Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 augustus 2002
gepubliceerd op 07 september 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de gemeenschappelijke bepalingen aan de collectieve arbeidsovereenkomst voor officieren en scheepsgezellen ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Luxemburgse maatschappij (1)

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012933
pub.
07/09/2002
prom.
22/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/22/2002012933/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de gemeenschappelijke bepalingen aan de collectieve arbeidsovereenkomst voor officieren en scheepsgezellen ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Luxemburgse maatschappij (1997) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de koopvaardij;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de gemeenschappelijke bepalingen aan de collectieve arbeidsovereenkomst voor officieren en scheepsgezellen ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Luxemburgse maatschappij (1997).

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de koopvaardij Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997 Gemeenschappelijke bepalingen aan de collectieve arbeidsovereenkomst voor officieren en scheepsgezellen ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Luxemburgse maatschappij (1997) (Overeenkomst geregistreerd op 4 november 1997 onder het nummer 45822/CO/316) Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : a) de werkgevers van de ondernemingen waarvan de activiteit tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de koopvaardij behoort;b) de officieren ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Luxemburgse maatschappij van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de koopvaardij (1997);c) de scheepsgezellen ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Luxemburgse maatschappij van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de koopvaardij (1997). I. RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE ZEEMAN

Artikel 1.Behoudens uitdrukkelijke machtiging van de reder, is het de zeeman verboden enige koopwaar voor eigen rekening in het schip te laden.

De zeeman die deze bepaling overtreedt, is aansprakelijk voor alle schade, fiscale geldboetes of straffen, door het schip uit dien hoofde opgelopen, zulks onverminderd het recht van de kapitein om bedoelde koopwaren over boord te doen werpen.

Art. 2.Het is de zeeman verboden, zonder machtiging van de kapitein, alcoholische dranken aan boord te brengen.

Dit geldt eveneens ten opzichte van alle voor het persoonlijk gebruik van de zeeman bestemde waren of voorwerpen, die vallen onder beperkende bepalingen vanwege de overheden van het land waar het schip aanlegt.

De zeeman is gehouden te allen tijde aan de kapitein aangifte te doen van de juiste hoeveelheid artikelen voor eigen gebruik die in zijn bezit zijn. Hij is aansprakelijk voor al de gevolgen, die uit valse verklaringen dienaangaande voortvloeien.

Art. 3.De zeeman moet zorg dragen voor de voorwerpen, door de reder te zijner beschikking gesteld.

In het geval van vrijwillige vernieling of beschadiging, is hij tegenover de reder tot schadeloosstelling gehouden.

Art. 4.De zeeman is gehouden de wettelijk verplichte originele documenten in zijn bezit te hebben en deze aan de kapitein te overhandigen voor de contractuele reisduur. Deze documenten behelzen onder andere de "Standards of Training, Certification and Watchkeeping of Seafarers" (STCW)-certificaten, zeemansboek(en), medisch certificaat van goedkeuring, vaccinatiecertificaat, reisdocumenten zoals internationale reispas en eventuele vlagge- en rederijdocumenten.

II. VERPLICHTINGEN VAN DE REDER

Art. 5.De zeeman die een klacht wenst in te dienen wegens het niet naleven van de voorschriften van deze overeenkomst, geeft daarvan kennis aan de kapitein die gehouden is deze zonder verwijl over te maken aan de bevoegde instanties.

III. DE GAGES

Art. 6.Wanneer bij aanwerving de reis ten gevolge van overmacht of louter toeval niet is kunnen beginnen of voortgezet worden, wordt de zeeman zijn gage betaald naar verhouding van de dagen, gedurende welke hij in dienst van het schip is geweest, en heeft hij bovendien recht op een morele schadevergoeding gelijk aan de helft van het dagloon dat voor de veronderstelde duur van de reis zou verschuldigd zijn, zonder dat die morele schadevergoeding meer dan drie maal het dagloon zoals vermeld in kolom 3 van de bijgevoegde loonroosters kan bedragen.

Art. 7.Ingeval het vaartuig door schipbreuk verloren gaat, wordt de zeeman zijn gage betaald tot op de dag van aankomst in de haven van aanwerving.

Bovendien heeft hij recht op een schadevergoeding tot op het einde van zijn voorziene contractuele reisduur zonder dat deze meer kan bedragen dan zestigmaal het dagloon zoals vermeld in kolom 3 van de bijgevoegde loonroosters.

Art. 8.Ingeval de overeenkomst door toedoen of door schuld van de reder of zijn vertegenwoordiger verbroken wordt vóór de reis begonnen is, wordt de zeeman voor de duur van zijn diensten betaald en ontvangt hij bovendien een morele schadevergoeding gelijk aan vijftien maal het dagbedrag zoals vermeld in kolom 3 van de bijgevoegde loonroosters.

Wordt de reis, nadat zij begonnen is, door toedoen of door de schuld van de reder verbroken, dan wordt de zeeman voor de duur van zijn diensten betaald en ontvangt hij bovendien een morele schadevergoeding gelijk aan dertig maal het dagbedrag zoals vermeld in kolom 3 van de bijgevoegde loonroosters.

Art. 9.Komt de zeeman tijdens de loop der overeenkomst te overlijden, dan zijn zijn gages aan zijn rechtverkrijgenden verschuldigd tot op de dag van het overlijden.

Uitgezonderd het geval waarbij het overlijden van de zeeman aan eigen schuld te wijten is, komen de gemaakte begrafeniskosten ten laste van het schip.

Art. 10.De zeeman maakt zijn gezinsleden bekend bij de reder en laat niet na eventuele wijzigingen ter kennis te brengen van de reder. Bij overlijden door ongeval aan boord of tijdens de reis naar en van het schip, zal de wettelijke gerechtigde van de overleden zeeman een bedrag ontvangen van bruto 3.000.000 LUF.

Art. 11.Met uitzondering van de zeelieden in dienst van een bergingsonderneming, hebben de manschappen van een vaartuig die een ander schip hebben gered; tot zijn berging hebben meegewerkt of het bijstand hebben verleend, recht op een aandeel in het aan hun schip toegekende loon, onder de voorwaarden bepaald bij het Bergingsverdrag van Brussel, 1910.

Art. 12.De zeeman aan wie opgedragen wordt andere werkzaamheden te verrichten dan die waarvoor hij is aangenomen, wanneer aan die werkzaamheden een hogere bezoldiging dan de zijne is toegekend, heeft recht op de aan die nieuwe werkzaamheden verbonden gage voor de tijd dat hij ze waarneemt.

Art. 13.Het is de reder verboden op de gage van de zeeman wegens het niet nakomen van diens verplichtingen, enige andere afhouding of schorsing toe te passen dan deze voorzien bij wet.

Art. 14.De gage van de zeeman moet betaald worden in wettig gangbare munt.

Heeft de betaling plaats in het buitenland, dan mag zij onder het toezicht van de consul tegen de wisselkoers van de dag in de munt van het land geschieden.

Het is verboden in de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst bepalingen op te nemen die de reder toelaten aan de zeeman voorwaarden op te leggen, waardoor deze het recht wordt onttrokken om vrij over zijn loon te beschikken.

Art. 15.De gages worden uiterlijk vereffend 48 uur na de ontscheping of terugkeer in de haven van aanwerving.

Art. 16.Op verzoek van de zeeman wordt hem, bij de aanwerving, een voorschot op zijn gage toegestaan.

Het bij de aanwerving betaalde voorschot mag niet meer bedragen dan twintig maal het dagbedrag zoals voorzien in kolom 3 van de bijgevoegde loonroosters.

Art. 17.De van kracht zijnde bepalingen betreffende de bescherming van het loon zijn van toepassing op de zeelieden.

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Elk der ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits naleving van een opzeggingstermijn van zes maanden.

Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de koopvaardij en aan elk van de ondertekenende partijen betekend. De termijn van zes maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter is gestuurd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2002.

De Minister van Werkglegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 1997, gesloten in het Paritair comité voor de koopvaardij betreffende de gemeenschappelijke bepalingen aan de collectieve arbeidsovereenkomst voor officieren en scheepsgezellen ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Luxemburgse maatschappij (1997) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^