gepubliceerd op 07 december 2001
Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast
15 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, inzonderheid op artikel 5, § 1, eerste en derde lid, vervangen bij de wet van 20 december 1974 en gewijzigd bij de wet van 19 december 1990, artikel 22bis, ingevoegd bij de wet 19 december 1990 en artikel 23 gewijzigd bij de wet van 19 december 1990;
Gelet op het advies van de Nationale Raad van de Paramedische Beroepen van 7 november 1991;
Gelet op het eensluidend advies van de Technische Commissie voor de Paramedische Beroepen van 7 december 2000;
Gelet op het advies 31.316/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het beroep "Podologie" is een paramedisch beroep in de zin van artikel 22 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Art. 2.Het in artikel 1 bedoelde beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel "podoloog".
Art. 3.Het beroep van podoloog mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs, waarvan het leerprogramma op zijn minst omvat : a) een theoretische opleiding in : - algemene anatomie met inbegrip van topografische anatomie van de onderste ledematen; - voetchirurgie; - algemene fysiologie; - bewegingsleer met inbegrip van fysiologie van de beweging, biomechanica en biometrie; - algemene pathologie met inbegrip van microbiologie, orthopedie, traumatologie, pediatrie, dermatologie, neurologie, inwendige ziekteleer met inbegrip van vasculaire pathologie, systeemaandoeningen, metabole aandoeningen en geriatrie; - farmacologie; - scheikunde; - natuurkunde; - fysiotechniek; - deontologie; - geschiedenis van de podologie. b) een theoretische en praktische opleiding in : - de podologische onderzoeksmethoden en behandelingsmethoden van de structurele en functionele stoornissen ten gevolge van de statische, dynamische, biometrische afwijkingen en de afwijkingen ten gevolge van neurologische en vasculaire stoornissen; - algemen beginselen van huid- en wondverzorging; - algemene beginselen van hygiëne, sterilisatie en instrumentenleer; - bio- en pathomechaniek : zolen; - meettechnieken, materialenleer en werkplaatstechnologie. c) Het maken van een werk dat in verband staat met de opleiding en waaruit blijkt dat de betrokkene in staat is tot een analystische en synthetische activiteit in het vakdomein en dat hij zelfstandig kan werken.2° met vrucht een stage doorlopen hebben van minstens 600 uren in podologische methoden en praktijken, ten bewijze waarvan de kandidaat een stageboek moet bij houden; Deze stage dient ten minste uit volgende onderdelen te bestaan : - polikliniek : heelkunde, orthopedie en traumatologie, neurologie, fysische geneeskunde, dermatologie en inwendige ziekten, voor zover deze betrekking hebben op vasculaire pathologie, systeemaandoeningen, metabole aandoeningen en geriatrie; - operatiezaal; - technische stages in verband met het vervaardigen van technische hulpmiddelen zoals orthoplastie, orthonyxie en zolen. 3° hun beroepskennis en -vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten.
Art. 4.§ 1. De lijst van de technische prestaties, bedoeld in artikel 23, § 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, is opgenomen in bijlage I a) en in bijlage I b) bij dit besluit. § 2. De technische prestaties bedoeld in bijlage I a) vereisen een omstandig geneeskundig voorschrift van een arts.
De technische prestaties bedoeld in bijlage I b) vereisen een omstandig geneeskundig voorschrift van een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, een geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie, een geneesheer-specialist in de reumatologie, een geneesheer-specialist in de neurologie, een geneesheer-specialist in de neuropsychiatrie, een geneesheer-specialist in de neurochirurgie, een geneesheer-specialist in de pediatrie of een geneesheer-specialist in de heelkunde.
De behandeling door middel van een zool, uit te voeren door een podoloog, kan slecht worden voorgeschreven in zover de zool : 1° kadert in een volledige podologische behandeling;2° individueel naar maat vervaardigd dient te worden;3° kan vervaardigd worden zonder hoge technische uitrusting;4° niet dient gecombineerd te worden met andere orthopedische hulpmiddelen.
Art. 5.§ 1. De lijst van handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een podoloog kan belasten, is opgenomen in bijlage II a) en in bijlage II b) van dit besluit. § 2. De handelingen bedoeld in bijlage II b) mogen uitsluitend worden toevertrouwd door een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, een geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie, een geneesheer-specialist in de reumatologie, een geneesheer-specialist in de neurologie, een geneesheer-specialist in de neuropsychiatrie, een geneesheer-specialist in de neurochirurgie, een geneesheer-specialist in de pediatrie en een geneesheer-specialist in de heelkunde.
De behandeling door middel van een zool kan slechts aan een podoloog worden toevertrouwd in zover de zool : 1° kadert in een volledige podologische behandeling;2° individueel naar maat vervaardigd dient te worden;3° kan vervaardigd worden zonder hoge technische uitrusting;4° niet dient gecombineerd te worden met andere orthopedische hulpmiddelen.
Art. 6.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 oktober 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET
Bijlage I a) Lijst van technische prestaties die door podologen mogen worden verricht met toepassing van artikel 23, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967.
Podologische behandelingen en een schriftelijk, aan de voorschrijvende arts gericht, tussentijds technisch verslag betreffende de evolutie van de patiënt onder deze voorgeschreven behandeling : 1. behandeling van de huid van de zieke voet : - Aseptische wondverzorging; - Herverdeling van punten van overdruk bij middel van : padding, taping, strapping. 2. nagelbehandeling van de zieke voet : - Hygiënische nagelverzorging bij vasculaire en neuropathische aandoeningen; - Frezen van nagelhypertrofieën bij vasculaire, neuropathische, dermatologische en post-traumatische aandoeningen; - Lokale behandeling van nagelmycosen; - Onychoplastie na partiële en volledige nagelresectie door een arts bij vasculaire, neuropathische, post-traumatische en post-infectieuse aandoening; - Orthonyxie. 3. Toediening van medicamenten ter behandeling van epidermische en dermische letsels van de voet via de volgende toegangswegen : - indruppeling.4. Behandeling van teenafwijkingen : - bij nog aanwezige mobiliteit van het gewricht : repositionering door middel van padding, strapping, taping, orthoplastie; - bij gebrek aan gewrichts-mobiliteit : beschermen van drukzones door middel van padding, strapping, orthoplastie.
Bijlage I b) Lijst van technische prestaties die door podologen mogen worden verricht met toepassing van artikel 23, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967. 1. Podologische onderzoek bij functionele stoornissen en een geschreven technisch verslag van het uitgevoerde onderzoek, gericht aan de voorschrijvende arts : - Podologisch onderzoek van de statische stoornissen : biometrisch, biomechanisch, podoscopisch, elektropodoscopisch, elektropododynografisch; - Podologisch onderzoek van de dynamische stoornissen : biometrisch, biomechanisch (inzonderheid de studie van de functies en dysfuncties van de verschillende segmenten van de voet onderling en in verhouding met de daarboven liggende segmenten), podoscopisch, elektropodoscopisch, elektropodografisch. 2. Podologische behandelingen en een schriftelijk, aan de voorschrijvende arts gericht, tussentijds technisch verslag betreffende de evolutie van de patiënt onder deze voorgeschreven behandeling : 2.1. Behandeling van de functionele stoornissen bij niet-vasculaire en niet-neuropathische aandoeningen : a) van de statische afwijkingen van de voet door middel van : * een zool met het doel van herverdeling van de punten van overdruk op de voet, * een zool voor epidermische aandoening, * een zool voor post-traumatische aandoeningen, b) van de dynamische afwijkingen van de voet door middel van : * functionele strapping, padding, taping, * zolen. 2.2 functionele revalidatie van de post-chirurgische en post-traumatische voet.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 oktober 2001.
Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, M. AELVOET
Bijlage II a) Handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 een podoloog kan belasten. 1. behandeling van de huid vvan de voet : - Antiseptische wondverzorging; - Enucleatie van digitale en plantaire keratosen bij vasculaire en neuropathische aandoeningen; - Uitsnijding van digitale en plantaire hyperkeratosen bij vasculaire en neuropathische aandoeningen. 2. nagelbehandeling van de voet : - Niet-chirurgische behandeling van onychocryptose onder contactverdoving; - Post-operatieve verzorging van de peri-onyxis. - Enucleatie van subungueale en peri-ungueale keratosen bij vasculaire, neuropathische en post-traumatische aandoeningen. 3. Toediening van topica ter behandeling van letsels van de vasculaire, neuropathische, post-traumatische en infectieuse voet.4. Toediening van medicamenten ter behandeling van epidermische en dermische letsels van de voet via de volgende toegangswegen : - percutaan; - drain.
Bijlage II b) Handelingen waarmee een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, een geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie, een geneesheer-specialist in de reumatologie, een geneesheer-specialist in de neurologie, een geneesheer-specialist in de neuropsychiatrie, een geneesheer-specialist in de neurochirurgie, een geneesheer-specialist in de pediatrie en een geneesheer-specialist in de heelkunde met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 een podoloog kan belasten. 1. Behandeling van functionele stoornissen bij niet-vasculaire en niet-neuropathische aandoeningen : a) van statische afwijkingen van de voet door middel van : * orthoplastie;b) van de dynamische afwijkingen van de voet door middel van : * orthoplastie.2. Behandeling van functionele stoornissen bij vasculaire en neuropahisch aandoeningen : a) van de statische afwijkingen van de voet door middel van : * een zool met het doel van herverdeling van de punten van overdruk op de voet, * een zool voor epidermische aandoeningen, * een zool voor neuropathische en post-traumatische aandoeningen, * orthoplastie;b) van de dynamische afwijkingen van de voet door middel van : * functionele strapping, padding, taping, * orthoplastie, * zolen.3. assistentie en instrumentatie bij voetchirurgie. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 oktober 2001.
Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, M. AELVOET