Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 mei 2003
gepubliceerd op 29 juli 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012262
pub.
29/07/2003
prom.
22/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/22/2003012262/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mai 2001 Lonen en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 2001 onder het nummer 58648/CO/110) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging en op de door hen tewerkgestelde werklieden en werksters.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996), tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 3.De minimumuurlonen van de bij artikel 1 bedoelde werklieden en werksters bepaald in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot vaststelling van de lonen- en arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1995, (Belgisch Staatsblad van 21 december 1995), blijven van kracht tot en met 31 december 1996.

De baremieke minimumuurlonen worden vanaf 1 maart 2001 vastgesteld als volgt : 1. Ondernemingen "minder dan 50 werknemers" behoudens ondernemingen die zijn toegetreden tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1983, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 juli 1983 - arbeidsstelsel van 38 uur per week. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Elke werkman of werkster die een functie uitoefent behorende tot niveau 1, gaat na 900 werkelijk gepresteerde uren automatisch over naar niveau 2.

Voor de toepassing hiervan overhandigt de werkgever, op het ogenblik van de overgang, aan de werknemer een schriftelijke bevestiging.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. Ondernemingen "meer dan 50 werknemers" en ondernemingen die zijn toegetreden tot de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1983 - arbeidsstelsel van 37 uur 30 minuten per week. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Elke werkman of werkster die een functie uitoefent behorende tot niveau 1, gaat na 900 werkelijk gepresteerde uren automatisch over naar niveau 2.

Voor de toepassing hiervan overhandigt de werkgever, op het ogenblik van de overgang, aan de werknemer een schriftelijke bevestiging.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze minimumuurlonen staan tegenover de index-schijf : 106,44 - 108,56.

Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit artikel tot 31 december 2001 geldt in de plaats van bedrag in euro het bedrag in BEF. Gelijkaardige voordelen

Art. 4.Wanneer eenzelfde persoon gedurende minstens één derde van de arbeidstijd een hogere functie uitoefent, wordt het loon van deze hogere functie voor de gehele duur van deze arbeidsperiode betaald.

Verhoging van de lonen

Art. 5.De minimumuurlonen en de effectief uitbetaalde lonen van de werklieden en werksters worden in ondernemingen met minder dan 50 werknemers en ondernemingen die niet aangeslosten zijn van de "Federatie van de Linnenverhuurders van België" op 1 juni 2001 verhoogd met 5 BEF (0,1239 EUR), op 1 januari 2002, met 0,0744 EUR (3 BEF) en op 1 juni 2002 met 0,0992 EUR (4 BEF).

Voor ondernemingen die meer dan 50 werknemers tewerkstellen en ondernemingen die lid zijn van de "Federatie van de Linnenverhuurders van België" worden de minimumuurlonen en de effectief uitbetaalde uurlonen van de werklieden en werksters op 1 juni 2001 verhoogd met 5 BEF (0,1239 EUR), op 1 janauri 2002 met 0,0992 EUR (4 BEF) en op 1 juni 2002 met 0,0992 EUR (4 BEF).

Stuklonen

Art. 6.Voor stukwerk wordt het loon zodanig berekend dat het gemiddeld werkelijk uitbetaalde loon, het minimumuurloon van dezelfde categorie met 10 pct. overschrijdt.

De berekening geschiedt op grond van het aantal uren gedurende dewelke de werkman of werkster in stukwerk heeft gewerkt.

De in artikel 2 bedoelde minimumuurlonen blijven in elk geval gewaarborgd.

Ploegbazen

Art. 7.Het loon van de ploegbaas is minstens gelijk aan het hoogste loon betaald aan een lid van de ploeg, verhoogd met 10 pct.

Van deze bepaling kan alleen worden afgeweken met een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak, conform de wet van 5 december 1968 (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969),betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Ploegwerk

Art. 8.1. Ploegwerk - wisselende ploegen Het minimumuurloon, zoals vastgesteld in artikel 3, van de werknemers die tewerkgesteld worden in opeenvolgende wisselende ploegen wordt verhoogd met 10 pct.

Voor werklieden en werksters die wisselend zijn tewerkgesteld in een nachtploeg en in een andere ploeg, wordt het loon voor de arbeidsuren tussen 22 uur en 6 uur verhoogd met 25 pct., het loon voor de overige arbeidsuren met 10 pct.

Met "dagploeg" wordt bedoeld : de ploeg waarvan de normale arbeidsdag ten vroegste om 6 uur begint en ten laatste om 20 uur eindigt.

Met "nachtploeg" wordt bedoeld : de ploeg die ten vroegste om 22 uur begint en ten laatste om 6 uur eindigt. 2. Ploegwerk - vaste ploegen Voor werklieden die vast zijn tewerkgesteld in opeenvolgende ploegen wordt het loon voor de uren gepresteerd tussen 20 uur en 22 uur verhoogd met 10 pct.en voor de uren gepresteerd tussen 22 uur en 6 uur verhoogd met 25 pct.

Autovoerders-bestellers

Art. 9.De autovoerders-bestellers hebben vanaf hun aanwerving recht op het loon voor hun functie.

Kostenvergoeding voor chauffeurs Art. 9bis . Aan de chauffeurs van een vrachtwagen met een laadvermogen van minstens 5 ton wordt een forfaitaire kostenvergoeding voor baankosten, dit zijn kosten eigen aan de werkgever, betaald tot beloop van 4,9579 EUR (200 BEF) per effectief gewerkte dag. De overgang van 180 BEF (4,4620 EUR) naar 200 BEF (4,9579 EUR) is van toepassing vanaf 1 juni 2001.

Dit artikel is niet van toepassing op ondernemingen die een evenwaardig voordeel toekennen, welke benaming ook weze.

Voor de periode van de inwerkingtreding van dit artikel tot 31 december 2001 geldt in plaats van het bedrag in euro het bedrag in BEF. Oprichting werkgroep transport Art. 9ter . De partijen verbinden zich ertoe een paritaire werkgroep transport op te richten die betrekking zal hebben op de mobiliteitsproblemen van de werknemers en de problemen waarmee chauffeurs bij de uitvoering van hun werk geconfronteerd worden.

Jongeren

Art. 10.A . Jongeren van 16 - 18 jaar (minderjarigen) De minderjarigen en leerlingen hebben recht op een gedeelte van het minimumuurloon van niveau 1, volgens de percentages van de navolgende tabel, schommelend naargelang de leeftijd van de minderjarige en/of leerling.

B . Jongeren van 18 - 21 jaar (jonge werknemers) Vanaf de leeftijd van 18 jaar ontvangt de jonge werkman en de leerling gedurende een aanloopstage van 6 maanden het percentage van het niveauloon, opgenomen in onderstaande tabel. Nadien krijgt hij/zij het volledige niveauloon.

Het loon na de aanloopstage is het loon overeenkomstig het bedoelde niveau zoals bepaald in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Tabel jongerenbarema's Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 11.Vanaf de leeftijd van 18 jaar wordt een anciënniteit, verworven in andere bij deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde ondernemingen, in aanmerking genomen voor de aanloopstage van artikel 10.

Zij wordt bewezen door verklaringen afgeleverd door de werkgevers en overhandigd op het ogenblik van hun indiensttreding.

Art. 12.Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "wassen van gekleurd linnen" verstaan : het gekleurd linnen sorteren en wassen.

Art. 13.De verschillende partijen verbinden zich ertoe tijdens de duur van dit akkoord, over de in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen punten, de sociale vrede op alle niveau's te respecteren.

Ar. 13bis . In de loop van 2002 zal de invoering van een sectoraal pensioenfonds voorbereid en uitgewerkt worden. Indien er geen wettelijke bezwaren zijn, zal vanaf 1 januari 2003 een sectoraal pensioenfonds worden ingesteld.

Slotbepalingen

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden, geregistreerd ter griffie van de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 55193/CO/110 (koninklijk besluit van 24 april 2002, Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2002).

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij kan door een van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzegging van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielverzorging en aan de erin vertegenwoordigde organisaties Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^