gepubliceerd op 02 maart 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoeding verleend aan de regeringscommissaris en aan de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
22 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoeding verleend aan de regeringscommissaris en aan de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, D, artikel 9, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 88 van 11 november 1967 en bij het koninklijk besluit nr. 431 van 5 augustus 1986, en artikel 14;
Gelet op de wet van 21 december 1970 houdende oprichting van een Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;
Gelet op het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 13 oktober 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De regeringscommissaris bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen en de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij hetzelfde Rijksinstituut bekomen elk een forfaitaire jaarlijkse vergoeding van BF 90 000.
Art. 2.Het in artikel 1 genoemde bedrag stemt overeen met het spilindexcijfer 138,01 (basis 1981 = 100) van de consumptieprijzen.
Het wordt vermeerderd of verminderd met 2 pct. telkens als de wedden van de Rijksambtenaren worden aangepast ingevolge een verhoging of een verlaging van dit spilindexcijfer.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende vaststelling van de toelage verleend aan de regeringscommissaris bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen en het ministerieel besluit van 23 juni 1971 tot vaststelling van het bedrag van de jaarlijkse bezoldiging van de gemachtigde van de Minister van Financiën bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, worden opgeheven.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 5.Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, PINXTEN De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR