Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 oktober 2010
gepubliceerd op 06 december 2010

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2010022473
pub.
06/12/2010
prom.
22/10/2010
ELI
eli/besluit/2010/10/22/2010022473/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 OKTOBER 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 23, §2, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999, 22 augustus 2002, 13 juli 2006 en 23 december 2009 en bij het Koninklijk Besluit van 25 april 1997, op artikel 34, 7°, 7°ter, 7°quater, en ook 7°quinquies en 7°sexies, welke werden ingevoegd bij de wet van 23 december 2009, en op artikel 37, § 6bis, eveneens ingevoegd bij de wet van 23 december 2009;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, gewijzigd bij de Koninklijke Besluiten van 10 mei 1996, 28 januari 1999, 26 april 1999, 22 november 1999, 11 december 2001, 15 april 2002, 10 maart 2003 en 25 april 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten;

Gelet op het advies van het College van Geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 1 april 2009;

Gelet op het advies van de Raad voor Advies inzake Revalidatie, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 9 april 2009;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 1 april 2009;

Gelet op het advies van het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 6 april 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 mei 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 6 juli 2009;

Gelet op advies 47.196/1 van de Raad van State, gegeven op 1 oktober 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van onze minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met maatschappelijke integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1996, worden de woorden « en IV » vervangen door de woorden « IV, V en VI ».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 april 2002, worden de woorden « en II » vervangen door de woorden « II en V ».

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1996 en 15 april 2002, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De waarde van de vermenigvuldigingsfactor R, zoals bedoeld in dit besluit, wordt vastgesteld door het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Behalve indien het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging de eerder vastgestelde waarde aanpast, wordt de waarde van de vermenigvuldigingsfactor R geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. »

Art. 4.Artikel 4bis, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 mei 1996 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 december 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het bedrag van de honoraria voor de in § 1 vermelde prestaties wordt, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

De eerste maal dat deze bepaling wordt toegepast, zal evenwel rekening worden gehouden met het verschil tussen enerzijds de spilindex waaraan voormelde honoraria sinds hun laatste aanpassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit gekoppeld zijn en anderzijds de waarde van het gezondheidsindexcijfer zoals bedoeld in de artikelen 1 en 2 van voormeld koninklijk besluit van 8 december 1997. »

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt er na artikel 7 een artikel 7bis ingevoegd dat als volgt luidt : «

Art. 7bis.Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de prestaties opgenomen in de hoofdstukken V en VI bedraagt 100 pct. van de prijs die met de bedoelde prestaties overeenstemt ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt er na artikel 7bis een artikel 7ter ingevoegd dat als volgt luidt : «

Art. 7ter.Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de prestaties opgenomen in hoofdstuk VI van de bijlage bedraagt : a) 83,83 EUR, btw inbegrepen, voor de prestatie 794113 b) 28 EUR, btw inbegrepen, voor de prestaties 794135, 794150, 794216 en 794231 c) 75 EUR, btw inbegrepen, voor de prestatie 794172 d) 61,67 EUR, btw inbegrepen, voor de prestatie 794194 » Art.7. In de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, wordt punt A van hoofdstuk I vervangen door de volgende bepalingen : « A. Diëtetiekverstrekkingen 794010 Individuele diëtistische evaluatie en/of interventie (zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwaliteitsvereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de diëtist door een arts kan worden belast) voor de rechthebbende die een zorgtrajectcontract heeft gesloten (namelijk een samenwerkingscontract dat is ondertekend in het kader van de zorgtrajecten zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het Koninklijk Besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten), met een minimumduur van 30 minuten . . . . . R 17.5 771131 Individuele diëtistische evaluatie en/of interventie (zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwaliteitsvereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de diëtist door een arts kan worden belast), voor de rechthebbende die geen zorgtrajectcontract heeft ondertekend, maar die houder is van een Diabetespas, met een minimumduur van 30 minuten . . . . . R 17,5 1. Een verzekeringstegemoetkoming in de prestatie 794010 mag worden verleend voor elke rechthebbende bedoeld in artikel 3, 1° en 2° van het Koninklijk Besluit van 21 januari 2009 die een zorgtrajectcontract heeft gesloten, op voorwaarde dat : - de prestatie voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de rechthebbende heeft getekend en die de precieze doelstellingen van de voorgeschreven diëtistische prestaties bepaalt;het voorschrift vermeldt dat het gaat om een voorschrift in het kader van de zorgtrajecten. De prestatie kan eventueel ook worden voorgeschreven door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende; - de diëtist voor de patiënt een voedingsdossier bijhoudt met informatie over zijn huidige voedingsgewoonten, de voorgestelde aanpassingen, de afgesproken therapeutische doelen en de resultaten; - de diëtist jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de huisarts. 2. Een verzekeringstegemoetkoming in de prestatie 771131 mag worden verleend voor elke aan diabetes lijdende rechthebbende op voorwaarde dat : - de prestatie voorgeschreven wordt door de huisarts of door de behandelende geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde of in de endocrino-diabetologie of in de pediatrie; - de rechthebbende houder is van een Diabetespas, zoals omschreven in punt C van dit artikel, en dat daarin de concrete behandelingsdoelen waarbij diëtetiek belangrijk is (gewicht, lipidemie) door de voorschrijvende arts zijn vermeld; - de diëtist de datum van zijn prestaties in de Diabetespas inschrijft; - de diëtist voor de patiënt een voedingsdossier bijhoudt met informatie over zijn huidige voedingsgewoonten, de voorgestelde aanpassingen, de onderwerpen waarover educatie werd gegeven, de afgesproken therapeutische doelen en de resultaten; - de diëtist jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de voorschrijvende arts. 3. Bovenvermelde verzekeringstegemoetkoming in de diëtistische prestaties is beperkt tot twee prestaties per kalenderjaar voor alle prestaties 794010 en 771131 samen, behalve voor de patiënten die een zorgtrajectcontract hebben gesloten en die lijden aan chronische nierinsufficiëntie en zich in stadium 4 (3 prestaties per kalenderjaar) of stadium 5 (4 prestaties per kalenderjaar) bevinden. De voorschrijvende geneesheer bewaart in het globaal medisch dossier van de rechthebbende de elementen die aantonen dat werd voldaan aan de voorwaarden inzake het aantal voorgeschreven vergoedbare prestaties.

Op dezelfde dag mogen twee diëtistische prestaties plaatsvinden; in dat geval bedraagt de minimumduur 60 minuten.

Er is geen verzekeringstegemoetkoming verschuldigd : - voor prestaties gedurende een hospitalisatie; - als de rechthebbende in een ander reglementair of conventioneel kader reeds verstrekkingen geniet die diëtetiek omvatten. 4. Door een getuigschrift van verzorging verklaart de diëtist dat de geattesteerde verstrekking conform aan de voorgaande voorwaarden van verzekeringstegemoetkoming werd gepresteerd.5. Deze verstrekkingen van diëtisten voorzien in onderhavig koninklijk besluit komen bovendien slechts voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in aanmerking als ze gegeven worden door een daartoe door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV erkende verstrekker. Om erkend te worden als diëtist die de verstrekkingen voorzien in onderhavig koninklijk besluit die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging kan presteren, moeten de kandidaten hiertoe een aanvraag richten aan de leidend ambtenaar van deze Dienst met : 1° een afschrift van hun diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs in de voedings- en dieetleer met een leerprogramma zoals bepaald in het hoger aangehaald Koninklijk Besluit van 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel van diëtist, inclusief een afschrift van de met vrucht doorlopen stage voorzien in bedoeld koninklijk besluit;2° de verbintenis zich op straffe van terugbetaling te houden aan de hoger vermelde voorwaarden om de individuele diëtistische evaluatie en/of interventie te attesteren;3° de verbintenis zich te houden, voor de in onderhavig koninklijk besluit voorziene verstrekkingen, aan de voorziene honoraria. De Dienst voor geneeskundige verzorging maakt de lijst op van de aldus erkende diëtisten en wijst hun een erkenningsnummer toe. »

Art. 8.In de bijlage van hetzelfde besluit wordt punt B van hoofdstuk I vervangen door de volgende bepalingen : « B. Podologieverstrekkingen 794032 Individueel podologisch onderzoek of podologische behandeling (zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast), voor de patiënt met type 2-diabetes die een zorgtrajectcontract heeft gesloten (namelijk een samenwerkingscontract in het kader van de zorgtrajecten zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het Koninklijk Besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten), met een minimumduur van 45 minuten . . . . . R 26,25 771153 Individueel podologisch onderzoek of podologische behandeling (zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast), voor de rechthebbende die geen zorgtrajectcontract heeft ondertekend, maar die houder is van een Diabetespas, met een minimumduur van 45 minuten . . . . . R 26,25 1. Een verzekeringstegemoetkoming in de prestatie 794032 mag worden verleend voor elke aan type 2-diabetes lijdende rechthebbende die een zorgtrajectcontract heeft gesloten, op voorwaarde dat : - de prestatie voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de rechthebbende heeft getekend;het voorschrift vermeldt dat het gaat om een voorschrift in het kader van de zorgtrajecten. De prestatie kan eventueel ook worden voorgeschreven door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende; - de rechthebbende tot één van de volgende risicogroepen behoort : - groep 1 (verlies van gevoeligheid in de voet, op voorwaarde dat dit blijkt uit een 10g-monofilament) - groep 2a (lichte orthopedische misvormingen zoals prominente metatarsaalkoppen met minimale eelten en/of soepele hamer- of klauwtenen en/of beperkte hallux valgus < 30 °) - groep 2b (ernstiger orthopedische afwijkingen) - groep 3 (vaatlijden of vroegere voetwonden of amputatie of Charcot) - het voorschrift de risicogroep vermeldt waartoe de rechthebbende behoort; - de podoloog voor de patiënt een dossier bijhoudt waarin de hem toevertrouwde akten en technische prestaties genoteerd worden; - de podoloog jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de huisarts. 2. Een verzekeringstegemoetkoming in de prestatie 771153 mag worden verleend voor elke aan diabetes lijdende rechthebbende op voorwaarde dat : - de prestatie voorgeschreven wordt door de huisarts of door de behandelende geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde, in de endocrino-diabetologie, in de heelkunde of in de orthopedische heelkunde; - de rechthebbende tot één van de volgende risicogroepen behoort : - groep 1 (verlies van gevoeligheid in de voet, op voorwaarde dat dit blijkt uit een 10g-monofilament) - groep 2a (lichte orthopedische misvormingen zoals prominente metatarsaalkoppen met minimale eelten en/of soepele hamer- of klauwtenen en/of beperkte hallux valgus < 30 °) - groep 2b (ernstiger orthopedische afwijkingen) - groep 3 (vaatlijden of vroegere voetwonden of amputatie of Charcot) - het voorschrift de risicogroep vermeldt waartoe de rechthebbende behoort; - de patiënt houder is van een Diabetespas, zoals omschreven in punt C van dit artikel; - de podoloog de datum van zijn prestaties in de Diabetespas inschrijft; - de podoloog voor de patiënt een dossier bijhoudt waarin de hem toevertrouwde akten en technische prestaties genoteerd worden; - de podoloog jaarlijks schriftelijk rapporteert aan de voorschrijvende arts. 3. Bovenvermelde verzekeringstegemoetkoming in de podologieverstrekkingen is beperkt tot twee prestaties per kalenderjaar voor alle prestaties 794032 en 771153 samen.Die prestaties mogen niet op dezelfde dag plaatsvinden.

Er is geen verzekeringstegemoetkoming verschuldigd voor prestaties gedurende een hospitalisatie. 4. Door een getuigschrift van verzorging verklaart de podoloog dat de geattesteerde verstrekking conform aan de voorgaande voorwaarden van verzekeringstegemoetkoming werd gepresteerd.5. De verstrekkingen van podologen voorzien in onderhavig koninklijk besluit komen bovendien slechts voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in aanmerking als ze gegeven worden door een daartoe door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV erkende verstrekker. Om erkend te worden als podoloog die de verstrekkingen voorzien in onderhavig koninklijk besluit die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging kan presteren, moeten de kandidaten hiertoe een aanvraag richten aan de leidend ambtenaar van deze Dienst met : 1° een afschrift van hun diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs in de podologie met een leerprogramma zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001 betreffende de beroepstitel van podoloog, inclusief een afschrift van de met vrucht doorlopen stage voorzien in bedoeld koninklijk besluit;2° de verbintenis zich op straffe van terugbetaling te houden aan de hoger vermelde voorwaarden om de individuele podologische evaluatie en/of interventie te attesteren;3° de verbintenis zich te houden, voor de in onderhavig koninklijk besluit voorziene verstrekkingen, aan de voorziene honoraria. De Dienst voor geneeskundige verzorging maakt de lijst op van de erkende podologen en wijst hun een erkenningsnummer toe. »

Art. 9.In de bijlage van hetzelfde besluit wordt in hoofdstuk II, getiteld « Orthoptische verstrekkingen », het punt E, 3e lid als volgt vervangen : « De kandidaten voor de erkenning moeten hun inschrijving aanvragen bij de Dienst voor geneeskundige verzorging en daarbij de bewijsstukken voegen waaruit hun bekwaming blijkt. Daartoe delen zij het type van de verworven opleiding en de gelopen stages (plaats en duur) mee en bezorgen zij een afschrift van de behaalde diploma's of studiegetuigschriften. »

Art. 10.In de bijlage van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk V ingevoegd dat als volgt luidt : « HOOFDSTUK V. - Verstrekkingen inzake educatie van diabetespatiënten A. Beoogde populatie De verstrekkingen inzake educatie van diabetespatiënten zijn bestemd voor de rechthebbenden met type 2-diabetes die een zorgtrajectcontract (zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het bovenvermelde Besluit van 21 januari 2009) hebben gesloten dat nog geldig is.

B. Vergoedbare verstrekkingen en vergoedingsvoorwaarden B. 1. 794054 . . . . . R 19,71 Individuele verstrekking inzake opstarteducatie en inzake de instelling van een behandeling met insuline of door middel van incretinemimetica, met een minimumduur van 30 minuten (« opstarteducatie »).

De verstrekking 794054 mag worden voorgeschreven voor de volgende rechthebbenden die een programma voor diabeteszelfregulatie met een regelmatige glycemiecontrole (gemiddeld 25 metingen per maand) volgen of gaan volgen : ? een rechthebbende die start met het hierboven vermelde programma voor diabeteszelfregulatie ? of een rechthebbende die, vooraleer een zorgtrajectcontract te hebben ondertekend, een programma met beperkte glycemiecontrole heeft gevolgd (zoals bedoeld in hoofdstuk VI, B van onderhavige nomenclatuur), maar die overstapt op het hierboven vermelde programma voor diabeteszelfregulatie ? of een rechthebbende die al met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld maar die nooit diabeteseducatie in het kader van de diabetesovereenkomst heeft genoten en die nooit de verstrekking 423150 (educatie tot zelfzorg van de diabetespatiënt) heeft ontvangen die is bepaald in artikel 8 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

De verstrekking 794054 kan ten hoogste 10 keer per rechthebbende worden geattesteerd; het aantal verstrekkingen wordt bepaald door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de rechthebbende heeft gesloten.

Alle verstrekkingen 794054 moeten uiterlijk in het jaar dat volgt op de eerste verstrekking worden verricht.

Tijdens eenzelfde dag mogen er maximaal drie verstrekkingen 794054 worden verricht.

Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794054 mag worden verleend op voorwaarde dat de verstrekking voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten en die op een specifieke manier de precieze doelstellingen van de educatie kan bepalen. De verstrekking wordt door de huisarts van het zorgtraject globaal voorgeschreven voor de eerste vijf prestaties. Voor de bijkomende verstrekkingen is een nieuw voorschrift vereist waarop het aantal verstrekkingen wordt vermeld; dat aantal wordt bepaald door de huisarts nadat deze kennis heeft genomen van het rapport van de educator.

De educator rapporteert aan de huisarts zodra de eerste 5 verstrekkingen 794054 zijn gerealiseerd. Als er meer dan 5 verstrekkingen worden verleend, zal een nieuw rapport aan de huisarts worden opgesteld zodra ook het voorgeschreven bijkomende aantal van dit type verstrekkingen is verleend.

De verstrekking 794054 mag nooit worden vergoed : - indien de rechthebbende al minstens 5 keer de verstrekking « opstarteducatie » heeft genoten en de eerste verstrekking van dit type meer dan een jaar geleden werd verricht; - indien de rechthebbende al minstens 5 keer de verstrekking « opstarteducatie » heeft genoten die werd verleend door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator en de eerste verstrekking van dit type meer dan een jaar geleden werd verricht; - indien de patiënt in het kader van een revalidatieovereenkomst inzake zelfregulatie van diabetes mellituspatiënten die tussen het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en bepaalde ziekenhuizen is gesloten (deze overeenkomst wordt hierna de « diabetesovereenkomst » genoemd) een programma voor diabeteszelfregulatie geniet of heeft genoten dat de educatie van diabetespatiënten omvat; - indien de patiënt reeds minstens één prestatie 794076 of 794091 heeft genoten zoals bedoeld in de punten B.2 en B.3 hieronder of minstens één prestatie « opvolgeducatie » of « educatie bij problemen » die werd verleend door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator.

Het totaal van de verstrekkingen « opstarteducatie » die in het kader van deze nomenclatuur worden verricht of die worden verricht door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator, mag nooit het aantal van 10 verstrekkingen overschrijden.

B.2. 794076 . . . . . R 19,71 Individuele verstrekking inzake diabeteseducatie voor de opvolging van de diabetespatiënt die wordt behandeld met insuline of door middel van incretinemimetica, met een minimumduur van 30 minuten (« opvolgeducatie »).

De verstrekking 794076 mag worden voorgeschreven voor een rechthebbende die met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en die al een programma voor diabeteszelfregulatie met regelmatige glycemiecontrole volgt, indien de verstrekking 794076 aangewezen is voor de rechthebbende om zijn kennis van de principes betreffende zijn zelfregulatie up-to-date te houden.

De verstrekking 794076 mag ten hoogste twee keer per patiënt en per kalenderjaar worden geattesteerd.

Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794076 mag worden verleend op voorwaarde dat : - de verstrekking voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten en die de precieze doelstellingen van de opvolgeducatie kan bepalen. Het voorschrift moet het aantal voorgeschreven verstrekkingen vermelden; - de verstrekking niet werd verricht gedurende het kalenderjaar waarin een eerste verstrekking « opstarteducatie » werd gerealiseerd, of het nu gaat om de verstrekking 794054 die is verricht in het kader van deze nomenclatuur, dan wel om een verstrekking « opstarteducatie » die is verleend door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator.

De educator rapporteert, na de realisatie van de voorgeschreven verstrekkingen 794076, de resultaten van die verstrekkingen aan de huisarts.

De verstrekking 794076 mag nooit worden vergoed : - indien de rechthebbende tijdens het lopende kalenderjaar al twee verstrekkingen « opvolgeducatie » heeft genoten die zijn verleend door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator; - tijdens de periode waarin de patiënt, in het kader van de diabetesovereenkomst, een programma voor diabeteszelfregulatie geniet dat de educatie van diabetespatiënten omvat.

Het totaal van de verstrekkingen « opvolgeducatie » die in het kader van deze nomenclatuur worden verricht of die worden verricht door een verpleegkundige die als educator in de diabetologie is erkend, mag nooit het aantal van 2 verstrekkingen per kalenderjaar overschrijden.

B.3. 794091 . . . . . R 19,71 Individuele verstrekking voor de extra educatie bij problemen, met een minimumduur van 30 minuten (« educatie bij problemen »).

De verstrekking 794091 mag worden voorgeschreven voor een rechthebbende die met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en die al een programma voor diabeteszelfregulatie met regelmatige glycemiecontrole volgt, en dit in elke situatie waarbij de huisarts vindt dat de verstrekking 794091 aangewezen is.

De verstrekking 794091 mag ten hoogste 4 keer per patiënt en per kalenderjaar worden geattesteerd.

Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794091 mag worden verleend op voorwaarde dat : - de verstrekking voorgeschreven wordt door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten en die de precieze doelstellingen van de educatie kan bepalen. Het voorschrift moet het aantal voorgeschreven verstrekkingen vermelden; - de verstrekking niet werd verricht gedurende het kalenderjaar waarin een eerste verstrekking « opstarteducatie » werd verricht, of het nu gaat om de verstrekking 794054 die wordt verricht in het kader van deze nomenclatuur, dan wel om een verstrekking « opstarteducatie » die wordt verleend door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator.

De educator rapporteert, na de realisatie van de voorgeschreven verstrekkingen 794091, de resultaten van die verstrekkingen aan de huisarts.

De verstrekking 794091 mag nooit worden vergoed : - wanneer de rechthebbende tijdens het lopende kalenderjaar al 4 keer de verstrekking « educatie bij problemen » heeft genoten die is verleend door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator; - tijdens de periode waarin de patiënt, in het kader van de diabetesovereenkomst, een programma voor diabeteszelfregulatie geniet dat de educatie van diabetespatiënten omvat.

Het totaal van de verstrekkingen « educatie bij problemen » die in het kader van deze nomenclatuur worden verricht of die worden verricht door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer van diabeteseducator, mag nooit het aantal van 4 verstrekkingen per kalenderjaar overschrijden.

C. Gemeenschappelijke toepassingsregels voor de verstrekkingen 794054, 794076 en 794091 - De verstrekkingen worden verleend bij de rechthebbende thuis of in de praktijkkamer van de huisarts of in een regiohuis van een door de verzekering voor geneeskundige verzorging gesubsidieerd lokaal multidisciplinair netwerk. - De verstrekkingen kunnen ook worden voorgeschreven door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende. - De educator kan alleen verstrekkingen verrichten waarvan de inhoud tot zijn wettelijke bevoegdheden behoort. Hieruit volgt dat de educator - die niet over een diploma van verpleegkundige beschikt - niet bevoegd is om een diabetespatiënt aan te leren zichzelf insuline te injecteren. In het geval dat de patiënt wordt aangeleerd om zichzelf te injecteren, moet dit gebeuren door de geneesheer of door een verpleegkundige die over een specifiek registratienummer van diabeteseducator beschikt. - De educator houdt voor elke patiënt een dossier met betrekking tot de diabeteseducatie bij waarin gegevens zijn opgenomen over de overeengekomen therapeutische doelstellingen en de inhoud van de gerealiseerde educatie. Het voorschrift van de huisarts wordt in dat dossier bewaard. De educator bewaart alle elementen van het dossier gedurende minstens 5 jaar. - De educator werkt samen met alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor de diabetespatiënt : de huisarts en de geneesheer-specialist die het zorgtrajectcontract met de patiënt hebben gesloten, de leveranciers van het materiaal en de paramedici. - De in onderhavig besluit voorziene diabeteseducatieverstrekkingen, komen enkel in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming indien ze werden verleend door een erkende zorgverlener die een samenwerkingsovereenkomst met een geconventioneerd diabetesteam (dat in het kader van de diabetesovereenkomst werkzaam is) heeft gesloten. - Zodra een lokaal multidisciplinair netwerk wordt gesubsidieerd door de verzekering voor geneeskundige verzorging, moet de educator in dat netwerk worden opgenomen en zich inschakelen in de globale initiatieven inzake aanvullende opleiding die in het lokaal multidisciplinair netwerk rond diabetes worden genomen. - Het Verzekeringscomité kan, op advies van het College van geneesheren-directeurs, richtlijnen uitvaardigen met betrekking tot de inhoud van de educatie, de inhoud van de rapporten en de inhoud van het educatiedossier. - De verstrekking 794076 en de verstrekking 794091 mogen niet op dezelfde dag worden verricht. - Een rechthebbende mag de in dit hoofdstuk voorziene diabeteseducatieverstrekkingen nooit cumuleren met de forfaitaire honoraria van de verstrekkingen die aan diabetespatiënten worden verleend en die zijn bepaald in artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, en dit gedurende de hele geldigheidsperiode van het zorgtrajectcontract.

D. Erkenning, erkenningsaanvraag De zorgverleners die de verstrekkingen bedoeld in hoofdstuk V van onderhavig besluit mogen verrichten zijn de podologen, de diëtisten en de kinesitherapeuten die naast hun basisopleiding allemaal een aanvullende opleiding van diabeteseducator hebben gevolgd. Die aanvullende opleiding moet het mogelijk maken om 20 studiepunten te verwerven of minstens 150 opleidingsuren omvatten; iedere opleiding moet ten minste 100 uren theoretisch onderwijs omvatten en leiden tot de uitreiking van een getuigschrift door een opleidingsinstituut dat is erkend door de overheid die onderwijs tot haar bevoegdheid heeft.

De in onderhavig besluit voorziene diabeteseducatieverstrekkingen komen enkel in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming indien ze werden verleend door een zorgverlener die is erkend als diabeteseducator door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.

Om als diabeteseducator te worden erkend, moeten de kandidaten een aanvraag richten aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering met daarin : 1° Voor de podologen : een afschrift van het diploma dat een opleiding bekroont, overeenstemmend met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van het voltijds hoger onderwijs met een leerprogramma zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast, alsook een afschrift van het getuigschrift van de met vrucht doorlopen aanvullende opleiding van diabeteseducator dat door het opleidingsinstituut is uitgereikt. Voor de diëtisten : een afschrift van het diploma dat een opleiding bekroont, overeenstemmend met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van het voltijds hoger onderwijs in de voedings- en dieetleer met een leerprogramma zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 19 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwaliteitsvereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de diëtist door een arts kan worden belast, alsook een afschrift van het getuigschrift van de met vrucht doorlopen aanvullende opleiding van diabeteseducator dat door het opleidingsinstituut is uitgereikt.

Voor de kinesitherapeuten : het bewijs dat ze door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid erkend zijn als kinesitherapeut, alsook een afschrift van het getuigschrift van de met vrucht doorlopen aanvullende opleiding van educator in de diabetologie dat door het opleidingsinstituut is uitgereikt.

De personen die een erkenning in het buitenland hebben behaald, kunnen enkel voor een erkenning in aanmerking komen als ze het bewijs kunnen leveren van de officiële gelijkstelling van het diploma; 2° De verbintenis zich op straffe van terugbetaling te houden aan de hoger vermelde voorwaarden om de in onderhavig koninklijk besluit voorziene diabeteseducatieverstrekkingen te attesteren;3° De verbintenis zich, voor de in onderhavig koninklijk besluit voorziene verstrekkingen, te houden aan de voorziene honoraria;4° Een getuigschrift van het door de verzekering voor geneeskundige verzorging gesubsidieerde lokale multidisciplinaire netwerk (als dat netwerk bestaat) waarin wordt vermeld dat de educator in dat netwerk is opgenomen. De Dienst voor geneeskundige verzorging maakt de lijst op van de erkende educatoren in de diabetologie en wijst hun een erkenningsnummer toe.

Wie erkend is, is verplicht om elk kalenderjaar 15 uur bijscholing te volgen. Het Verzekeringscomité kan, op voordracht van het College van geneesheren-directeurs, richtlijnen opstellen met betrekking tot de inhoud van de bijscholing van de educatoren. De erkenning van een erkende educator die, op verzoek van het RIZIV, niet kan aantonen dat hij aan die voorwaarde van bijscholing voldoet, kan worden ingetrokken.

Het Verzekeringscomité kan, op voordracht van het College van geneesheren-directeurs, vanaf een bepaalde datum een minimum qua activiteitsvolume opleggen dat uitsluitend aan de diabeteseducatieverstrekkingen moet worden besteed. De erkenning van een erkende educator die, op verzoek van het RIZIV, niet kan aantonen dat hij permanent aan die voorwaarde voldoet, kan worden ingetrokken. »

Art. 11.In de bijlage van hetzelfde besluit wordt er een hoofdstuk VI ingevoegd dat als volgt luidt : « HOOFDSTUK VI. - Terugbetaalbaar zelfzorgmateriaal A. Soorten terugbetaalbaar materiaal en terugbetalingsvoorwaarden van dat materiaal, voor de patiënten die een zorgtrajectcontract hebben gesloten A. 1. 794113 Verbruiksmateriaal dat noodzakelijk is voor de diabeteszelfregulatie en dat een periode van 6 maanden dekt vanaf de datum van het eerste voorschrift (3 doosjes met elk 50 strookjes voor de glycemiecontrole en 1 doosje van 100 lancetten) Een verzekeringstegemoetkoming in de verstrekking 794113 mag worden verleend voor elke rechthebbende met type 2-diabetes die een zorgtrajectcontract heeft gesloten dat nog geldig is en die een programma voor diabeteszelfregulatie met regelmatige glycemiecontrole (gemiddeld 25 metingen per maand) volgt of gaat volgen.

De verstrekking 794113 wordt voorgeschreven door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten of door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende. Het voorschrift moet duidelijk vermelden dat het om een voorschrift van strookjes en lancetten gaat die in het kader van de zorgtrajecten kunnen worden terugbetaald. Als het voorschrift die vermelding bevat, laat het toe om 3 doosjes van 50 strookjes en 1 doosje van 100 lancetten af te leveren, zelfs als het voorschrift niet de voorgeschreven hoeveelheid vermeldt.

De verstrekking 794113 mag enkel worden voorgeschreven : 1° voor een rechthebbende die al gedurende minstens een jaar met insuline of door middel van incretinemimetica werd behandeld en van wie de HbA1c-waarde, gemeten in de drie maanden vóór het voorschrift van de verstrekking 794113, lager is dan 7,5 %.Hernieuwingen van de verstrekking 794113 zijn mogelijk zolang de HbA1c-waarde, die op zijn vroegst drie maanden vóór het einde van elke periode van 12 maanden verplicht moet worden gemeten, lager blijft dan 7,5 %. 2° voor een rechthebbende die een insulinetherapie of een behandeling met incretinemimetica en/of een programma voor diabeteszelfregulatie gaat beginnen : alleen indien er zo snel mogelijk een diabeteseducatieprogramma met minstens 5 verstrekkingen « opstarteducatie » van 30 minuten wordt opgestart.De verstrekking 794113 kan enkel worden hernieuwd wanneer de rechthebbende met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en minstens 5 verstrekkingen « opstarteducatie » van 30 minuten heeft gevolgd. Latere hernieuwingen van de verstrekking 794113 blijven mogelijk indien het niet gaat om een rechthebbende bedoeld onder de punten 4° of 5°. 3° voor een rechthebbende die al met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en die overstapt van het beperkt programma met glycemiecontrole naar een programma voor diabeteszelfregulatie en die niet is bedoeld onder punt 1° : hier gelden dezelfde voorwaarden als voor de rechthebbenden bedoeld onder punt 2°.4° voor een rechthebbende die gaat overschakelen of die al is overgeschakeld van één naar twee insuline-injecties per dag : alleen indien er zo snel mogelijk een bijkomend educatieprogramma aan diabetespatiënten met minstens 2 « educatieverstrekkingen » van 30 minuten wordt opgestart.Zes maanden na de overschakeling van één naar twee insuline-injecties kan de verstrekking 794113 enkel worden hernieuwd wanneer de rechthebbende minstens 2 « educatieverstrekkingen » van 30 minuten heeft gevolgd. Latere hernieuwingen van de verstrekking 794113 blijven mogelijk indien het niet gaat om een rechthebbende bedoeld onder punt 5°. 5° voor een rechthebbende die met insuline of door middel van incretinemimetica wordt behandeld en die al een programma voor diabeteszelfregulatie volgt en die niet is bedoeld onder de punten 1°, 2°, 3° of 4°, en van wie de HbA1c-waarde, die op zijn vroegst drie maanden vóór het einde van elke periode van 12 maanden verplicht moet worden gemeten, hoger is dan 7,5 % : wanneer er zo snel mogelijk een bijkomend educatieprogramma aan diabetespatiënten met minstens 2 « educatieverstrekkingen » van 30 minuten zal worden opgestart.De verstrekking 794113 mag alleen maar worden hernieuwd als de rechthebbende minstens 2 « educatieverstrekkingen » van 30 minuten heeft gevolgd. Latere hernieuwingen van de verstrekking 794113 zonder nieuw bijkomend educatieprogramma zijn mogelijk, voor zover de HbA1c-waarde, die op zijn vroegst drie maanden voor het einde van elke periode van 12 maanden is gemeten, niet opnieuw meer dan 7,5 % bedraagt. Als de HbA1c-waarde opnieuw meer dan 7,5 % bedraagt, is een nieuw educatieprogramma van minstens 2 verstrekkingen van 30 minuten verplicht. 6° voor een rechthebbende die met insuline of met incretinemimetica wordt behandeld, die al een programma inzake zelfregulatie van diabetes mellitus volgt en die niet onder de punten 2°, 3°, 4° en 5° valt : indien de rechthebbende al een diabeteseducatie heeft genoten in het kader van de diabetesovereenkomst. Een voorschrift voor een nieuwe periode van 6 opeenvolgende maanden is alleen maar mogelijk, als het gaat om een rechthebbende voor wie de huisarts of een erkende educator heeft vastgesteld dat die rechthebbende daadwerkelijk de vereiste glycemiecontroles tijdens de afgelopen periode heeft uitgevoerd. De voorschriften kunnen voor een nieuwe periode worden hernieuwd vanaf 3 maanden vóór het verstrijken van de betreffende periode van 6 maanden.

De educatieprogramma's, bedoeld in de punten 2°, 3°, 4° en 5°, kunnen worden uitgevoerd : - door de diabeteseducatoren die in het kader van hoofdstuk V van de huidige nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen zijn erkend; - door verpleegkundigen met een specifiek registratienummer van diabeteseducator; - door diabeteseducatoren die in het kader van de diabetesovereenkomst werken, indien de rechthebbende in het kader van die overeenkomst een programma volgt dat uitsluitend de diabeteseducatie vergoedt, zonder het zelfregulatiemateriaal te vergoeden.

De voorschrijvende huisarts bewaart in het globaal medisch dossier van de rechthebbende de verslagen van de educatoren waaruit blijkt dat de voorwaarden op het vlak van de verplichte educatie vervuld zijn. Die verslagen worden gedurende minstens 5 jaar bewaard.

De gegevens over de diabeteseducatie en de HbA1c-resultaten worden door de huisarts aan de adviserend geneesheer bezorgd op zijn verzoek.

Met het voorschrift voor de verstrekking kan de rechthebbende het materiaal verkrijgen bij de in het kader van dit koninklijk besluit erkende leveranciers of in de apotheken.

De verstrekking 794113 mag alleen maar aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende worden aangerekend, wanneer al het materiaal voor de periode van 6 maanden is geleverd.

Voor elke rechthebbende moet de huisarts erop toezien dat in zijn voorschriften het maximaal vergoedbare materiaal waarin voor iedere periode van 6 maanden te rekenen vanaf de datum van het eerste voorschrift, is voorzien, niet wordt overschreden, ongeacht het feit of de patiënt het materiaal heeft verkregen bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in een apotheek.

De verstrekking 794113 mag nooit worden voorgeschreven voor een rechthebbende die in het kader van de diabetesovereenkomst een programma volgt dat eveneens het materiaal voor diabeteszelfregulatie dekt.

A.2. 794135 Duurzaam materiaal voor diabeteszelfregulatie (glucometer en lancethouder) voor een patiënt die met diabeteszelfregulatie zal beginnen - Eerste voorschrift Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 794135 kan worden toegekend aan iedere rechthebbende met type 2-diabetes die een zorgtraject heeft gesloten dat nog altijd geldig is.

De verstrekking 794135 wordt voorgeschreven door de huisarts die een zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten of door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende. Het voorschrift moet duidelijk vermelden dat het gaat om een voorschrift voor een glucometer en een lancethouder die in het kader van de zorgtrajecten worden terugbetaald.

Het voorschrift vermeldt geen merk van glucometer. Het meest aangewezen merk voor de rechthebbende wordt gekozen in overleg met de rechthebbende en de geraadpleegde erkende diabeteseducator. De erkende diabeteseducator vult een « aanvraagdocument » in en vermeldt de naam van het meest aangewezen merk voor de rechthebbende op dat « aanvraagdocument ». De educator bevestigt eveneens dat een educatieprogramma van minstens 5 verstrekkingen van 30 minuten is opgestart. Het Verzekeringscomité kan met betrekking tot het « aanvraagdocument » ten allen tijde een model opleggen.

Via het voorschrift van de huisarts en het door de educator ingevulde document kan de patiënt het materiaal verkrijgen bij de in het kader van dit koninklijk besluit erkende leveranciers of in de apotheken.

De verstrekking 794135 mag alleen maar aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende worden aangerekend, wanneer al het materiaal (glucometer en lancethouder) is geleverd.

De verstrekking 794135 mag slechts één keer per rechthebbende worden voorgeschreven, ongeacht het feit of de patiënt het materiaal heeft verkregen bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in de apotheken.

De verstrekking 794135 mag nooit worden voorgeschreven : ? voor een rechthebbende die in het kader van de diabetesovereenkomst een programma volgt of heeft gevolgd, dat eveneens het materiaal voor diabeteszelfregulatie dekt; ? voor een rechthebbende die al de verstrekking 794216 of de verstrekking 794231 heeft genoten.

A.3. 794150 Duurzaam materiaal voor diabeteszelfregulatie (glucometer en lancethouder) voor een patiënt voor wie dat soort materiaal reeds is terugbetaald geweest - Hernieuwingsvoorschrift.

Een voorschrift voor de hernieuwing van de verstrekking 794135 kan op zijn vroegst worden opgesteld na 3 jaar gebruik van de vorige glucometer, indien die meter defect is en het toestel moet worden vervangen of als dat type van materiaal verouderd is. Om medische redenen is de hernieuwing ook mogelijk vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar, meer bepaald als het vorige apparaat om medische redenen niet meer voor de rechthebbende geschikt is.

De verstrekking 794150 kan meermaals voor een rechthebbende worden voorgeschreven, op voorwaarde dat er een periode van minstens 3 jaar ligt tussen beide voorschriften, behalve om medische redenen.

De verstrekking 794150 kan eveneens worden voorgeschreven : ? voor een rechthebbende die niet langer in het kader van de diabetesovereenkomst een programma volgt dat eveneens het materiaal voor diabeteszelfregulatie dekt, als de glucometer die in het kader van de diabetesovereenkomst ter beschikking is gesteld, al minstens 3 jaar oud is; om medische redenen is de hernieuwing ook mogelijk vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar; ? voor een rechthebbende die, vooraleer hij een zorgtrajectcontract heeft ondertekend, een beperkt programma voor glycemiecontrole heeft gevolgd, als de glucometer die in het kader van dat programma ter beschikking is gesteld, al minstens 3 jaar oud is; de hernieuwing kan ook om medische redenen worden ingeroepen vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar.

Alle andere bepalingen die van toepassing zijn op de verstrekking 794135, blijven geldig.

Om de verstrekking 794150 te kunnen voorschrijven, moet de rechthebbende eveneens beantwoorden aan de voorwaarden van de verstrekking 794113.

A.4. 794172 Gevalideerde bloeddrukmeter.

Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 794172 kan aan iedere rechthebbende worden toegekend die lijdt aan chronische nierinsufficiëntie en die een zorgtrajectcontract heeft gesloten dat nog geldig is.

De verstrekking 794172 wordt voorgeschreven door de huisarts die het zorgtrajectcontract heeft gesloten of door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende.

Het voorschrift moet duidelijk vermelden dat het gaat om een voorschrift voor een bloeddrukmeter die in het kader van de zorgtrajecten wordt terugbetaald.

Met het voorschrift voor die verstrekking kan de patiënt het materiaal verkrijgen bij de in het kader van dit koninklijk besluit erkende leveranciers of in de apotheken.

De verstrekking 794172 mag alleen maar aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende worden aangerekend, wanneer de bloeddrukmeter is geleverd.

De verstrekking 794172 mag slechts één keer per rechthebbende worden aangerekend, ongeacht het feit of de patiënt het materiaal heeft verkregen bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in een apotheek.

B. Beperkt programma voor glycemiecontrole dat vergoedbaar is voor patiënten die geen zorgtrajectcontract hebben gesloten B.1. Terugbetaalbaar materiaal B.1.1. 794194 Verbruiksmateriaal dat noodzakelijk is in het kader van het beperkt programma voor glycemiecontrole en dat een periode van 12 maanden dekt vanaf de datum van het eerste voorschrift (2 doosjes met elk 50 strookjes voor de glycemiecontrole en 1 doosje van 100 lancetten).

Het voorschrift voor de prestatie 794194 moet duidelijk vermelden dat het voorgeschreven materiaal vergoedbaar is buiten het kader van de zorgtrajecten.

Naar het einde toe van de voorgeschreven periode van 12 maanden, kan het voorschrift worden hernieuwd.

B.1.2. 794216 Duurzaam materiaal (glucometer en lancethouder) voor een patiënt die de glycemie regelmatig gaat controleren - Eerste voorschrift Het voorschrift voor de verstrekking 794216 moet duidelijk vermelden dat het voorgeschreven materiaal vergoedbaar is buiten het kader van de zorgtrajecten.

De verstrekking mag slechts één keer per rechthebbende worden voorgeschreven, ongeacht het feit of de patiënt het materiaal heeft verkregen bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in een apotheek.

B.1.3. 794231 Duurzaam materiaal (glucometer en lancethouder) voor een rechthebbende die al de verstrekking 794216 heeft genoten - Hernieuwingsvoorschrift Een hernieuwingsvoorschrift voor de verstrekking 794216 kan op zijn vroegst na 3 jaar gebruik van de oude glucometer worden opgesteld als die meter defect is en het toestel moet worden vervangen of als dat type van materiaal verouderd is. Om medische redenen is de hernieuwing ook mogelijk vóór het verstrijken van de minimumperiode van 3 jaar, meer bepaald als het vorige apparaat om medische redenen niet meer voor de rechthebbende geschikt is.

De verstrekking kan meermaals voor een rechthebbende worden voorgeschreven, op voorwaarde dat er een periode van minstens 3 jaar ligt tussen beide voorschriften, behalve om medische redenen.

Het voorschrift van de verstrekking 794231 moet duidelijk vermelden dat het voorgeschreven materiaal vergoedbaar is buiten het kader van de zorgtrajecten.

B.2. Gemeenschappelijke vergoedingsvoorwaarden voor de verstrekkingen 794194, 794216 en 794231.

Voor de verstrekkingen 794194, 794216 en 794231 kan een verzekeringstegemoetkoming worden toegekend onder de volgende voorwaarden : - de rechthebbende lijdt aan type 2-diabetes; - de rechthebbende beschikt over een globaal medisch dossier; - de rechthebbende heeft nooit een zorgtrajectcontract gesloten; - de rechthebbende volgt geen programma in het kader van de diabetesovereenkomst dat het diabeteszelfregulatiemateriaal vergoedt en heeft ook nooit een dergelijk programma gevolgd; - de rechthebbende volgt een behandeling met incretinemimetica of krijgt dagelijks één insuline-injectie; - de verstrekkingen worden voorgeschreven door de huisarts die het globaal medisch dossier van de rechthebbende bewaart of door een andere huisarts die toegang heeft tot het globaal medisch dossier van de rechthebbende; - de voorschrijvende huisarts bevestigt dat aan de rechthebbende diabeteseducatie werd gegeven; - de voorschrijvende huisarts heeft aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende de datum van het eerste voorschrift meegedeeld vanaf welke hij een beperkt programma voor glycemiecontrole heeft opgestart voor een rechthebbende van wie hij het globaal medisch dossier bijhoudt. Het Verzekeringscomité kan ten allen tijde een model opleggen voor deze notificatie.

Voor de verstrekking 794194 is aan het einde van elke voorgeschreven periode van 12 maanden, een voorschrift voor een nieuwe periode van 12 opeenvolgende maanden toegelaten, indien de volgende bijkomende voorwaarden zijn vervuld : 1° de voorschrijvende huisarts heeft vastgesteld dat de rechthebbende daadwerkelijk de vereiste glycemiecontroles tijdens de afgelopen periode heeft uitgevoerd;2° de HbA1c-waarde van de rechthebbende die op zijn vroegst 3 maanden voor het einde van elke periode van 12 maanden verplicht wordt gemeten, bedraagt minder dan 7,5 %.Indien die streefwaarde niet wordt bereikt, stelt de huisarts aan de rechthebbende voor om een zorgtrajectcontract te sluiten of om een geneesheer-specialist te raadplegen. In dat geval komt de rechthebbende niet meer in aanmerking voor het beperkt programma voor glycemiecontrole. Indien de HbA1c-waarde van de rechthebbende minder dan 7,5 % bedraagt, kan het voorschrift vanaf de datum, waarop het resultaat van die meting bekend is, worden hernieuwd.

Met het voorschrift voor de verstrekkingen van hoofdstuk VI, B kan de patiënt het materiaal verkrijgen bij de in het kader van dit koninklijk besluit erkende leveranciers of in de apotheken..

De verstrekkingen 794194, 794216 en 794231 kunnen alleen maar aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende worden aangerekend, wanneer al het materiaal is geleverd.

De verstrekking 794231 kan alleen maar worden voorgeschreven, als de rechthebbende beantwoordt aan de voorwaarden voor de hernieuwing van de verstrekking 794194.

Voor de verstrekking 794194 moet de voorschrijvende huisarts erop toezien dat in zijn voorschriften het maximum vergoedbare materiaal waarin voor iedere periode van 12 maanden, te rekenen vanaf de datum van het eerste voorschrift, is voorzien, niet wordt overschreden ongeacht het feit of de patiënt het materiaal bij een in het kader van dit koninklijk besluit erkende leverancier of in een apotheek heeft verkregen.

De gegevens over de diabeteseducatie en de HbA1c-resultaten worden op diens verzoek door de huisarts aan de adviserend geneesheer bezorgd.

C. Distributiekanalen voor het materiaal, erkenningsprocedure Het materiaal waarin in dit hoofdstuk is voorzien, komt alleen maar in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming, als het wordt geleverd door een leverancier die daartoe een erkenning heeft gekregen van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.

Om als leverancier te worden erkend, moet de kandidaat een aanvraag indienen bij de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Die aanvraag bevat : 1° het bewijs dat hij een erkenning heeft gekregen van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, in de hoedanigheid van leverancier van medische hulpmiddelen, overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen;2° de verbintenis om zich op straffe van terugbetaling te houden aan de bovenvermelde voorwaarden voor het attesteren van de verstrekkingen betreffende het materiaal waarin is voorzien in hoofdstuk VI van dit besluit;3° de verbintenis om zich voor de verstrekkingen waarin is voorzien in hoofdstuk VI van dit besluit, te houden aan de tarieven die bij dit koninklijk besluit zijn vastgesteld. De Dienst voor geneeskundige verzorging stelt een lijst op van de erkende leveranciers en kent hun een erkenningsnummer toe.

In het kader van dit koninklijk besluit kunnen de apotheken niet als leverancier worden erkend.

D. Lijst van de vergoedbare produkten Het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging kan, op voorstel van de Technische raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen, een lijst opstellen van de soorten materiaal die vergoedbaar zijn in het kader van dit hoofdstuk en kan ten allen tijde deze lijst wijzigen. »

Art. 12.Dit koninklijk besluit treedt in werking op 1 juni 2009.

Art. 13.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid belast met maatschappelijke integratie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 oktober 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met maatschappelijke integratie, Mevr. L. ONKELINX

^