Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 december 2021
gepubliceerd op 03 februari 2022

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen met als activiteit sleepdiensten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021022477
pub.
03/02/2022
prom.
23/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen met als activiteit sleepdiensten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen met als activiteit sleepdiensten.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 december 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2021 Loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen met als activiteit sleepdiensten (Overeenkomst geregistreerd op 7 oktober 2021 onder het nummer 167414/CO/139)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart (nr. 139) ressorteren, met als activiteit sleepdiensten.

De bepalingen betreffende de arbeidsduur worden genomen in toepassing van de wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, artikel 38ter, de wet van 17 maart 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/1987 pub. 18/03/2010 numac 2010000131 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42.

De bemanningssterkte van 3 personen per schip wordt gegarandeerd : kapitein, werktuigkundige en stuurman of matroos.

Art. 2.Arbeidsduur en werksysteem De arbeidsduur, uitgezonderd de betaalde vakantie, wordt bepaald op 1 666 uren op jaarbasis wat een gemiddelde van 34,6074 uren per week betekent.

Verklarend : het jaar dat men meer dan 17 weken werkt, zal het meerdere boven de 17 weken uitbetaald worden aan het aantal uren x het uurloon + de 10 pct. systeemtoeslag, de aflosvergoeding en de gemiddelde zondagtoeslag (is het gezamenlijk totaal een toeslag van 25,31 pct.). Idem het jaar dat men 18 weken werkt, zal aan 18 weken uitbetaald worden. Hetgeen neerkomt op 1 698,66 gemiddeld over een periode van 3 jaar.

Het saldo van het kalenderjaar boven de 1 781,18 uren zal betaald worden aan overuren.

De arbeid wordt op basis van 3 weken georganiseerd met dien verstande dat gedurende 7 kalenderdagen aan boord wordt verbleven (prestatiedagen) en een aansluitende rustperiode van 14 kalenderdagen is voorzien.

Prestaties - 14 uurs schepen (blokboten) De prestatiedagen worden betaald aan 14 uur per dag. Deze 14 uur omvatten : - 12 uur arbeidstijd; - 2 bijkomende betaalde uren buiten arbeidstijd, waarvan 1 uur wordt beschouwd als een uur betaalde schafttijd.

Er wordt 12 uur per dag rust voorzien waarvan een aaneengesloten rustperiode (aan boord) van minimaal 8 uur + 3 uur wordt gewaarborgd op een veilige ligplaats. In de mate van de technische mogelijkheden zal de werkgever walspanning voorzien.

De loon- en arbeidsvoorwaarden voor de flexibele contracten met prestaties op jaarbasis worden toegelicht in artikel 16 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Prestaties - 24 uurs schepen De prestatiedagen worden betaald aan 14 uur per dag. Deze 14 uur omvatten : - 12 uur arbeidstijd; - 2 bijkomende betaalde uren buiten arbeidstijd, waarvan 1 uur wordt beschouwd als een uur betaalde schafttijd.

Art. 3.Verloning werksysteem De verloning in het werksysteem, 1 week prestatie en 2 weken rust, wordt forfaitair bepaald op een bruto-voorschot. Het bruto-voorschot wordt bepaald door het verwacht jaarinkomen bij voltijdse effectieve prestaties te delen door 12.

Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de vergoeding voor de wettelijke en regionale feestdagen, de wettelijke gepresteerde feestdagen, overuren en sociaal abonnement.

De bestaande vergoedingen, zondagtoeslag, aflosvergoeding en systeemtoeslag zijn geïntegreerd in een lumpsum en niet per gebeuren opeisbaar.

In de lumpsum is 1 uur voorzien als overdracht van de vertrekkende ploeg en zij zal deze tijd gebruiken om de overdracht en de checklist ordentelijk af te werken.

Overuren (plus systeemtoeslag) moeten worden betaald wanneer, in uitzonderlijke omstandigheden waarin dergelijke overschrijding van de maximale arbeidsduurgrenzen wordt toegestaan door de arbeidswetgeving, op een dag meer dan 12 uur effectieve arbeid wordt verricht. 3.1. Het gegarandeerde rustblok voor 14 uurs boten Het gegarandeerde rustblok (8 uur) mag alleen omwille van onvoorziene omstandigheden en/of overmacht (Wijzigingen in de operationele keten die buiten de invloedsfeer van de werkgever vallen) onderbroken of verschoven worden. Alleen dringende omstandigheden kunnen het gegarandeerd rustblok doorbreken of verschuiven.

Indien het ingeroosterde rustblok (van minimaal 8 uur) door onvoorziene omstandigheden en/of overmacht onderbroken of verschoven worden, zullen deze uren vergoed worden als overuren.

Deze gepresteerde uren worden eveneens terug als rust gegeven, aansluitend aan het onderbroken rustblok en ten laatste voor het volgend rustblok. Indien de inhaalrust echter niet zou kunnen gegeven worden, zal deze extra vergoed worden aan 100 pct. van het uurloon.

Deze regel is uitzonderlijk en zal na overleg met de werkleider en mits akkoord van de kapitein van de sleepboot toegepast worden. Bij onderbreking van de rustblokken geeft elk aangevangen uur recht op één volledig uur te compenseren rust. 3.2. In promotie varen Bij werknemers die gevraagd worden om in promotie te varen, zal er rekening gehouden worden met de rustblokken. De prestatie in promotie zal vergoed worden aan het loon en de lumpsum, vermeerderd met 1/7 per prestatie dag van het normale loon in eigen functie. 3.3. Varen tijdens uur van overgave van de sleepboot Wanneer men nog vaart na het uur van de aflos (dat bepaald is in de sector), zal het uur dat voorzien is voor de overgave van de sleepboot, vergoed worden als overwerk. Het uur van overgave van de sleepboot wordt dan ook achteruitgeschoven. 3.4. Rusttijd 14 uurs schepen (blok boten) Naast de minimaal 8 uur ononderbroken rust wordt 3 uur rusttijd waarvan minimaal 2 uur ononderbroken plus 1 uur binnen de MLC-wetgeving, op een veilige rustplaats voorzien. De planning van deze uren gebeurt door de werkleiders en in overleg met de kapitein.

Indien één van de hierboven vermelde uren niet genomen kunnen worden in het werkblok dan zal er overurentoeslag betaald worden. 24 uurs schepen (12 op -12 af).

De rusttijd wordt genomen, thuis of op logies Naast de ononderbroken rust, wordt er voorzien in een schafttijd van 1 uur tijdens de arbeidstijd. De planning van dit betaald schaftuur gebeurt door de werkleiders en in overleg met de kapitein. Ingeval de schaft niet genomen kan worden in het werkblok dan zal er een overurentoeslag betaald worden. 3.5. Dagtaak In het kader van de bevordering van de duurzame mobiliteit kunnen aflosuren optimaal afgesproken worden. 3.6. Zomeruur en winteruur Aan de werknemers die bij de omschakeling van het winteruur naar het zomeruur in hun gepresteerde uren zijn, zal er het loon uitbetaald worden van een normale wacht. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van 8 uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon.

Aan de werknemers die bij de omschakeling van het zomeruur naar het winteruur in hun gepresteerde uren zijn, zal één uur aan 100 pct. extra uitbetaald worden. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van 8 uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon. 3.7. Schaftuur Het schaftuur wordt genoteerd als er geen effectieve vaartijd voor minimum 1 uur wordt geregistreerd in een venster van 5 uren vanaf het einde van het 3de ononderbroken werkuur. Indien dit venster van 5 uren wordt onderbroken door de rust sluit dit venster tijdelijk bij aanvang en heropend het venster erna voor resterende uren.

Art. 4.Basislonen In geval van indexering (zowel positief als negatief) zullen de basislonen effectief verhoogd/verlaagd worden met 0,79 pct. Basisloon is uurloon maal 138,8333 uur.

De volgende bruto basislonen zijn met ingang van 1 juli 2020 van toepassing :

Capitaine

3 459,75 EUR

Kapitein

3 459,75 EUR

Timonier

2 978,25 EUR

Stuurman

2 978,25 EUR

Mécanicien

3 294,44 EUR

Werktuigkundige

3 294,44 EUR

Assistant-mécanicien

2 860,90 EUR

Ass. Werktuigkundige

2 860,90 EUR

1er matelot

2 778,50 EUR

1ste matroos

2 778,50 EUR

2ème matelot A

2 675,32 EUR

2de matroos A

2 675,32 EUR

Stagiaire

1 517,95 EUR

Trainee

1 517,95 EUR


Het referte-indexcijfer wordt ingedeeld in schijven van 0,79 punten en geeft aanleiding tot verhoging of verlaging met 0,79 pct. van het basisloon berekend op 138,8333 uren, indien het referte-indexcijfer zich in een hogere of lagere schijf bevindt.

Referte-indexschijven

Laagste grens

Hoogste grens

Limite inférieure

Limite supérieure

106,80

107,58

106,80

107,58

107,59

108,37

107,59

108,37

108,38

109,16

108,38

109,16


Art. 5.Reëel basismaandloon 5.1. Reëel loon De werkelijke lonen zijn berekend op 1 666 maal het uurloon en gedeeld door 12 maanden vanaf 1 juli 2020 op basis indexschijf 107,59 - 108,37.

Uurloon/Salaire horaire

Reëel loon/Salaire réel

Kapitein/Capitaine

24,9202 EUR

3 459,75 EUR

Stuurman/Timonier

21,4520 EUR

2 978,25 EUR

Werktuigkundige/Mécanicien

23,7295 EUR

3 294,44 EUR

Assistent-werktuigkundige/ Assistant-mécanicien

20,6067 EUR

2 860,90 EUR

1ste matroos/1er matelot

20,0132 EUR

2 778,50 EUR

2de matroos A/2ème matelot A

19,2700 EUR

2 675,32 EUR

Trainee/Stagiaire

10,9336 EUR

1 517,95 EUR


5.2. Lumpsum (aan de indexschijf 1 juli 2020 op basis indexschijf 107,59 - 108,37) De lumpsum omvat een forfait voor systeemtoeslag, aflosvergoeding en zondag toeslag. De werkelijke lumpsum is berekend volgens de in artikel 7, 7.1., 7.4. en 7.5. weergegeven berekening. Op 1 december 2020 zijn de volgende bedragen van toepassing :

Kapitein/Capitaine

875,53 EUR

Stuurman/Timonier

753,68 EUR

Werktuigkundige/Mécanicien

833,69 EUR

Assistent-werktuigkundige/Assistant-mécanicien

723,98 EUR

1ste matroos/1er matelot

703,13 EUR

2de matroos A/2ème matelot A

677,02 EUR

Trainee/Stagiaire

384,14 EUR


Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de gepresteerde wettelijke feestdagen, overuren en sociaal abonnement. 5.3. Extralegaal pensioen Het extralegaal pensioen is voorzien door de desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart.

Art. 6.Bevordering en brevettenreglementering Bij elke bevordering, zal voor de bevorderde werknemer de verplichting ontstaan om te varen in één lagere graad. - Kapitein; stuurman; - Stuurman; matroos; - Werktuigkundige; assistent-werktuigkundige.

De werknemer behoudt het loon van de hogere graad. Deze bepalingen gelden enkel voor de eerste drie jaren na ingangsdatum van de bevordering.

Voor "no boat" personeel kan de aflosdag, boot en sector verschillend zijn. Dit zal ten laatste op de vrijdag voorafgaand aan de prestatieweek worden meegedeeld.

De werknemers die door de werkgever aangeworven worden in de functie van werktuigkundige, zullen over en door de werkgever vereiste opleiding en brevetten dienen te beschikken. Deze werknemers zullen als boventallig bemanningslid aan boord opleiding krijgen, zoals bepaald door de werkgever gedurende een bepaald aantal wachten en minimum betaald als trainee. Na deze opleiding zullen betrokken werknemers onmiddellijk inzetbaar zijn als werktuigkundige. De werknemers-matrozen kunnen na het behalen van de in de ondernemingsraad reeds vastgestelde brevetten en na evaluatie, de functie van stuurman bekomen.

Nieuwe bijkomende personeelsleden (boventallig aan boord) kunnen gedurende gans de periode aan boord als 4de man vergoed worden als trainee.

De overgang van 2de matroos naar is de matroos gebeurt na 1 jaar als 2de matroos (IBO-periodes uitgezonderd).

Promotie van afloskapitein Een medewerker die na schriftelijke benoeming twee jaar gefunctioneerd heeft als afloskapitein zal na genoemde periode gepromoveerd worden in de rang van kapitein. Met dien verstande dat hij/zij niet kan eisen dat hij/zij ook ingezet zal worden in de rang van kapitein aan boord.

Deze promotie is administratief en financieel en staat dus los van het definitief voeren van het commando op een schip.

Art. 7.Vergoedingen 7.1. Systeemvergoeding Voor het arbeidssysteem in deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een toeslag van 10 pct. van het reëel maandloon betaald (lumpsum). 7.2. Regionale (Vlaamse) feestdag Voor de Vlaamse Feestdag van 11 juli wordt aan iedere werknemer bijkomend 8 uren uitbetaald bij het einde van de maand waarin deze feestdag valt. 7.3. Vergoeding voor wettelijke feestdagen Voor de volgende feestdagen zal er aan de werknemers acht uren uitbetaald worden in de maand waarin de feestdag valt : 1 januari, Pasen, 1 mei, O.L.H. Hemelvaart, Pinksteren, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. 7.4. Aflosvergoeding Op basis van het aantal aflosdagen dat op jaarbasis 17 bedraagt, wordt het uurloon gedeeld door 12 maanden en is gelijk aan 1,4167 uur per maand (lumpsum). 7.5. Zondagtoeslag De volgende berekening wordt gehandhaafd voor de zondagtoeslag : 17 zondagen van 14 uren op 52 weken is gelijk aan 17 zondagen op jaarbasis, aan 14 uren per zondag per jaar gedeeld door 12 maanden en is gelijk aan 19,8333 per maand (lumpsum). 7.6. Verblijfsvergoeding Er zal een verblijfsvergoeding worden toegekend als compensatie voor de tijd en kosten aan boord waarvoor er geen prestaties worden verricht. Deze vergoeding van 8 EUR (kosten eigen aan de werkgever) zal voor elke prestatie van minimaal 12 uur aan boord worden toegekend. 7.7. Arbeid op wettelijke feestdagen Op de wettelijke feestdagen, worden de werkelijke aanwezig geplande uren uitbetaald met de maandafrekening. 1. Voor de wettelijke feestdagen, met uitzondering van 11 juli zal er tijdens prestaties op deze dagen een supplement uitbetaald worden. Wanneer de wettelijke feestdag echter op een zondag valt, zal de maandag volgend op de feestdag beschouwd worden als een feestdag voor de berekening van de prestatie-uren. 2. Wanneer de werknemer niet aflost op een feestdag zal hij 14 prestatie-uren als supplement vergoed krijgen.3. Wanneer de werknemer wel aflost op een feestdag, zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen 0:00 uur en aflos, min de geplande rust, die in de periode tussen 0:00 uur en de aflos worden genomen.4. Wanneer de werknemer opkomt op een feestdag, zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen opkomst en 24 uur, min de geplande rust die in de periode tussen 24 uur en de aflos worden genomen.5. Bij overstappen of promotievaren zal er altijd een supplement uitbetaald worden pro rata de functie en uren. 7.8. Verplaatsingsvergoeding Alle werknemers die in aanmerking komen voor de wetgeving op het sociaal abonnement bekomen deze vastgestelde vergoeding, ongeacht of zij het abonnement kopen of niet.

Per week effectieve prestatie zal de tussenkomst bij het sociaal abonnement a rato van 1 weekabonnement worden uitgekeerd en berekend tot de aflospunten.

Wanneer werknemers zich verplaatsen met hun eigen wagen en dit op verzoek van de werkgever, wordt een vergoeding van 0,3542 EUR/km betaald. Deze vergoeding zal jaarlijks aangepast worden telkens in de maand juli, de eerstvolgende aanpassing is op 1 juli 2021.

Wanneer een werknemer buiten zijn normale aflosdag moet opkomen of verplicht door de werkgever moet afgaan en met eigen vervoer is opgekomen, zal het vervoer naar zijn voertuig geregeld worden en ten laste vallen van de werkgever. 7.9. Logies - maaltijden De werkgever draagt zorg voor de volledige aanlevering van maaltijden, linnengoed en onderhoudsproducten. De organisatie loopt samen met de ploegwisseling.

Voor het beschikken over logies en maaltijden aan boord zal een bedrag van 2,48 EUR per effectief gepresteerde dag als voordeel in natura worden aangegeven per werknemer. Het budget voor voeding bedraagt vanaf 1 januari 2021 17,59 EUR per persoon. De eventuele stijging zal jaarlijks plaatsvinden en is gekoppeld aan de consumptieprijsindex voor voedingsproducten van de maand december zoals gepubliceerd door de FOD. Consumptieprijsindex groep voedingsproducten

Jaar Année

Basisindexcijfer/ maand december Indice de base/ mois de décembre

Stijgingspercentage Pourcentage d'augmentation

Voedingsbudget - Budget alimentation

2018

107,52

101,56 pct./p.c.

17,27

Voedingsbudget 2019/ Budget alimentation 2019

2019

108

100,45 pct./p.c.

17,35

Voedingsbudget 2020/ Budget alimentation 2020

2020

109,49

101,38 pct./p.c.

17,59

Voedingsbudget 2021/ Budget alimentation 2021


7.10. Vergoeding bij schipbreuk of scheepsongeval In geval van schipbreuk, brand aan boord of elk ander geval van overmacht, zal de werknemer schadeloos worden gesteld voor alle verlies van persoonlijk goed, behalve wanneer dat verlies voortvloeit uit een bedrog, zware fout of een nalatigheid van de werknemer. 7.11. Onkosten voor opleidingen Onkosten voortvloeiend uit de organisatie van de door de werkgever ingerichte opleidingen tot het verkrijgen van de vereiste brevetten, vallen ten laste van de werkgever. Voor dezelfde opleiding kan de werkgever dit beperken tot twee keer deelname aan de cursus. Het aantal uren opleiding, de vervoerskosten alsook logies bij meerdere aaneengesloten dagen zijn ten laste van de werkgever. 7.12. Wasvergoeding Per gepresteerde dag waarvoor de werkgever niet voorziet in het onderhoud van de werkkledij zal er een wasvergoeding van 0,6197 EUR worden toegekend. 7.13. Vergoeding medisch onderzoek Wanneer de werknemer zich buiten de werkuren naar de externe dienst voor preventie en bescherming begeeft voor een persoonlijk medisch onderzoek zal er een vergoeding van 3 uren worden toegekend en de verplaatsingskosten.

Art. 8.Niet-recurrente resultaat gebonden voordelen De toekenning zal worden geregeld door een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.Eindejaarspremie Er zal op het einde van elk jaar een eindejaarspremie worden toegekend, behalve in geval van ontslag om dringende redenen door de werkgever.

Om in aanmerking te komen moet men minstens 407 gewerkte uren (niet opeenvolgend) van het desbetreffende dienstjaar in dienst zijn geweest. Bij volledige prestaties gedurende het refertejaar bedraagt de eindejaarspremie 153,3721 uur.

De op rust gestelde arbeiders (pensioen) van het afgelopen jaar hebben recht op een pro rata premie.

In geval van overlijden van de werknemer wordt de volledige premie uitgekeerd aan de weduwe of de wettelijke erfgenamen.

Periodes van ziekte of arbeidsongeval worden voor een maximum van 12 maanden gelijkgesteld met tewerkstelling.

Wijze van berekening van de eindejaarspremie :

Van 407 gewerkte uren en tot 1 jaar dienst/De 407 heures travaillées à 1 an de service

75 pct./p.c.

Van 1 jaar tot 2 jaar dienst/De 1 à 2 ans de service

85 pct./p.c.

Van 2 jaar tot 3 jaar dienst/De 2 à 3 ans de service

95 pct./p.c.

Méér dan 3 jaar dienst/Plus de 3 ans de service

100 pct./p.c.

De procenten worden berekend op basis van 153,3721 maal het uurloon van de maand december van het betreffende jaar, dit wil zeggen zonder toeslag van systeemtoeslag of andere premies die bij het loon kunnen gevoegd worden. Overwerk is eveneens uitgezonderd.

De werknemers die op het ogenblik van de uitbetaling nog geen volledig jaar dienst hebben, bekomen deze premie pro rata temporis per volledige maand.

Wanneer een werknemer in vast dienstverband treedt, telt de diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde duur voor de berekening van de anciënniteit.

Art. 10.Afscheidspremie Bij het op SWT en/of op pensioen gaan van de werknemer wordt hem een afscheidspremie betaald (in toepassing van het koninklijk besluit van 28 november 1969 - artikel 19, § 2, 14, c) : Deze premie bedraagt : - 105 EUR indien minimum 1 en maximum 15 jaar anciënniteit; - 105 EUR + 35 EUR per jaar anciënniteit boven de 15 jaar met een maximum van 875 EUR. Onder "dienstjaar" wordt iedere periode van 12 maanden verstaan tussen de datum van indiensttreding en datum van op pensioen gaan.

Art. 11.Anciënniteitverlof Het anciënniteitverlof bedraagt één dag per vijf jaar. De werknemers van de havensleepdiensten krijgen 14 uur per dag. Vanaf 30 jaar dienst wordt één bijkomende dag toegekend.

De werknemer kan jaarlijks vóór 15 januari een keuze maken tussen opname van anciënniteitverlof of de uitbetaling ervan of een combinatie van beide. Indien de werknemer kiest voor uitbetaling, dan zal deze premie betaald worden in de maand december.

De 10 pct. shiftvergoeding vervalt voor deze prestatie dag, ongeacht of deze anciënniteitwacht genomen wordt op een weekdag of zon- of feestdag. De zondagtoeslag wordt enkel toegekend indien deze anciënniteitwacht op een zondag of feestdag valt. De aflosvergoeding is inbegrepen bij de opname van anciënniteitverlof.

Wanneer de werknemer opteert voor de gehele of gedeeltelijke uitbetaling van het anciënniteitverlof, dan wordt dit berekend op basis van het in de maand december geldend uurloon, zonder enige toeslag, vermits deze reeds zijn toegekend op het ogenblik van prestatie.

De administratieve afhandeling zal dus als volgt gebeuren : - opname van een anciënniteitwacht op een weekdag : basisloon (14 uren) + lumpsum minus shiftvergoeding 10 pct.; - opname van een anciënniteitwacht op een zon- of feestdag : basisloon (14 uren) + lumpsum minus shiftvergoeding 10 pct. en op zon- en feestdagen 14 uren zondag toeslag; - uitbetaling van een anciënniteitwacht in december : basisloon (14 uren).

Wanneer de werknemer in vast dienstverband treedt, telt de ononderbroken diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde duur mee voor de berekening van de anciënniteit.

Art. 12.Gewaarborgd week- en maandloon en verhoging plafond arbeidsongevallen De werknemers hebben recht op gewaarborgd week- en maandloon zoals bepaald in de algemene wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.

Het gewaarborgd week- en maandloon wordt berekend op basis van het loon waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken indien hij normaal had gewerkt tijdens die periode.

De afwezigheid die aanleiding geeft tot gewaarborgd loon, wordt verondersteld te liggen tussen 00.00 uur en 24.00 uur.

De periode van ziekte en arbeidsongeval gaat steeds in op de aanvangsdatum vermeld op het dokterscertificaat.

In geval van arbeidsongeval genieten de werknemers de volwaardige toepassing van de wetgeving ter zake.

De werkgever garandeert boven de wettelijke verplichting, nog een supplementaire som van 1 239,47 EUR boven het plafond.

Art. 13.Jaarlijkse vakantie Het jaarlijks verlof is in het werksysteem ingeroosterd.

Art. 14.Klein verlet De werknemers mogen voor de wettelijke voorziene gelegenheden afwezig zijn met behoud van loon. Onder "dagen" wordt in dit kader verstaan : de prestatiedagen betaald aan 14 uur per dag.

Art. 15.Familiaal verlof De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake het familiaal verlof. Er zal geen loon uitbetaald worden, maar deze dagen zijn gelijkgesteld voor RSZ.

Art. 16.Nieuwe contracten van bepaalde en onbepaalde duur De loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers met een contract van bepaalde duur zullen gelijk zijn aan deze met een contract van onbepaalde duur.

Wanneer een werknemer na een contract voor bepaalde duur in vast dienstverband treedt, komt de ononderbroken werktijd gepresteerd met een contract van bepaalde duur, in aanmerking als diensttijd voor de berekening van de anciënniteit in de onderneming.

Vanaf 1 januari 2018 bedraagt de arbeidsduur 1 666 uur die op jaarbasis moet worden gerespecteerd (annualisering van de arbeidstijd - wet van 17 maart 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/1987 pub. 18/03/2010 numac 2010000131 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42). De eerste bijkomende 115,18 gepresteerde uren op jaarbasis worden niet als overuren beschouwd. Met uitzondering van de overuren die binnen de planning vallen. Het saldo ingevolge prestaties boven de grens van 1 781,18 uur zal in december betaald worden en telt niet mee voor de berekening van de eindejaarspremie.

Het saldo van het kalenderjaar boven de 1 781,18 uren zal betaald worden aan overuren.

Art. 17.Rangverlaging In geval van rangverlaging behoudt men zijn loon van de hogere functie gedurende het aantal maanden overeenkomend met het aantal jaren dienst in die functie, uitgezonderd indien men ingevolge de STCW 95-regeling verplicht wordt om in lagere rang te varen.

Art. 18.Aangepaste functie Iedere werknemer die minstens 25 jaar dienst in de firma heeft en om medische redenen niet langer geschikt is om zijn functie uit te oefenen, zal een aangepaste functie aangeboden krijgen overeenkomstig de regels van het ARAB (Codex voor Welzijn). De werknemer behoudt de eindejaarspremie in de hoogste functie.

Werknemers die, ingevolge een ongeval opgelopen in dienst van de onderneming, hun functie niet meer kunnen uitoefenen, krijgen eveneens een andere werkgelegenheid aangeboden overeenkomstig de regels van het ARAB (Codex voor Welzijn) zonder dat ze daarom 25 jaar in dienst moeten zijn. Ze behouden eveneens de hoogste eindejaarspremie.

Art. 19.Hospitalisatieverzekering De werkgever voorziet en draagt de kosten voor een standaard-hospitalisatieverzekering van de werknemer.

Art. 20.Aanvullende vergoeding bij ziekte 20.1. Definities 20.1.1. Varende : het arbeiderspersoneel van de sleepdiensten ressorterend onder het Paritair Comité van de binnenvaart (PC 139). 20.1.2. Ziekte : elke ziekte waarvan de duur 1 maand overschrijdt. De zwangerschapsrust en profylactisch verlof worden in dit kader niet als ziekte beschouwd voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 20.1.3. Dag : elke dag waarvoor een ziekte-uitkering wordt betaald door de mutualiteit. 20.2. Praktische uitvoering van de aanvullende vergoeding bij ziekte 20.2.1. Vanaf de eerste dag na het gewaarborgd maandloon wordt een aanvullende vergoeding betaald van 27 EUR bruto per dag (dagen vergoed door de mutualiteit) boven op de ziekteuitkering. Voor de periode vanaf de eerste dag na gewaarborgd maandloon tot en met de laatste dag van de 12de maand ziekte. 20.2.2. Voor medewerkers met een deeltijds overeenkomst dan wel een schorsing geldt dat zij naar rato recht hebben op de in artikel 20.2.1. genoemde aanvullende vergoeding. 20.2.3. Vanaf 1 januari 2021 is deze aanvullende vergoeding geïndexeerd op basis van indexschijf 107,59 - 108,37.

Art. 21.IPA en loononderhandelingen De partijen verbinden zich ertoe om telkens de IPA-akkoorden te bespreken van zodra deze op nationaal niveau zijn ondertekend en de sociale vrede te bewaren.

Art. 22.Specifieke clausule Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Art. 23.Duurtijd en opzegging Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2018, met registratienummer 149880/CO/139.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2021. Gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan één van de partijen, bij een met reden omkleed aangetekend schrijven aan de andere partij, de opzegging betekenen met een opzeggingstermijn van 6 maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^