gepubliceerd op 02 juli 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de kerstpremie
22 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de kerstpremie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de kerstpremie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 Kerstpremie (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64940/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01). HOOFDSTUK II. - Kerstpremie
Art. 2.Een kerstpremie, betaalbaar in geld, wordt toegekend aan de bedienden die in dienst zijn op 31 december en op diezelfde datum tijdens het beschouwde kalenderjaar vier al dan niet opeenvolgende maanden in de onderneming werkzaam zijn.
Art. 3.Het bedrag van de kerstpremie en haar toekenningsmodaliteiten zijn de volgende : 1. Voor het administratief en verkoopspersoneel, de filiaalhouder uitgezonderd, is het bedrag gelijk aan de tegenwaarde van het bruto maandloon van december.In de ondernemingen erkend als onderneming in moeilijkheden of als onderneming in buitengewoon ongunstige economische omstandigheden in de zin van de wet, is het bedrag gelijk aan de tegenwaarde van het bruto maandloon van december beperkt tot 1 487,36 EUR. Het bedrag dat in aanmerking wordt genomen is datgene welk als basis dient voor het berekenen van het vakantiegeld. 2. Voor de filiaalhouder beloopt de premie een bedrag dat gelijk is aan het gemiddelde van de maandlonen die in aanmerking worden genomen voor het berekenen van het vakantiegeld;het is begrensd tot 1.487,36 EUR. De filiaalhouder die de gemiddelde maandomzet van ten minste 12.969 EUR aan het indexcijfer der consumptieprijzen 108,88 (spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97, basis 1996 = 100) niet heeft, heeft geen recht op deze premie.
De filiaalhouder die geacht wordt normale prestaties te leveren krachtens artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de functieclassificatie van 5 november 2002, wordt evenwel steeds geacht in de vereiste omstandigheden te verkeren om de premie te verkrijgen, hoeveel de behaalde omzet ook moge zijn.
Art. 4.De premie wordt uitbetaald vóór Kerstdag.
Art. 5.Aan het deeltijds tewerkgesteld personeel dat aan de voorwaarden bepaald bij artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst voldoet, wordt de premie betaald naar rato van hun arbeidsuren in verhouding tot het conventioneel aantal arbeidsuren, met dien verstande dat elke gedeeltelijk gewerkte dag, ten minste, als een halve dag wordt aangerekend.
Art. 6.In geval van niet gerechtvaardigde afwezigheid wordt de premie verminderd ten belope van het overeenstemmend bedrag.
Elke afwezigheid die in het raam van de wetgeving op de jaarlijkse vakantie wordt gelijkgesteld met arbeidsprestaties, wordt evenwel beschouwd als effectieve arbeidsprestatie.
Art. 7.De kerstpremie is niet verschuldigd wanneer de bediende gestraft is geweest met één van de straffen daartoe voorzien in de arbeidsovereenkomst voor bedienden of in het arbeidsreglement of wanneer hij in de loop van het kalenderjaar weggaat uit de onderneming ingevolge ontslag dat hij heeft gegeven of gekregen, behalve indien hij weggaat wegens pensionering of wegens bestendige invaliditeit.
De kerstpremie wordt evenwel pro rata temporis toegekend aan de wegens economische of technische redenen ontslagen bediende.
Art. 8.De filiaalhouder waarvan het saldo wegens tekort op inventaris dat verschuldigd is op 30 november gelijk of groter is dan het bedrag van zijn waarborg, heeft geen recht op de kerstpremie.
De filiaalhouder waarvan het saldo wegens tekort op inventaris dat verschuldigd is op 30 november kleiner is dan het bedrag van zijn waarborg, heeft recht op een kerstpremie, waarvan het normaal bedrag echter wordt verminderd met het saldo wegens tekort op inventaris dat verschuldigd is.
De bepalingen van de alinea's 1 en 2 hebben geen weerslag in geval de filiaalhouder geen waarborg heeft gestort.
Art. 9.Krachtens een ondernemingsovereenkomst, gesloten met de afgevaardigden van de meest representatieve bediendenorganisatie(s), kan de kerstpremie worden omgezet in andere gelijkwaardige voordelen.
Art. 10.De toekenning van de kerstpremie mag niet tot gevolg hebben dat de al anderszins op het einde van het jaar toegekende premies toenemen, wanneer het totaal bedrag ervan het bedrag voorzien in artikel 3 begrensd tot 1.487,36 EUR, reeds bereikt of overschrijdt. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1990 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden wordt opgeheven.
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX