gepubliceerd op 20 januari 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 74 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
22 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 74 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994 en het koninklijk besluit van 14 november 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 74, § 1, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 november 1994 en 13 december 1996;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 december 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de creatie van bedrijfsplannen in de sectoren waarvan de werknemers wat betreft de werkloosheidsreglementering genieten van een specifiek regime vereisen dat zonder verwijl de regels betreffende dit regime versoepeld worden teneinde de werkloosheidsreglementering te kunnen aanpassen aan de voorziene nieuwe arbeidsregelingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 74, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 november 1994 en 13 december 1996, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « De Minister kan na advies van het beheerscomité beslissen welke categorieën van werknemers, behorende tot een bijzondere beroepscategorie, in afwijking van de artikelen 100 tot 105 voor de dagen of de halve dagen van volledige werkloosheid : 1° een aantal uitkeringen kunnen genieten volgens een vijfdaags uitkeringsstelsel.In dit geval wordt het dagbedrag van de uitkering verhoogd met 20 %; 2° een aantal uitkeringen volgens het zesdaagse uitkeringsstelsel kunnen genieten, berekend volgens de formule bedoeld in artikel 106. In dit geval is de factor P gelijk aan het theoretisch aantal arbeidsuren van de maatman voor de periode in beschouwde maand waarvoor een geldige uitkeringskaart bestaat die het recht op uitkeringen verleent, verminderd met het aantal uren waarvoor loon verschuldigd is, gelegen in deze periode. Het bekomen aantal wordt verminderd met één eenheid voor elke dag waarvoor er krachtens de bepalingen van dit besluit geen uitkeringen kunnen toegekend worden. ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld