gepubliceerd op 05 april 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
22 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 36, § 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 oktober 1992, 27 december 1993, 13 december 1996, 10 juni 2001 en 11 februari 2003;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 14 juli 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 14 oktober 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 5 december 2005;
Gelet op advies 39.805/1 van de Raad van State, gegeven op 16 februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1.- In artikel 36, § 1, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 oktober 1992, 27 december 1993, 13 december 1996, 10 juni 2001 en 11 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « In afwijking van het eerste lid, 4°, moet de jonge werknemer die, na de beëindiging van de studies, of de leertijd, bedoeld in het eerste lid, 2° of 3°, gedurende het derde kalenderkwartaal verbonden is geweest door een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, waarbij geen inhoudingen voor sociale zekerheid werden verricht, een wachttijd doorlopen van het aantal dagen vermeld in het eerste lid, 4°, verhoogd met het aantal dagen gelegen in de periode tijdens dewelke hij verbonden was met deze overeenkomst, behalve de zondagen »;
B) tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De wachttijd voorzien in het eerste lid, 4°, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig het tweede lid, wordt ten belope van een samengevoegd totaal van ten hoogste 78 dagen verminderd met de navermelde kalenderdagen, gelegen na 30 juni 2005, waarop de jonge werknemer : 1° ofwel arbeid heeft verricht in uitvoering van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, waarbij geen inhoudingen voor sociale zekerheid werden verricht, gelegen in het eerste, tweede of vierde kalenderkwartaal;2° ofwel arbeidsprestaties heeft verricht in de zin van artikel 37, gelegen in de periode voorafgaand aan de beëindiging van de studies of de leertijd, bedoeld in het eerste lid, 2° of 3° ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961;
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991;
Koninklijk besluit van 2 oktober 1992, Belgisch Staatsblad van 10 oktober 1992;
Koninklijk besluit van 27 december 1993, Belgisch Staatsblad van 31 december1993;
Koninklijk besluit van 13 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996;
Koninklijk besluit van 10 juni 2001, Belgisch Staatsblad van 31 juli 2001;
Koninklijk besluit van 11 februari 2003, Belgisch Staatsblad van 19 februari 2003.