23 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de geldelijke bepalingen ten voordele van sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor Normalisatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 20 september 1945 betreffende de normalisatie, verlengd bij de besluitwet van 28 februari 1947;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 juli 1958 tot goedkeuring van de omwerking der statuten van het Belgisch Instituut voor Normalisatie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 mei 1969 en 10 april 1973;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3° en 4°, en artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1976 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 april 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor Normalisatie titularis kunnen zijn;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 december 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 19 december 1997;

Gelet op het protocol CS IV/P 50 van 4 februari 1998 van sectorcomité IV;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak om de administratieve loopbaan van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden, op dezelfde wijze aan te passen als die van de ambtenaren die titularis zijn van gemene graden;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Aan de afgeschafte graad van hoofdinspecteur-directeur (rang 13) wordt de volgende weddenschaal verbonden : 1.357.137 - 1.944.856 11/2 x 53.129 (Kl. 24 j. - N.1 - Gr. B)

Art. 2.De wedde van de ambtenaren die opjanuari 1994 ambtshalve benoemd werden in een gemene graad vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 april 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor Normalisatie, wordt vastgesteld in de weddenschaal die in de hierbijgevoegde tabel met de weddenschaal van de opgerichte graad overeenstemt.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1997, met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 12 juni 1974 tot vaststelling van de weddenschalen van het personeel van het Belgisch Instituut voor Normalisatie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 september 1976 en 29 maart 1995, wordt opgeheven.

Art. 5.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 23 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO

Bijlage Conversietabel van de geschrapte graden en de eraan verbonden weddenschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit 23 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO