Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 februari 2002
gepubliceerd op 27 april 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022304
pub.
27/04/2002
prom.
22/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/22/2002022304/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, inzonderheid op artikel 7, derde lid, c), ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 januari 1991 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 juni 1991 en 4 juli 1991;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 7 maart 2001;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gegeven op 19 maart 2001;

Gelet op het advies van de Algemene Raad van 23 april 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 augustus 2001;

Gelet op het advies 32.171/1 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 7, derde lid, c) , van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 januari 1991 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 juni 1991 en 4 juli 1991, worden de onderdelen 1° tot 11° vervangen als volgt : "1° Uitgebreide perifere verlamming : monoplegie, syndroom van Guillain Barré; 2° Evolutieve aandoeningen van het centrale zenuwstelsel met een uitgebreid motorisch gebrek zoals bijvoorbeeld de multiple sclerose, de ziekte van Parkinson en de amyotrofische laterale sclerose...; 3° Uitgebreide motorische sequellen van encefale of medullaire oorsprong (bijvoorbeeld : hersen-verlamming « Cerebral Palsy », hemiplegie, spina bifida, cerebellair syndroom,...); 4° Sequellen van zware brandwonden ter hoogte van de ledematen en/of de hals tijdens de evolutieve fase;5° Agenesie van een lidmaat voor een rechthebbende jonger dan 18 jaar; globaal functioneel verlies van een lidmaat door amputatie of door posttrau-matische sequellen tijdens de evolutieve periode; 6° Spits- en klompvoet, bij een kind jonger dan 2 jaar;7° Gewrichtsdysfunctie ten gevolge van hemofilie of artrogrypose, ziekte van Ehlers Danlos, osteogenesis imperfecta van het type III en IV, evolutieve scoliose met een kromming van minstens 15° (of hoek van Cobb) bij rechthebbenden onder de 18 jaar;8° Chronische inflammatoire polyartritis met karakteristieke erosies bij het radiologisch onderzoek en binnen een periode van 6 maanden die elke aanvraag voorafgaat, een dosering van C reactief proteïne gelijk aan of hoger dan 3 mg per dl;9° Myopathieën : de progressieve erfelijke musculaire dystrofieën, de myotonia congenita van Thomsen en de auto-immune polymyositis;10° a) Mucoviscidose of geobjectiveerde primaire bronchiale ciliaire dyskinesie;b) Geobjectiveerde hyperproductieve bronchiectasieën;c) Irreversibele chronische obstructieve of restrictieve longaandoeningen met maximum expiratoire secondecapaciteit waarden van minder dan of gelijk aan 60 %, opgemeten in een tussenperiode van minstens één maand;bij een kind jonger dan 7 jaar kan de irreversibele ademhalingsinsufficiëntie worden vastgesteld op basis van een gemotiveerd verslag van de behandelende specialist; d) Recidiverende pulmonaire infecties bij bewezen ernstige immunodepressie;e) Broncho-pulmonaire dysplasie met zuurstofafhankelijkheid gedurende meer dan 28 dagen.De met redenen omklede aanvraag van de behandelende kinderarts moet met name het verslag over de opneming in een dienst N omvatten; 11° Lymfoedeem van een lidmaat hetzij postradio-therapeutisch, hetzij na een radicale klieruit-ruiming; 12° Congenitaal primair lymfoedeem."

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE.

^