gepubliceerd op 16 december 1999
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels
22 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 15 juni 1988, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 oktober 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 15 juni 1988, Belgisch Staatsblad van 7 juli 1988.
Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1997 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988 betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44438/CO/124)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een wijziging aan te brengen aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 juni 1988 (Belgisch Staatsblad van 7 juli 1988).
Art. 2.In hoofdstuk I van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988 wordt een artikel 1bis ingevoegd dat als volgt luidt : «
Art. 1bis.In afwijking van artikel 1, is deze overeenkomst niet van toepassing op de buitenlandse werkgevers, gevestigd in één van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, en op de arbeiders die zij tijdelijk in België tewerkstellen, wanneer deze arbeiders, voor een periode van tewerkstelling in België, reeds voordelen genieten, gelijkwaardig aan de weerverlet- en de getrouwheidszegels, in toepassing van de regelingen waaraan hun werkgever in zijn land van vestiging is onderworpen.
Indien deze arbeiders, voor de periode van tewerkstelling in België, een voordeel genieten, dat slechts gelijkwaardig is met één van beide regimes (weerverletzegels of getrouwheidszegels), dan wordt de toepassing van deze overeenkomst beperkt tot het regime waarvoor een gelijkwaardig voordeel bestaat. Het regime van weerverletzegels is in dergelijk geval slechts van toepassing voor zover het werkgevers en arbeiders betreft van ondernemingen die, conform artikel 5, 1° en 2° van de collectieve arbeidsovereenkomst 27 maart 1980 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het "Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980), moeten gerangschikt worden in categorie A (kengetal-bouw-24) of de categorie B (kengetal-bouw-54). »
Art. 3.In hoofdstuk I van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988 wordt een artikel 1ter ingevoegd dat als volgt luidt : «
Art. 1ter.In een overgangsperiode, die ingaat op 1 januari 1997 en die loopt tot en met 30 september 1997, wordt de toepassing van deze overeenkomst opgeschort ten aanzien van alle buitenlandse werkgevers, gevestigd in één der lidstaten van de Europese Gemeenschap, en de arbeiders die zij tijdelijk in België tewerkstellen.
Deze overgangsperiode moet toelaten om het onderzoek naar en de controle op de gelijkwaardigheid van de verschillende sectorale sociale regimes te organiseren, zodanig dat na afloop van deze periode kan overgegaan worden tot de vaststelling van de nodige modaliteiten om het probleem van eventuele dubbele betalingen te regelen.
De opschorting van de toepassing houdt in dat de bedoelde werkgevers tijdens de overgangsperiode geen bedragen verschuldigd zijn en dat de arbeiders die zij in België tewerkstellen bijgevolg geen recht hebben op weerverlet- en getrouwheidszegels voor deze periode. Met het oog op de toepassing van de reglementering inzake de sociale identiteitskaarten, zijn de bedoelde werkgevers echter nog steeds verplicht zich te laten immatriculeren bij de Patronale Dienst voor organisatie en kontrole van de bestaanszekerheidszegels (PDOK). Zij moeten per kwartaal een aangifte indienen die enkel de identiteitsgegevens van de arbeiders die in de loop van het betrokken kwartaal in België werden tewerkgesteld bevat, zonder vermelding van loon. » .
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997. Zij heeft dezelfde duur en opzeggingsmodaliteiten als de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, hierboven vermeld.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX