gepubliceerd op 30 juni 2023
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden voor de aflevering van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen in het kader van thuishospitalisatie
22 JUNI 2023. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden voor de aflevering van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen in het kader van thuishospitalisatie
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies sluiten op de geneesmiddelen voor menselijk gebruik, artikel 6, § 2, derde lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2016;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 januari 2023;
Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 17 februari 2023;
Gelet op advies 73.296/3 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2023 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "thuishospitalisatie": de situaties zoals bedoeld in het artikel 2, w) van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, waarbij de zorg die in de leefomgeving van de patiënt wordt toegediend kadert in een behandeling die in een verzorgingsinstelling is opgestart;2° "behandelingsdag": de dag waarop de geneesmiddelen of de medische hulpmiddelen worden gebruikt;3° "de Minister": de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;4° "apotheker" : elke beoefenaar van de artsenijbereidkunde, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015;4° "ziekenhuisapotheker" : de apotheker bedoeld in 4°, die krachtens de toepasselijke wetgeving bevoegd is om het beroep van ziekenhuisapotheker uit te oefenen en die zijn beroep daadwerkelijk uitoefent in een ziekenhuisapotheek;
Art. 2.Een ziekenhuisapotheker kan geneesmiddelen en medische hulpmiddelen afleveren aan personen die worden behandeld in het kader van een thuishospitalisatie.
Art. 3.§ 1. De ziekenhuisapotheker kan in het kader van thuishospitalisatie enkel die geneesmiddelen afleveren dewelke de actieve bestanddelen bevatten die zijn opgenomen in de lijsten die zijn toegevoegd in de bijlage bij dit besluit.
De geneesmiddelen bedoeld in het eerste lid mogen slechts overeenkomstig die toedieningswijzen worden afgeleverd zoals is voorzien in de lijsten die zijn toegevoegd in de bijlage bij dit besluit, voor zover hiertoe in deze lijsten zulke beperkingen zijn opgelegd.
De Minister kan de lijsten in de bijlage bij dit besluit aanvullen of wijzigen. Hij kan actieve bestanddelen aan de lijsten toevoegen, ze van de lijsten verwijderen of bijkomende restricties voor het gebruik opleggen, met name het beperken van de aflevering tot bepaalde wijzen van toediening. Hij kan daarnaast nieuwe lijsten met bijkomende types actieve substanties aan de bijlage toevoegen. § 2. De Minister kan enkel een actieve substantie opnemen in de lijst indien: 1° de bijwerkingen die het gebruik van het geneesmiddel met zich meebrengen veilig onder controle kunnen worden gehouden binnen de situatie van thuishospitalisatie;2° de stabiliteit van het geneesmiddel tijdens het transport en de bewaring buiten het ziekenhuis kan worden gegarandeerd;3° het medisch toezicht op de patiënt dat is vereist bij de toediening van het geneesmiddel of kort erna kan worden gegarandeerd;4° de reconstitutiestappen of bewerkingen die het geneesmiddel nog moet ondergaan veilig en correct kunnen worden uitgevoerd binnen het kader van een thuishospitalisatie;5° het afval dat gepaard gaat met het gebruik van het geneesmiddel veilig kan worden verwerkt. § 3. De medische hulpmiddelen die door de ziekenhuisapotheker in het kader van thuishospitalisatie kunnen worden afgeleverd, zijn beperkt tot de hulpmiddelen die noodzakelijk zijn om de onder paragraaf 1 bedoelde geneesmiddelen te kunnen toedienen.
Bij elke aflevering van de geneesmiddelen bedoeld in paragraaf 1 kunnen door de ziekenhuisapotheker zoveel medische hulpmiddelen worden afgeleverd, als nodig is voor het bij de aflevering aantal voorziene behandelingsdagen.
Onderhavig besluit geldt onverminderd enige andere geldende regelgeving met betrekking tot de distributie of het ter beschikking stellen van medische hulpmiddelen.
De ziekenhuizen en de ziekenhuisapothekers die, onder de voorwaarden van deze paragraaf, medische hulpmiddelen afleveren, worden niet beschouwd als distributeurs van medische hulpmiddelen, in de zin van artikel 50 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 20/12/2013 numac 2013024422 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet met betrekking tot medische hulpmiddelen sluiten betreffende medische hulpmiddelen.
Art. 4.In afwijking van artikel 3, § 1, is de aflevering van geneesmiddelen die actieve bestanddelen bevatten dewelke niet zijn opgenomen in de lijsten in de bijlage bij dit besluit toegestaan, indien het gaat om geneesmiddelen die noodzakelijk zijn voor de behandeling met een geneesmiddel dat actieve substanties bevat die zijn opgenomen op deze lijsten, rekening houdend met de huidige gezondheidstoestand van de patiënt, en die zijn voorzien in het behandelingsprotocol.
Bij elke aflevering van de geneesmiddelen bedoeld in artikel 3, § 1, kunnen zoveel geneesmiddelen zoals bedoeld in het eerste lid worden afgeleverd, als nodig is voor het bij de aflevering aantal voorziene behandelingsdagen.
Art. 5.De apotheker neemt de nodige maatregelen opdat de kwalitatieve bewaring van de geneesmiddelen en medische hulpmiddelen wordt gegarandeerd tijdens het vervoer naar de plaats waar de zorg wordt verstrekt.
Art. 6.De afleverende apotheker voorziet de nodige instructies en aandachtspunten voor kwalitatieve bewaring van de geneesmiddelen door de patiënt gedurende de periode tussen aflevering en toediening.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2023.
Art. 8.De minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE
BIJLAGE - TOEGESTANE ACTIEVE BESTANDDELEN VAN AF TE LEVEREN GENEESMIDDELEN
ATC-code
ATC-benaming
Actief bestanddeel
Toedieningswijze
J01AA12
Tigecycline
Tigecycline
intraveneus
J01CA04
Amoxicillin
Amoxicilline
intramusculair, intraveneus
J01CA17
Temocillin
Temociline
intramusculair, intraveneus
J01CE01
Benzylpenicillin
Benzylpenicillinenatrium
intramusculair, intraveneus, intra-articulair
J01CF05
Flucloxacillin
Flucloxacilline
intramusculair, intraveneus
J01CR02
Amoxicillin and Enzyme Inhibitor
Amoxicilline, clavulaanzuur
intraveneus
J01CR05
Piperacillin and Enzyme Inhibitor
Piperacilline, tazobactam
intraveneus
J01DB04
Cefazolin
Cefazoline
intramusculair, intraveneus
J01DC02
Cefuroxime
Cefuroxim
intramusculair, intraveneus
J01DD01
Cefotaxime
Cefotaxim
intramusculair, intraveneus
J01DD04
Ceftriaxone
Ceftriaxon
intramusculair, intraveneus
J01DD52
Ceftazidime, Combinations
Ceftazidime, avibactam
intraveneus
J01DE01
Cefepime
Cefepim
intraveneus
J01DF01
Aztreonam
Aztreonam
intramusculair, intraveneus, inhalatie
J01DH02
Meropenem
Meropenem
intraveneus
J01EE04
Sulfamoxole and Trimethoprim
Trimethoprim, sulfamethoxazol
intraveneus
J01FF01
Clindamycin
Clindamycine
intramusculair, intraveneus
J01GB01
Tobramycin
Tobramycine
intramusculair, intraveneus, inhalatie
J01GB03
Gentamicin
Gentamicine
intraveneus
J01GB06
Amikacin
Amikacine
intraveneus, intramusculair
J01MA02
Ciprofloxacin
Ciprofloxacine
intraveneus
J01XA01
Vancomycin
Vancomycine
intraveneus
J01XA02
Teicoplanin
Teïcoplanine
intramusculair, intraveneus
J01XB01
Colistin
Colistimethaatnatrium
inhalatie, intraveneus
J01XD01
Metronidazole
Metronidazol
intraveneus
J01XX08
Linezolid
Linezolid
intraveneus
J02AA01
Amphotericin B
Amfotericine B
intraveneus
J02AC03
Voriconazole
Voriconazol
intraveneus
J02AC04
Posaconazole
Posaconazol
intraveneus
J02AX06
Anidulafungin
Anidulafungine
intraveneus
J04AB03
Rifamycin
Rifamycine
intraveneus
J05AB01
Aciclovir
Aciclovir
intraveneus
J05AB06
Ganciclovir
Ganciclovir
intraveneus
L01AA09
Bendamustine
Bendamustine
intraveneus
L01BA01
Methotrexate
Methotrexaat
intraveneus/intramusculair/subcutaan
L01BA04
Pemetrexed
Pemetrexed
intraveneus
L01BB05
Fludarabine
Fludarabine
intraveneus
L01BC01
Cytarabine
Cytarabine
intraveneus/subcutaan
L01BC02
Fluorouracil
Fluorouracil
intraveneus
L01BC05
Gemcitabine
Gemcitabine
intraveneus
L01BC07
Azacitidine
Azacitidine
subcutaan
L01BC08
Decitabine
Decitabine
intraveneus
L01CA01
Vinblastine
Vinblastine
intraveneus
L01CA02
Vincristine
Vincristine
intraveneus
L01CA04
Vinorelbine
Vinorelbine
intraveneus
L01CD02
Docetaxel
Docetaxel
intraveneus
L01EG01
Temsirolimus
Temsirolimus
intraveneus
L01FA03
Obinutuzumab
Obinutuzumab
intraveneus
L01FC01
Daratumumab
Daratumumab
intraveneus/subcutaan
L01FD01
Trastuzumab
Trastuzumab
intraveneus/subcutaan
L01FE01
Cetuximab
Cetuximab
intraveneus
L01FE02
Panitumumab
Panitumumab
intraveneus
L01FF01
Nivolumab
Nivolumab
intraveneus
L01FF02
Pembrolizumab
Pembrolizumab
intraveneus
L01FF03
Durvalumab
Durvalumab
intraveneus
L01FG01
Bevacizumab
Bevacizumab
intraveneus
L01FX05
Brentuximab Vedotin
Brentuximab vedotine
intraveneus
L01XC02
Rituximab
Rituximab
intraveneus/subcutaan
L01XC13
Pertuzumab
Pertuzumab
intraveneus
L01XC32
Atezolizumab
Atezolizumab
intraveneus
L01XX17
Topotecan
Topotecan
intraveneus
L01XX32
Bortezomib
Bortezomib
intraveneus/subcutaan
L01XX41
Eribulin
Eribuline
intraveneus
L01XX44
Aflibercept
Aflibercept
intraveneus
L01XX45
Carfilzomib
Carfilzomib
intraveneus
L02BA03
Fulvestrant
Fulvestrant
intramusculair
L04AA40
Cladribine
Cladribine
intraveneus/subcutaan
M05BA08
Zoledronic Acid
Zoledroninezuur
intraveneus
M05BX04
Denosumab
Denosumab
subcutaan
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 22 juni 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE