22 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende het algemeen sectoraal akkoord voor de periode 1997-1998 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende het algemeen sectoraal akkoord voor de periode 1997-1998, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 Algemeen sectoraal akkoord voor de periode 1997-1998 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1997 onder het nummer 44251/CO/142.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen vallen. HOOFDSTUK II. - Lonen

Art. 2.De baremieke en effectieve uurlonen worden op 1 oktober 1997 en op 1 december 1998 telkens met 2,5 BEF verhoogd. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsverbintenissen Art.3. De bepalingen over de tewerkstellingsverbintenissen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1993 (protocol van nationaal akkoord 1993-1995, geregistreerd op 27 augustus 1993 onder nummer 33625/CO/142.02) en verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1995 (algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit op 8 december 1995) worden opnieuw verlengd voor de duur van twee jaar. HOOFDSTUK IV. - Tewerkstellingsakkoorden

Art. 4.De tewerkstellingsakkoorden worden gesloten in uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997) in toepassing van artikelen 7 § 2, 30 § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 5.De ondernemingen kunnen uitsluitend gebruik maken van hiernavolgende tewerkstellingsbevorderende of arbeidsherverdelende maatregelen : a) deeltijds werken met minimum halftijds met opdeling van de arbeidsplaatsen;b) loopbaanonderbreking (recht beperkt tot 3 pct.van het gemiddeld aantal werknemers in het afgelopen kalenderjaar); c) halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar;d) invoering van collectieve arbeidsduurvermindering;e) invoering van bijkomende vorming en opleiding van de werknemers tijdens de werkuren. De inhoud van de maatregelen wordt gepreciseerd in afzonderlijk algemeen verbindend te verklaren collectieve arbeidsovereenkomsten, die in bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden gevoegd.

Art. 6.Twee uit artikel 5 gekozen maatregelen gelden als tewerkstellingsakkoord voor de onderneming, mits toetreding onder de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte die uitdrukkelijk melding maken van de weerhouden maatregelen.

De hierboven genoemde toetredingsakte wordt opgemaakt overeenkomstig de volgende procedure : - Het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke werknemer schriftelijk meegedeeld. - Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. - Na deze termijn van acht dagen wordt de toetredingsakte, samen met het register, door de werkgever overgemaakt aan het in artikel 6, § 3, van vermeld koninklijk besluit van 24 februari 1997 bedoeld comité, hierna « Commissie tewerkstellingsakkoorden lompen » genoemd.

Art. 7.§ 1. De tewerkstellingsakkoorden, hetzij in de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij onder vorm van een toetredingsakte, zijn onderworpen aan de volgende toetredingsprocedure : - De onderneming maakt hetzij de collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij de toetredingsakte en het register, per aangetekend schrijven over aan de « Commissie tewerkstellingsakkoorden lompen » waarvan hierna sprake in § 2. - Deze commissie beschikt over een termijn van maximum 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag waarop het volledig dossier werd overhandigd om een advies uit te brengen. - Het volledig dossier, zoals door de Minister van Werkgelegenheid bepaald, evenals het advies van de commissie, worden per aangetekend schrijven neergelegd op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. - De Minister van Werkgelegenheid keurt het tewerkstellingsakkoord goed binnen de vier weken vanaf voormelde neerlegging. Bij ontstentenis van goedkeuring binnen deze termijn van vier weken na de neerlegging wordt de toetreding tot de tewerkstellingsakkoorden geacht te zijn goedgekeurd en dit vanaf de dag waarop het volledig dossier werd medegedeeld aan voormelde commissie. § 2. In de schoot van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, functioneert een « Commissie tewerkstellingsakkoorden lompen ». Zij is samengesteld uit tenminste twee leden werkgeversafgevaardigden en twee leden werknemersafgevaardigden. Ze moeten lid zijn van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.

Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door een door het paritair subcomité aangeduid lid. De zetel van het secretariaat is gevestigd te 1000 Brussel, Komediantenstraat 16/22, bus 7. De secretaris neemt alle nodige maatregelen voor de begeleiding en het opvolgen van de administratieve beschikkingen inzake de toetreding tot de tewerkstellingsakkoorden. HOOFDSTUK V. - Brugpensioen

Art. 8.Het stelsel van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 maart 1992, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1993, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijk besluit van 20 januari 1994, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1995 (algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 december 1995) wordt verlengd tot 31 december 1998. HOOFDSTUK VI. - Opleiding en vorming

Art. 9.In uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, wordt voor de jaren 1997 en 1998 een bijdrage van 0,10 pct. gestort aan het Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven. De 0,10 pct. wordt berekend op grond van het volledig loon van de arbeid(st)ers, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet. De bijdragen zijn om het kwartaal verschuldigd.

Art. 10.De opbrengst van de in artikel 9 geïnde bijdrage wordt aangewend voor maatregelen ten voordele van risicogroepen, volgens modaliteiten bepaald in de raad van beheer van het Sociaal Fonds van de lompenbedrijven. HOOFDSTUK VI. - Sociale vergoedingen

Art. 11.De opleg bij tijdelijke werkloosheid, waarvan sprake in artikel 6 van de statuten van het Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven, wordt gedurende 60 dagen tijdelijke werkloosheid toegekend.

Art. 12.De sociale begeleiding, waarvan sprake in artikel 9 van de statuten van het Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven, wordt vanaf het jaar 1997 3 450 BEF. HOOFDSTUK VII. - Syndicale vorming

Art. 13.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1978 over de syndicale vorming, wordt in artikel 6 het aantal van 10 vormingsdagen per effectief mandaat over een periode van 4 jaar, verhoogd tot 12. HOOFDSTUK VIII. - Werkgroepen

Art. 14.In de periode 1997-1998 zullen twee paritair samengestelde werkgroepen de volgende problemen bestuderen en eventuele oplossingen voorstellen : - Taakinhoud : de inhoud van de verschillende taken die in de sector van de lompen worden uitgevoerd, zullen gedefinieerd worden. - Gezondheid : er zal onderzocht worden in welke mate er zich in de sector specifieke gezondheidsrisico's voordoen; zonodig zullen oplossingen geformuleerd worden. HOOFDSTUK IX. - Sociale vrede

Art. 15.Zowel de gewestelijke als de nationale vakbondsafgevaardigden gaan, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de verbintenis aan zich te onthouden van elke aansporing tot staking en tot het stellen van nieuwe eisen. Voor bijzondere of abnormale gevallen of voor alle nieuwe problemen die niet in deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn opgenomen, verbinden de gewestelijke afgevaardigden zich ertoe, zich te wenden tot hun nationale vakbondscentrale. Deze zal ze rechtstreeks bespreken met de werkgeversafgevaardigden. HOOFDSTUK X. - Slotbepaling

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX