Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 december 2003
gepubliceerd op 19 februari 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202234
pub.
19/02/2004
prom.
23/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/23/2003202234/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001 Tewerkstelling en de vorming van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 18 mei 2001 onder het nummer 57225/CO/130) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf. HOOFDSTUK II. - Maatregelen ten voordele van de risicogroepen

Art. 2.Overeenkomstig afdeling VI, onderafdeling 1. - "Inspanning ten voordele van de werklozen" van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) en in uitvoering van de artikelen 2, 3 en 4 van de sectorale conventie voor vorming en tewerkstelling voor de periode 2001-2002 van 19 april 2001, zullen de inspanningen ten gunste van de risicogroepen als volgt worden voortgezet : - het heffen van een bijdrage van 0,10 pct. van de loonmassa in 2001 en 2002; en - het heffen van een bijkomende bijdrage van 0,05 pct. van de loonmassa die overeenstemt met de periode van 2001-2002. Deze bijkomende bijdrage zal meer in het bijzonder worden bestemd voor opleiding en herinschakeling van de werknemers binnen de grafische sector, die ouder dan 45 jaar of gehandicapt zijn.

Art. 3.De "risicogroepen" waarvan sprake in artikel 2 zijn de werkzoekenden die geen universitair diploma hebben en de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf.

Art. 4.In uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst 2001-2002 van 19 april 2001, wordt een niet-recurrente bijdrage geïnd van 0,05 pct. van de loonmassa in 2001 en 2002 voor de financiering van de studie van een analytische methode van de classificatie van de functies, van een imagocampagne ten voordele van de sector, acties met betrekking tot het milieu en andere dossiers die van belang worden geacht voor de bedrijfstak.

De sociale partners belasten de v.z.w. FOGRA met het beheer van de middelen die voortspruiten uit deze bijdrage.

Art. 5.Teneinde de initiatieven vermeld in de artikelen 2 en 4 te financieren, zullen de in artikel 1 bedoelde ondernemingen worden vrijgesteld van de bijdrage van 0,10 pct. van de brutolonen in 2001 en 2002 aan het "Tewerkstellingsfonds".

Deze bijdrage aan het "Tewerkstellingsfonds" wordt vervangen door een bijkomende trimestriële bijdrage aan het "Bijzonder Fonds voor het grafische en dagbladbedrijf", die gelijk is aan 0,10 pct. van de brutolonen in 2001 en 2002. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 6.De raad van beheer van het bijzonder fonds zal de uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen voorzien in deze overeenkomst vastleggen en toezien op de correcte uitvoering ervan.

Art. 7.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en blijft van toepassing tot en met 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^