gepubliceerd op 18 maart 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal tewerkstellingsplan
22 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal tewerkstellingsplan (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal tewerkstellingsplan.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 oktober 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1997 Sectoraal tewerkstellingsplan (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1997, onder het nummer 44236/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.
Onder « arbeiders » worden verstaan de « arbeiders en arbeidsters ».
Art. 4.Zij wordt gesloten in uitvoering van Hoofdstuk IV van Titel III van de wet van 26 juli 1996 met betrekking tot de bevordering van de tewerkstelling en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in uitvoering van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997). HOOFDSTUK II. - Maximale marge voor de loonkostenontwikkeling
Art. 5.De brutolonen van de arbeiders zullen in de loop van de jaren 1997 en 1998 met 4,53 pct. kunnen toenemen, aanpassingen aan het viermaandelijks gemiddelde van de indexstijgingen inbegrepen.
De reële bruto uurlonen van de arbeiders tewerkgesteld onder het regime van 37 uur 20' per week zullen op 1 juli 1997 een aanpassing kennen met 3 F, aanpassing aan het indexcijfer van de consumptieprijzen niet inbegrepen.
De getrouwheidspremie betaald door het Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking wordt gebracht van 8,33 pct. op 8,55 pct. van de brutolonen aan 108 pct.
Art. 6.Correctie Op 1 oktober 1998 wordt een correctie doorgevoerd naar onder of naar boven na een evaluatie van de evolutie van de indexaanpassingen sedert 1 januari 1997.
Indien de correctie op die datum onvoldoende is wordt op 1 januari 1999 een tweede correctie toegepast. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsmaatregelen
Art. 7.Loonbaanonderbreking. § 1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1995 betreffende de loopbaanonderbreking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 augustus 1996 (Belgisch Staatsblad van 5 oktober 1996) wordt als volgt aangepast en uitgebreid : a) de wettelijke regeling in verband met de palliatieve zorg en de zorg voor een ziek gezinslid of familielid wordt in de tekst opgenomen, teneinde werkgevers en werknemers op de hoogte te houden van hun respectieve rechten en plichten terzake.b) de redenen die het recht op loopbaanonderbreking kunnen openen, worden uitgebreid met : - palliatieve zorg en zorg voor een ziek gezins- familielid, indien de aanwezigheid van de arbeider langer dan twee maanden zal duren; - elke ernstige sociale reden verbonden aan het familieleven van de arbeider/ster zoals de formaliteiten vereist voor de adoptie van een kind; - het aanvatten van een zelfstandige activiteit die niet concurrerend is met deze van de werkgever; c) alle vormen van arbeidsduurvermindering worden opengelaten, terwijl de vroegere collectieve arbeidsovereenkomst slechts halftijdse arbeidsduurvermindering toeliet;d) wat het percentage aan afwezigheden te wijten aan loopbaanonderbreking aangaat, wordt voor kleine ondernemingen een specifieke regeling voorzien, die rekening houdt met de realiteit van de bedrijfsorganisatie.Voor andere ondernemingen blijft het percentage van 5 pct. behouden; e) de weigeringsgronden worden beperkt tot drie. § 2. Uitwerking als tewerkstellingsmaatregel De toepassingsmodaliteiten van de loopbaanonderbreking worden geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten ter aanvulling en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1995, betreffende loopbaanonderbreking,algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 augustus 1996 (Belgisch Staatsblad van 5 oktober 1996).
Bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst zal ter registratie en algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit worden voorgelegd zodat haar bepalingen directe uitwerking krijgen in de onderneming.
Art. 8.Vrijwillige deeltijdse arbeid. § 1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1995 betreffende de vrijwillige deeltijdse arbeid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 oktober 1996 (Belgisch Staatsblad van 14 maart 1997 ) wordt als volgt aangevuld : Het deeltijds arbeidsregime kan alle bij de wet toegestane vormen van arbeidsduurvermindering aannemen.
De arbeidstijd van de deeltijdse arbeider/ster kan ook berekend worden op jaarbasis.
De werkgever heeft een vervangingsplicht zodra het equivalent van een voltijdse tewerkstelling wegvalt, tenzij hij kan aantonen dat door deze maatregel tijdelijke werkloosheid of ontslagen vermeden kunnen worden. § 2. Uitwerking als tewerkstellingsmaatregel.
De toepassingsmodaliteiten van de deeltijdse arbeid worden ingeschreven in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten ter aanvulling en vervanging van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1995. (Belgisch Staatsblad van 14 maart 1997).
Bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst zal ter registratie en algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit worden voorgelegd zodat haar bepalingen directe uitwerking krijgen in de onderneming.
De werkgever die door toepassing van deze maatregel bijkomende tewerkstelling realiseert, zal een sectorale aanmoedigingspremie kunnen krijgen.
Art. 9.Opleiding § 1. Opleiding wordt in de sector erkend als een recht en een plicht voor de werknemers.
Zowel de werkgever als de arbeider/ster moeten de mogelijkheid krijgen, gebruik te maken van de sectorale opleidingsmodules.
Opleiding wordt prioritair gesteld als begeleidingsmaatregel in het geval van herstructurering van de onderneming of bij langdurige tijdelijke werkloosheid. § 2. Uitwerking als tewerkstellingsmaatregel.
De toepassingsmodaliteiten worden geregeld in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst, die ter registratie en algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit wordt neergelegd.
De toepassing ervan zal geschieden bij wijze van toetreding. Elke toetredingsaanvraag wordt onderworpen aan het advies van het beperkt paritair comité, waarna het dossier aan de Minister van Werkgelegenheid wordt voorgelegd.
Art. 10.Versoepeling van de arbeidsorganisatie § 1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1995 met betrekking tot de versoepeling van de arbeidsorganisatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 augustus 1996 (Belgisch Staatsblad van 5 oktober 1996) wordt in al haar punten bevestigd.
De toepassingsregels van artikel 20 bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971) worden versoepeld met dien verstande dat : a) inhaalrust mogelijk is hetzij via een alternatief uurrooster met minder uren, hetzij door toepassing van inhaalrustdagen;b) de inhaalrustdagen moeten worden genomen vooraleer arbeider/sters tijdelijk werkloos worden gesteld;c) de ondernemingen een model van alternatief uurrooster in het eigen arbeidsregelement kunnen opnemen. De mogelijkheid op zaterdag te werken wordt uitgebreid tot de handel in, het leveren en plaatsen van meubelen en alle handelingen die met de verkoop te maken hebben. § 2. Uitwerking als tewerkstellingsmaatregel De toepassingsmodaliteiten worden geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst tot aanpassing en verlenging van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1995.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd te registratie en de algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd.
De toepassing ervan zal geschieden bij wijze van toetreding. Elke toetredingsaanvraag wordt onderworpen aan het advies van het beperkt paritair comité waarna het dossier aan de Minister van Werkgelegenheid wordt voorgelegd.
Art. 11.Vermindering van de werkgeversbijdragen.
In uitvoering van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997) in toepassing van artikel 7§2, 30 §2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 met betrekking tot de bevordering van de tewerkstelling en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996), kunnen de werkgevers kiezen voor ofwel het progressieve voordeel, ofwel het forfaitaire voordeel. Zij zullen hun definitieve keuze mededelen via de toetredingsakte die zij aan de Voorzitter van het Paritair comité laten geworden. Indien de werkgever nalaat, zijn expliciete keuze mede te delen, betekent dit dat hij enkel op het forfaitaire voordeel kan aanspraak maken.
De werkgever die een toetredingsacte (zie model in bijlage) opstuurt voor 31 december 1997 kan de voordelen uit het Tewerkstellingsplan genieten vanaf 1 juli 1997.
De werkgever die pas daarna zijn keuze bekendmaakt, kan ten vroegste het voordeel uit het Tewerkstellingsplan genieten vanaf de eerste dag van het kwartaal tijdens hetwelk de toetredingsakte werd verzonden. De postdatum geldt daarbij als bewijs.
HOOFDSTUK. IV. - Duur van de collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 12.Deze overeenkomst is gesloten voor een bepaalde duur van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1997 betreffende het sectoraal tewerkstellingsplan Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX