gepubliceerd op 20 april 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Gent, houdende storting voor wat het Gentse havengebied betreft, van de bijzondere bijdrage voor de scholing van laaggeschoolde en/of met langdurige volledige werkloosheid bedreigde havenarbeiders
23 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Gent, houdende storting voor wat het Gentse havengebied betreft, van de bijzondere bijdrage voor de scholing van laaggeschoolde en/of met langdurige volledige werkloosheid bedreigde havenarbeiders (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de haven van Gent;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Gent, houdende storting voor wat het Gentse havengebied betreft, van de bijzondere bijdrage voor de scholing van laaggeschoolde en/of met langdurige volledige werkloosheid bedreigde havenarbeiders.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de haven van Gent Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2001 Storting, voor wat het Gentse havengebied betreft, van de bijzondere bijdrage voor de scholing van laaggeschoolde en/of met langdurige volledige werkloosheid bedreigde havenarbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 5 juni 2001 onder het nummer 57345/CO/301.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de haven van Gent.
De artikelen 2, 3 en 4 werden gesloten in toepassing van onderafdeling I, "Inspanningen ten voordele van de werklozen", van afdeling VI, hoofdstuk III van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.
Art. 2.De bijzondere bijdrage van 0,10 pct. in 2001 en 2002 bestemd voor integratie van personen uit risicogroepen, berekend op het volledige loon van de werknemer, wordt geïnd door het "Fonds voor Bestaanszekerheid aan de haven van Gent". Dit fonds voor bestaanszekerheid, zoals bedoeld bij de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, zal de ontvangen gelden boeken op een afzonderlijke rekening.
Art. 3.Het fonds voor bestaanszekerheid zal de aldus beschikbare gelden aanwenden om jongere en oudere havenarbeiders met plaatsingsmoeilijkheden opnieuw te integreren in het havengebeuren.
Rekening houdende met de evolutie van het technologisch gebeuren in de haven en de noodzaak om van laaggeschoolde arbeiders naar meer technisch gevormde en onderlegde arbeiders over te stappen, zullen de "laaggeschoolde" en/of met "langdurige volledige werkloosheid" bedreigde havenarbeiders een aangepaste scholing ontvangen.
Dit zal onder meer geschieden door het verzekeren van een opleiding en/of bijscholing tot bediener van mechanische tuigen en andere technische taken binnen het havenbedrijf.
Art. 4.Het fonds voor bestaanszekerheid houdt alle nodige documenten ter beschikking met het oog op het toezicht.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor de jaren 2001 en 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX