gepubliceerd op 10 januari 2017
Koninklijk besluit, wat het sociaal statuut van de student-zelfstandige betreft, tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
22 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit, wat het sociaal statuut van de student-zelfstandige betreft, tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 17/09/2002 numac 2002011312 bron ministerie van economische zaken Wet houdende diverse bepalingen betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen sluiten en bij de wet van 29 maart 2012 houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 22 juni 2016;
Gelet op het advies nr. 2016/14 van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gegeven op 31 oktober 2016;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 oktober 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 9 november 2016;
Gelet op het advies nr. 60.501/1 van de Raad van State, gegeven op 19 december 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 3, 1° van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 mei 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder b/1) wordt ingevoegd, luidende : "b/1) de onderworpenen, die krachtens artikel 12bis, § 1 van bedoeld koninklijk besluit, niet bijdrageplichtig zijn of slechts een verminderde bijdrage verschuldigd zijn;"; 2° in de bepaling onder c) worden de woorden "en b" opgeheven.
Art. 2.Artikel 15 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 juni 1991, wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende : "3° de personen die de hoedanigheid van gerechtigde in de zin van artikel 3 verwierven gedurende het kalenderkwartaal volgend op een ononderbroken periode van minstens twee kalenderkwartalen waarvoor de student-zelfstandige met toepassing van artikel 12bis, § 1, 2., van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 een verminderde bijdrage betaald heeft.".
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 16/1.Wanneer iemand niet gedurende een ononderbroken periode van minstens twee kalenderkwartalen voorafgaandelijk het kalenderkwartaal waarin de hoedanigheid van gerechtigde in de zin van artikel 3 is verworven, als student-zelfstandige met toepassing van artikel 12bis, § 1, 2., van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 een verminderde bijdrage verschuldigd is, wordt het tijdvak waarvoor hij de voormelde verminderde bijdrage heeft betaald, afgetrokken van de krachtens artikel 14 opgelegde wachttijd, op voorwaarde dat hij de hoedanigheid van gerechtigde in de zin van artikel 3 heeft verworven gedurende het kalenderkwartaal volgend op het kalenderkwartaal waarvoor hij de voormelde verminderde bijdrage is verschuldigd.".
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.
Art. 5.De minister bevoegd voor sociale zaken en de minister bevoegd voor zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Zelfstandigen, W. BORSUS