gepubliceerd op 16 oktober 2007
Koninklijk besluit tot toekenning van een toelage aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid voor de surveillance van polio, mazelen en rubella
22 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot toekenning van een toelage aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid voor de surveillance van polio, mazelen en rubella
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 2.25.4;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid artikel 14, 2°;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 mei 2007;
Overwegende de verbintenis van België om mee te werken aan de doelstelling van de Wereldgezondheidsorganisatie om de Europese Regio van de Wereldgezondheidsorganisatie poliovrij te houden;
Overwegende de verbintenis van België om toe te treden tot de doelstelling van de Wereldgezondheidsorganisatie om tegen 2010 mazelen en rubella te elimineren in de Europese Regio van de Wereldgezondheidsorganisatie;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een toelage van euro 73.000, ingeschreven op basisallocatie 02.33.23, afdeling 59, van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, op begrotingsjaar 2007, wordt toegekend aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, gevestigd J. Wytsmanstraat 14, 1050 Brussel, bankrekeningnummer 001-1660480-13, als toelage voor de surveillance-activiteiten van polio, mazelen en rubella in België.
Art. 2.§ 1. Deze toelage moet het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid in de mogelijkheid stellen om prioritair de surveillance van polio, mazelen en rubella in België te waarborgen om zo de poliovrije status van België verder op te volgen en te voldoen aan de criteria voor het behalen van de certificatie van een poliovrij land, alsook mee te werken aan het behalen van de doelstelling om mazelen en rubella te elimineren in België tegen 2010.
Dit omvat de volgende activiteiten die gecoördineerd worden door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid met de partners van de Gemeenschappen en Gewesten: 1° het secretariaat waarnemen van het Belgisch Certificatie Comité voor de Eradicatie van Poliomyelitis;2° het secretariaat waarnemen van het Comité voor de Eliminatie van Mazelen en Rubella in België;3° coördineren van een gevoelig systeem van surveillance van mogelijke gevallen van polio via de surveillance van Acute Slappe Verlammingen (AFP) en via de surveillance van de circulatie van enterovirussen zodat een snelle detectie van een geïmporteerd geval van polio gewaarborgd is, inclusief bevestiging van de diagnose en genotypering. Het doel is een nationale dekking van de surveillance te bereiken; 4° opvolgen van het eliminatieproces van mazelen;uitbouwen en coördineren van een gevoelig surveillancesysteem voor verdachte gevallen van mazelen, inclusief bevestiging van de diagnose en bepaling van het genotype van het virus door te functioneren als referentielaboratorium. De gevalsdefinities zoals opgesteld door het Europese Centrum voor Preventie en Controle van Ziektes (ECDC) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) zullen hierbij gehanteerd worden met als doel het partnerschap van België te verzekeren in het kader van de harmonisatie van data tussen de Europese lidstaten. Het doel is een nationale dekking van de surveillance te bereiken; 5° opvolgen van het eliminatieproces van rubella;opzetten en coördineren van een gevoelig surveillancesysteem voor clusters van rubellagevallen en voor de gevallen van congenitale rubella. De gevalsdefinities zoals opgesteld door het Europese Centrum voor Preventie en Controle van Ziektes (ECDC) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) zullen hierbij gehanteerd worden met als doel het partnerschap van België te verzekeren voor de harmonisatie van data tussen de lidstaten. Het doel is een nationale dekking van de surveillance te bereiken; 6° informatie verstrekken en voordrachten verzorgen over de uitroeiing van polio en de doelstelling tot eliminatie van mazelen en rubella tegen 2010.Een bijzondere aandacht zal besteed worden aan de sensibilisatie van de medische sector om volledige en kwaliteitsvolle gegevens te verstrekken teneinde het voorstellen van betrouwbare, kwaliteitsvolle en uniforme (volgens internationale standaard) surveillancerapportering toe te laten; 7° instaan voor de contacten met de internationale instanties, het Europese surveillancesysteem voor mazelen (Euvac.Net), het Europese Centrum voor Preventie en Controle van Ziektes (ECDC), de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO): melden van de surveillancedata volgens de door de internationale organisaties aanbevolen typegegevens en frequentie, deelnemen aan internationale vergaderingen, antwoorden op specifieke vragen. Bij elke uitwisseling van gegevens zal de dienst Monitoring van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer en de dienst Internationale Betrekkingen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in kopij gezet worden; 8° opstellen van een meldingsfiche en tijdig melden van een mogelijk geval van polio en van clusters van mazelen of rubella aan het « crisis preparedness and response network » via de wachtdienst van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;9° het inhoudelijk aspect aanleveren voor een lijst met veelgestelde vragen over polio, mazelen en rubella ten behoeve van het brede publiek en de zorgsector aan de dienst Communicatie van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;10° een verslag in beide landstalen bezorgen aan de Minister van Volksgezondheid via de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.Dit verslag zal als een eerste versie worden voorgelegd aan het in artikel 5 bedoelde evaluatiecomité, uiterlijk één maand vóór het definitieve rapport voorgesteld wordt.
Het verslag zal conform het template voor rapportering aan het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu onder meer bevatten: een historiek van het opzetten van de surveillancesystemen en van de opvolging van de poliovrije status van België alsook van het eliminatieproces van mazelen en rubella, de beschrijving van het mandaat en de activiteiten van de comités, een beschrijving van de gebruikte methodologie voor het verzamelen van gegevens, inclusief de beperkingen van de methode en voorstellen om de efficiëntie van de surveillance te verbeteren, de weergave van resultaten in cijfers en volgens vooropgestelde indicatoren, de beschrijving van de aanbevolen frequentie en elementen voor de verslagen in te dienen bij de internationale organisaties en eventuele tegengekomen problemen om hieraan te voldoen, een beschrijvende analyse van behaalde resultaten in de deelstaten, de plaatsing van deze resultaten in een Europees en mondiaal kader, een lijst van aanbevelingen om de uitroeiing van polio te vrijwaren en het eliminatieprogramma voor mazelen en rubella te optimaliseren en, in het bijzonder, om een kwaliteitsvolle surveillance te verzekeren; 11° een beknopt trimestrieel activiteitenverslag bezorgen aan de dienst Monitoring van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. § 2. Een vertegenwoordiging van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zetelt als lid in de Comités, vermeld onder artikel 2., § 1, 1° en 2°.
Art. 3.Een voorschot van euro 35.000 zal gestort worden vanaf publicatie in het Belgisch staatsblad van dit besluit.
Art. 4.§ 1. Uiterlijk op 1 april 2008 bezorgt het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid aan het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de volgende stukken: 1° een definitief verslag met betrekking tot de activiteiten ontwikkeld in uitvoering van artikel 2, 10°;2° de boekhoudkundige stukken met betrekking tot de activiteiten ontwikkeld in uitvoering van artikel 2. § 2. Na geldig verklaring van de documenten bedoeld in § 1, betaalt het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer het saldo van de toelage bedoeld in artikel 1. § 3. Indien het bedrag bewezen door de boekhoudkundige stukken lager is dan het bedrag voorzien in artikel 1, moet het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid de teveel ontvangen sommen terugbetalen binnen de maand van ontvangst van de afrekening aan hen opgestuurd door het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer. § 4. De bewijsstukken kunnen bestaan uit personeelskosten voor de prestaties, laboratoriumkosten of algemene kosten, voor zover die specifiek voor het toezicht op polio, mazelen en rubella toegekend werden.
In het kader van deze toelage is er geen enkele duurzame investering toegestaan.
Art. 5.Het eindrapport moet goedgekeurd worden door een evaluatiecomité dat een vertegenwoordiger van de Minister van Volksgezondheid en het diensthoofd Monitoring van het directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, omvat.
Art. 6.Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid verbindt zich ertoe om de notulen van alle vergaderingen en rapporten opgesteld in het kader van deze toelage te allen tijde ter beschikking te stellen van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
Art. 7.De resultaten behaald met de hulp van deze toelage zijn mede-eigendom van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De publicatie van de resultaten (inclusief artikel 2, 10°), behaald met de hulp van deze subsidie, moet via het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu door de Minister goedgekeurd worden. De aan de Minister gerichte aanvragen worden geacht goedgekeurd te zijn als ze niet binnen de maand beantwoord worden.
Artikels, presentaties, posters, briefwisseling met de partners en andere publicaties van de behaalde resultaten met de hulp van deze toelage zullen steeds het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als financieringsbron vermelden.
Art. 8.Dit besluit dekt de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2007 en de rapporten moeten dus voor de gegevens van deze periode verstrekt worden.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art. 10.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE