gepubliceerd op 28 mei 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de wijziging van de statuten van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij
23 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de wijziging van de statuten van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de koopvaardij;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de wijziging van de statuten van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de koopvaardij Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997 De wijziging van de statuten van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45080/CO/316) De statuten van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1980, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij", en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 december 1980, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 10 juni 1983, 31 januari 1985 en 15 januari 1987, respectievelijk algemeen bindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 16 september 1983, 10 mei 1985 en 12 juni 1987 en verder gewijzigd : - bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 1991 algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 december 1991; - bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992, geregistreerd op 22 juni 1992 onder het nummer 30368/CO/316; - bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1994, geregistreerd op 28 juni 1994 onder het nummer 35954/CO/316; - bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1994, geregistreerd op 31 augustus 1994 onder het nummer 36347/CO/316. worden gewijzigd als volgt : HOOFDSTUK I. - Benaming, maatschappelijke zetel, doel, duur
Artikel 1.Het fonds voor bestaanszekerheid opgericht per 1 januari 1980 onder de benaming "Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij", blijft met ingang van 1 januari 1997 gehandhaafd.
Art. 2.De zetel van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij is gevestigd te Antwerpen, Lijnwaadmarkt 9.
Art. 3.Het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij heeft tot doel : 1. het innen van de bijdragen welke nodig zijn voor zijn werking en het uitvoeren van de betaling van de hierna vermelde tegemoetkomingen;2. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming in de kosten voor syndicale vorming en financiering van sociale doeleinden ten bate van de zeelieden en shoregangers ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter Koopvaardij, zoals gesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997;3. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming en de financiering tot invoering van een afscheidspremie voor scheepsgezellen en radio-officieren ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996 en die ressorteren onder de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996 tot invoering van een begeleidingsplan;4. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming en de financiering van een begeleidingsplan voor scheepsgezellen en radio-officieren ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden, zoals bepaald in de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996 tot invoering van een begeleidingsplan voor scheepsgezellen en radio-offcieren ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden;5. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming en de financiering van een toeslag bij de wachtgelden van sommige zeevarenden en shoregangers ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden zoals bepaald in de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996 tot invoering van een toeslag bij de wachtgelden van sommige zeevarenden ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden;6. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming en de financiering inzake een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde scheepsgezellen, radio-officieren en shoregangers die uiterlijk op 31 december 1997 de leeftijd van 50 jaar bereiken zoals bepaald in de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996 inzake een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde scheepsgezellen, radio-officieren en shoregangers;7. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming en de financiering inzake een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde zeelieden en shoregangers die met ingang van 1 januari 1994 tot 31 december 1994 de leeftijd van 52 jaar bereikten en die aan dit stelsel van tegemoetkoming reeds onderhevig waren bij toepassing van het protocol koopvaardij 1994 en zoals gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997;8. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming en de financiering inzake een gewaarborgd maandloon voor de shoregangers.
Art. 4.Het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij is opgericht voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 5.Deze statuten, alsmede de uitvoeringsmodaliteiten welke worden vastgesteld door het Paritair Comité voor de koopvaardij, zijn van toepassing op : 1° de werkgevers van de ondernemingen waarvan de activiteit tot de bevoegdheid van dit paritair comité behoort;2° de zeelieden en shoregangers, mannen en vrouwen, ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden, die onder de toepassing vallen van zij die bedoeld worden in artikel 3. HOOFDSTUK III. - Beheer
Art. 6.Het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit afgevaardigden van de representatieve werkgeversorganisaties, en uit afgevaardigden van de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de koopvaardij.
Deze raad van beheer bestaat uit tien leden, zijnde vijf afgevaardigden, voorgedragen door de representatieve werkgeversorganisaties en vijf afgevaardigden voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties.
Het paritair comité duidt de leden van de raad van beheer aan en ontslaat ze tevens; het kan het aantal beheerders vastgesteld bij het tweede lid wijzigen.
De leden van de raad van beheer worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat kan worden hernieuwd.
In geval van overlijden of ontslag van een beheerder, voorziet het paritair comité in zijn vervanging. Het nieuw aangeduid lid beëindigt het mandaat van zijn voorganger.
Art. 7.Ieder jaar duidt de raad van beheer in zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan.
Deze functies worden voor de duur ervan telkens alternerend uitgeoefend door een afgevaardigde van de werkgevers en een afgevaardigde van de werknemers.
De raad van beheer duidt eveneens de personen aan die worden belast met het secretariaat.
Art. 8.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de voorzitter.
De voorzitter is gehouden de raad van beheer ten minste éénmaal per jaar bijeen te roepen en telkens één van de partijen hierom verzoekt.
De uitnodigingen worden nominatief verstuurd en vermelden de agenda.
In geval van afwezigheid van de voorzitter, wordt de vergadering voorgezeten door de ondervoorzitter en, bij afwezigheid van deze laatste door het lid met de grootste dienstanciënniteit in het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij. Hiertoe wordt een ranglijst opgesteld. Bij gelijke dienstanciënniteit wordt de raad voorgezeten door het oudste lid.
De raad van beheer kan slechts geldig beslissen over de punten welke op de agenda zijn geplaatst en bij aanwezigheid van ten minste de helft van de leden behorende tot respectievelijk de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties.
De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemgerechtigden in elke afvaardiging.
De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangeduid door de raad van beheer en ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten.
De uittreksels van de notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders die daartoe worden gemachtigd, de ene door de representatieve werkgeversorganisaties, de andere door de representatieve werknemersorganisaties.
Art. 9.De raad van beheer heeft tot opdracht het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij te beheren in de ruimste betekenis van het woord, daaronder begrepen het treffen van alle maatregelen welke nodig zijn voor zijn goede werking en voor de verwezenlijking van zijn doel.
De raad van beheer bepaalt in zijn jaarlijkse begroting de beheerskosten welke ten laste vallen van de opbrengsten van het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij. Hij kan een huishoudelijk reglement opstellen.
De raad van beheer wordt bij elk optreden, inbegrepen in rechte als eisende of als verwerende partij en voor elk doel, geldig vertegenwoordigd door de voorzitter of door de beheerder die hij aanstelt om die vertegenwoordiging waar te nemen.
De leden van de raad van beheer zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun opdracht. Zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan wegens hun deelneming aan het beheer van het Bedrijfsfonds, noch ten opzichte van de verbintenissen van het Bedrijfsfonds.
Art. 10.De raad van beheer kan bepaalde opdrachten toevertrouwen aan één of meerdere van zijn leden en zelfs aan derden. Hij kan eveneens, onder zijn verantwoordelijkheid, het dagelijks beheer van het Bedrijfsfonds aan derden in opdracht geven.
Art. 11.Voor al de andere akten dan deze welke vallen onder het dagelijks beheer waarvoor bijzondere opdracht werd gegeven, volstaat, voor de geldige vertegenwoordiging van het Bedrijfsfonds tegenover derden, de gezamenlijke handtekening van twee beheerders waarvan één de representatieve werkgeversorganisaties vertegenwoordigt en één de representatieve werknemersorganisaties, zonder dat deze beheerders het bewijs moeten leveren van een beraadslaging, machtiging of bijzonder mandaat.
De akten van het dagelijks beheer mogen worden ondertekend door een beheerder of door elke andere persoon daartoe door de raad van beheer gemachtigd. HOOFDSTUK IV. - Financiering
Art. 12.Het Bedrijfsfonds voor de Koopvaardij beschikt over de bijdragen : - verschuldigd door de in artikel 5, 1°, van deze statuten bedoelde werkgevers, alsook over de intresten van geïnvesteerde bedragen en over eventuele reserves; - verschuldigd door de overheid ter regularisatie van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde officieren, scheepsgezellen, radio-officieren en shoregangers zoals vermeld in artikel 3, 6° en 7°.
Art. 13.De bijdragen worden als volgt vastgesteld : A. Bijdragen door de werkgever 1. Voor de tegemoetkoming in de kosten voor syndicale vorming en in de financiering van sociale doeleinden, vermeld onder artikel 3, 2° : een bedrag per zeevarende/shoreganger en per dag waarvoor sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer. 2. Voor de tegemoetkoming in de uitkering van een afscheidspremie voor scheepsgezellen en radio-officieren vermeld onder artikel 3, 3° : een bedrag per zeevarende/shoreganger en per dag waarvoor sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer. 3. Voor de tegemoetkoming in de uitkeringen tot uitvoering van een begeleidingsplan voor scheepsgezellen en radio-officieren, vermeld onder artikel 3, 4° : een bedrag per zeevarende/shoreganger en per dag waarvoor sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer. 4. Voor de tegemoetkoming in de uitkering van een toeslag bij de wachtgelden van sommige zeevarenden en shoregangers, vermeld onder artikel 3, 5° : een bedrag per zeevarende/shoreganger en per dag waarvoor sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer. 5. Voor de tegemoetkoming in de uitkering van een gewaarborgd maandloon voor shoregangers, vermeld onder artikel 3, 8° : een bedrag per zeevarende/shoreganger en per dag waarvoor sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer.
B. Bijdragen door de overheid 1. Voor de tegemoetkoming in de kosten voor een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde scheepsgezellen, radio-officieren en shoregangers, vermeld onder artikel 3, 6° worden de bijdragen in uitvoering van het Regeringsplan volgens de door de overheid bepaalde modaliteiten overgemaakt aan het Bedrijfsfonds.2. Voor de tegemoetkoming in de kosten voor een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde zeelieden en shoregangers, vermeld onder artikel 3, 7°, worden de bijdragen in uitvoering van het Regeringsplan volgens de door de overheid bepaalde modaliteiten overgemaakt aan het Bedrijfsfonds.
Art. 14.De bijdragen door de werkgever worden geïnd door het Bedrijfsfonds op dezelfde wijze als de extra-sociale bijdragen, zoals voorzien in de « onderrichtingen aan de rederijen » van de Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden.
Art. 15.Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, kan het bedrag van de bijdrage slechts worden gewijzigd bij een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. HOOFDSTUK V. - Begroting, rekeningen
Art. 16.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit af op 31 december.
Art. 17.Elk jaar wordt, tijdens de maand december, een begroting voor het volgend jaar opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd aan het paritair comité.
Art. 18.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten.
De raad van beheer, alsmede de krachtens artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid aangewezen revisoren of accountants, brengen jaarlijks een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.
De rekeningen van het afgelopen dienstjaar, alsook de in voorgaand lid vermelde schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens de maand april ter goedkeuring worden voorgelegd aan het paritair comité. HOOFDSTUK VI. - Uitkeringen en vergoedingen, rechthebbenden
Art. 19.De toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkomingen voorzien in artikel 3 van deze statuten, worden vastgelegd door de raad van beheer van het Bedrijfsfonds. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening
Art. 20.Het Bedrijfsfonds kan enkel worden ontbonden door een éénparige beslissing van het Paritair Comité voor de koopvaardij welke slechts van kracht wordt op het einde van het tweede semester dat volgt op dit waarin de beslissing is genomen. Op voorstel van de raad van beheer van het Bedrijfsfonds, wijst het paritair comité de vereffenaars aan, bepaalt hun machten, stelt hun beloning vast en duidt de bestemming van het vermogen aan. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepaling
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997, en kan door elk van de partijen worden opgezegd, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de koopvaardij en aan de ondertekenende partijen.
De termijn van twaalf maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité is toegestuurd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX