gepubliceerd op 20 januari 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten
23 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 39bis , ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001;
Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de statuten van het militair personeel, inzonderheid op de artikelen 73 tot 78, 80, 84, 85, 93, 126, 127, 130 en 132;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, inzonderheid op de artikelen 44 en 45, § 1;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat er geen enkele rechtsonzekerheid mag bestaan inzake de bevordering van de hoofdonderofficieren die zou worden veroorzaakt door het feit dat de wet van 22 maart 2001 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de statuten van het militair personeel, de noties « korps en specialiteit » ter vervanging van de notie « ambtengroep » voor de onderofficieren invoert, terwijl voor de ministeriële besluiten nu enkel de notie « ambtengroep » wordt gebruikt;
Overwegende dat er geen enkele dubbelzinnigheid inzake de begrippen « korps en specialiteit » en de statutaire toepassing ervan mag bestaan en dat een goed beheer het noodzakelijk maakt elk mogelijk geschil tijdig te voorkomen;
Overwegende dat om redenen te wijten aan de inplaatsstelling van de nieuwe eenheidsstructuur van de krijgsmacht, het noodzakelijk is gebleken het bevorderingscomité voor de graad van adjudant-majoor, oorspronkelijk gepland voor 2002, uit te stellen tot februari 2003, dat op basis van de overgangsbepaling van artikel 44 van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Landsverdediging en tot vaststelling van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, dit bevorderingscomité slechts in 2002 kan worden georganiseerd en dat de bevordering van de hoofdonderofficieren om deze redenen geenszins mag worden vertraagd;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 44 van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « in 2002 » vervangen door de woorden « in 2003 »;2° in § 1, eerste en vierde lid, worden de woorden « voor 31 december 2001 » geschrapt;3° in § 1, vierde lid, worden de woorden « de chef van de generale staf » vervangen door de woorden « de chef defensie »;4° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Van zodra de benaming « ambtengroep » gewijzigd is in de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, past het de notie « korps, in voorkomend geval specialiteit » in overweging te nemen telkens als de notie « ambtengroep » wordt gebruikt inzake bevorderingscomité voor de graad van adjudant-majoor. »
Art. 2.In artikel 45, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden « een opperofficier van de landmacht » vervangen door de woorden « een opperofficier »;2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « een opperofficier van de luchtmacht » vervangen door de woorden « een opperofficier »;3° in het eerste lid, 3°, worden de woorden « een opperofficier van de marine » vervangen door de woorden « een opperofficier »;4° in het eerste lid, 4°, worden de woorden « een opperofficier van de medische dienst » vervangen door de woorden « een opperofficier »;5° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 31 december 2002.
Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 december 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT