn door deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. Het zal dan aan de partijen zijn om de opdrachten en de werkingsmodaliteiten van de vakbondsafvaardiging te bepalen. HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen

Art. 29.Betwisting In geval van betwisting verklaren de partijen akkoord te gaan om uitsluitend een beroep te doen op de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest.

Art. 30.Inwerkingtreding Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 27 oktober 2021.

Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 31.Opzegging Deze collectieve overeenkomst kan worden opgezegd door elke partij die ze heeft gesloten met een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per ter post aangetekende brief, gericht aan alle partijen alsook aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Waalse Gewest.

De organisatie die daartoe het initiatief neemt, verbindt er zich toe de redenen van haar opzegging bekend te maken en gelijktijdig amendementsvoorstellen in te dienen waarvoor de ondertekenende organisaties de verbintenis aangaan deze binnen de maand na ontvangst in het paritair subcomité te bespreken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^