gepubliceerd op 12 februari 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor dienstjaren 2000/2001 en 2001/2002
22 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor dienstjaren 2000/2001 en 2001/2002 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958, betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 februari 2001;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1 . Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor dienstjaren 2000/2001 en 2001/2002.
Art. 2 . Onze Minister van Werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 15 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 20 mei 1982.
Koninklijk besluit van 16 februari 2001, Belgisch Staatsblad van 25 april 2001.
Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 Vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor de dienstjaren 2000/2001 en 2001/2002 (Overeenkomst geregistreerd op 31 juli 2001 onder het nummer 58217/CO/106.02)
Artikel 1.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, houdende oprichting van een fonds van bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 februari 2001, wordt er voor het dienstjaar 2000/2001 een premie van 116,5100 EUR toegekend aan de werklieden en werksters die gedurende de gehele periode van 1 april 2000 tot 31 maart 2001 de bij artikel 5, § 1, van voormelde statuten bepaalde voorwaarden vervullen; voor het dienstjaar 2001/2002 wordt een premie van 116,5100 EUR toegekend aan de werklieden en werksters die gedurende de hele periode van 1 april 2001 tot 31 maart 2002 de bij artikel 5, § 1, van voormelde statuten bepaalde voorwaarden vervullen.
De werklieden en werksters die gedurende de gehele voormelde periodes deze voorwaarden niet vervullen, ontvangen een premie van 9,6678 EUR per volledige of onvolledige kalendermaand waarin deze voorwaarden zijn vervuld, voor het dienstjaar 2000/2001 en voor het dienstjaar 2001/2002.
Art. 2.De in artikel 4, a), van de statuten bedoelde werkgevers overhandigen aan iedere werknemer die in hun onderneming gedurende de periode van respectievelijk 1 april 2000 tot 31 maart 2001 en 1 april 2001 tot 31 maart 2002, gewerkt heeft, de behoorlijk ingevulde "kaart van rechthebbende", die hun verstrekt wordt door het fonds.
De werkgevers vullen op deze kaart de volledige identiteit van de rechthebbende en de periode van tewerkstelling in; zij brengen er de stempel van de onderneming op aan. De werknemer overhandigt deze kaart aan één van de professionele organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, bedoeld in artikel 5, § 1, van de statuten.
De interprofessionele organisatie gaat het lidmaatschap na, duidt het bedrag aan waarop de werknemer recht heeft volgens artikel 1, en stuurt de kaart van rechthebbende door aan het fonds. Het aan de rechthebbende toekomend bedrag wordt, door de zorgen van het fonds uitgekeerd.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor de dienstjaren 2000/2001 en 2001/2002.
De bedragen van 116,5100 EUR, 116,5100 EUR en 9,6678 EUR en voorzien in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst met 4 700 BEF, 4 700 BEF en 390 BEF. Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 22 december 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE