gepubliceerd op 09 november 2001
Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende het personeel van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers
22 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende het personeel van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 19 juli 2001 voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid op de artikelen 60, 63, tweede lid, en 64;
Gelet op artikel 11, § 1, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 september 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 september 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 21 september 2001;
Gelet op het protocol nr. 395 van 26 september 2001 van het Comité van de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol van 24 september 2001 van het Sectorcomité XII;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat door de sterk fluctuerende instroom van asielzoekers het huidig opvangnetwerk het resultaat is van permanent crisismanagement; dat er op korte termijn een doorgedreven centrale coördinatie van het opvangnetwerk noodzakelijk is; dat het noodzakelijk is om het Agentschap op te starten en te operationaliseren; dat het ondermeer noodzakelijk is om op korte termijn zijn leidinggevend personeel aan te wijzen;
Gelet op het advies 32.280/3 van de Raad van State, gegeven op 1 oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "Agentschap" het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers verstaan. HOOFDSTUK II. - Personeel houder van leidinggevende functies
Art. 2.De leidinggevende functies in het Agentschap worden in volgende hiërarchische orde ingedeeld : 1° de directeur-generaal;2° de directeurs;3° de adjunct-directeurs.
Art. 3.De houder van de functie van directeur-generaal wordt aangewezen door de Ministerraad op voorstel van de minister.
De andere houders worden aangewezen door de minister op voorstel van de directeur-generaal.
Art. 4.De leidinggevende functies worden uitgeoefend in het kader van een arbeidsovereenkomst.
Art. 5.Behoudens afwijkende bepalingen in dit hoofdstuk zijn de houders van een leidinggevende functie bij het Agentschap aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het contractueel personeel van de ministeries onderworpen.
Art. 6.De kandidaten voor een leidinggevende functie dienen aan volgende voorwaarden van indienstneming te voldoen : 1° Belg zijn indien de uit te oefenen betrekking al dan niet rechtstreeks deelneming aan de uitoefening van openbaar gezag inhoudt en werkzaamheden omvat strekkende tot bescherming van de algemene belangen van de Staat;2° een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde functie;3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;4° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;5° houder zijn van een diploma vereist voor een functie van niveau 1;6° geslaagd zijn voor een selectietest.
Art. 7.De in artikel 6, 6°, bedoelde selectietest wordt georganiseerd door een selectiecommissie die is samengesteld door de afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid in samenspraak met de minister voor de functie van directeur-generaal en in samenspraak met de minister en de directeur-generaal voor de andere functies. De leden van de selectiecommissie worden op basis van hun kennis van de jobspecifieke competenties gekozen.
De functiebeschrijving, het competentieprofiel en de inhoud van de selectietest worden vastgesteld : 1° voor de functie van directeur-generaal, door de minister;2° voor de functie van directeur, door de minister of voorstel van de directeur-generaal;3° voor de functie van adjunct-directeur, door de minister op voorstel van de directeur-generaal en de betrokken directeur.
Art. 8.De bezoldiging van de houders van een leidinggevende functie wordt vastgesteld bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst, na akkoord van de Minister van Begroting.
Zij wordt berekend in een van de weddenschalen die toegekend worden aan de Rijksambtenaren.
Art. 9.De houders van een leidinggevende functie die, op het ogenblik van hun indienstneming, vast benoemd zijn in een overheidsdienst bedoeld in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken zijn, gedurende de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst, ambtshalve in verlof voor opdracht van algemeen belang.
Het einde van de arbeidsovereenkomst maakt ambtshalve een einde aan het verlof.
Art. 10.De houder van een leidinggevende functie oefent zijn taak voltijds uit.
Hij kan : 1° geen verlof voor loopbaanonderbreking krijgen, uitgezonderd deze die het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en de zorgen in geval van ernstige ziekte betreffen;2° geen verlof krijgen voor onthaal en opleiding;3° geen verlof krijgen om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps burgerlijke veiligheid als vrijwillige indienstnemer bij dit korps;4° geen verlof krijgen voor het uitoefenen van een ambt bij een ministerieel kabinet. HOOFDSTUK III. - Ander personeel Afdeling 1. - Personeel
van de door het Agentschap overgenomen diensten
Art. 11.§ 1. De contractuele personeelsleden van de diensten vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 oktober 2001 betreffende de structuur, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers, worden ambtshalve overgedragen naar het Agentschap op een door de minister vastgestelde datum.
De vastbenoemde ambtenaren van dezelfde diensten worden, op hun verzoek, aangewezen voor een functie bij het Agentschap. Deze aanvraag kan worden ingediend vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot op de in het eerste lid vermelde datum. Zij worden in dienst genomen bij arbeidsovereenkomst.
De personeelsleden behouden hun graad, hun weddenschaal en hun anciënniteiten. Zij behouden ook de toelagen en de vergoedingen waarop zij in hun dienst van oorsprong aanspraak konden maken, alsook hun affectatie.
De bepalingen opgenomen in de artikelen 12 en 17 zijn op hen van toepassing. De diensten gepresteerd in de diensten overgenomen door het Agentschap worden geacht bij dit Agentschap gepresteerd te zijn. § 2. De vastbenoemde ambtenaren zijn, gedurende de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst, ambtshalve in verlof voor opdracht van algemeen belang.
Het einde van de arbeidsovereenkomst maakt ambtshalve een einde aan het verlof. Afdeling 2. - Bijkomend personeel
Art. 12.Behoudens afwijkende bepalingen in deze afdeling is dit personeel onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het contractueel personeel van de ministeries.
Art. 13.De voorwaarden van indienstneming zijn de volgende : 1° Belg zijn indien de uit te oefenen betrekking al dan niet rechtstreeks deelneming aan de uitoefening van openbaar gezag inhoudt en werkzaamheden omvat strekkende tot bescherming van de algemene belangen van de Staat;2° een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde functie;3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;4° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;5° houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenkomt met het niveau van de te verlenen functie;voor de functies van de niveaus 3 en 4 is geen enkele vereiste van diploma of studiegetuigschrift gesteld; 6° geslaagd zijn voor een selectietest.
Art. 14.De oproep tot kandidaten kan gebeuren via de databank van het SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid waarin de profielen van de kandidaten voor een contractuele betrekking zijn opgenomen.
De selectietest kan worden georganiseerd in samenwerking, geheel of gedeeltelijk, met SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid.
Art. 15.De personeelsleden die, op het ogenblik van hun indienstneming, vast benoemd zijn in een overheidsdienst bedoeld in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken zijn, gedurende de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst, ambtshalve in verlof voor opdracht van algemeen belang.
Het einde van de arbeidsovereenkomst maakt ambtshalve een einde aan het verlof.
Art. 16.De personeelsleden worden in dienst genomen na gunstig advies van de inspecteur van financiën bevoegd voor het Agentschap.
Art. 17.§ 1. De personeelsleden worden met dezelfde graad bekleed als deze waarmee de Rijksambtenaren bij hun werving worden bekleed. Zij ontvangen een bezoldiging die berekend wordt in de eerste weddenschaal verbonden aan deze graad.
Wanneer ze belast worden met gespecialiseerde of leidinggevende taken kunnen ze, in afwijking van het eerste lid, bekleed worden met een graad die bij wijze van bevordering wordt toegekend aan de Rijksambtenaren en een bezoldiging ontvangen die berekend wordt in een weddenschaal verbonden aan deze graad.
Indien ze, bij het Agentschap, het bewijs geleverd hebben van een meer dan gemiddelde beroepskwalificatie en/of een ervaring verworven in hun functie, kunnen ze, in afwijking van het eerste lid, een bezoldiging ontvangen die berekend wordt in een hogere weddenschaal verbonden aan hun graad. § 2. De afwijkingen van § 1, eerste lid, worden toegekend overeenkomstig de regels en procedure vastgelegd door het Directiecomité. § 3. Toelagen en vergoedingen die eigen zijn aan de werkomstandigheden van de centra kunnen door de betrokken minister worden toegekend. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 18.In afwijking van artikel 7, tweede lid, worden de functiebeschrijvingen en competentieprofielen bij de oprichting van het Agenschap vastgesteld door de minister met methodologische ondersteuning van de bevoegde dienst van de Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken.
Tot de indienstneming van de directeur-generaal wordt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, elke selectiecommissie samengesteld door de afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid in samenspraak met de minister.
Art. 19.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 15 oktober 2001 betreffende de structuur, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers.
Art. 20.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 oktober 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE