Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 april 2016
gepubliceerd op 20 juni 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015206090
pub.
20/06/2016
prom.
22/04/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 april 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2015 Sectoraal akkoord (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 2015 onder het nummer 129080/CO/214) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en op de bedienden die zij tewerkstellen. § 2. In afwijking op § 1 is artikel 2 van onderhavige overeenkomst enkel toepasselijk op de bedienden waarvan de functie beantwoordt aan de criteria van één van de zes categorieën waarvan sprake in de functieclassificatie voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de herziene en geactualiseerde functieclassificatie en de eraan gekoppelde weddeschaal. § 3. In afwijking op § 1 zijn enkel de bepalingen van de artikelen 3 tot en met 5, de artikelen 8 tot en met 14 en artikel 16 van toepassing op de firma N.V. Celanese en op haar bedienden. HOOFDSTUK II. - Koopkracht

Art. 2.§ 1. Vanaf 1 januari 2016 wordt het werkgeversaandeel in de maaltijdcheques verhoogd met 1,30 EUR per maaltijdcheque. De modaliteiten voorzien in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007 (nr. 82895/CO/214) houdende toekenning van maaltijdcheques zijn op deze verhoging van toepassing. § 2. In afwijking op § 1 wordt indien de nominale waarde van de maaltijdcheque op 31 december 2015 reeds meer dan 6,70 EUR bedraagt, de verhoging van het patronaal aandeel in de maaltijdcheque beperkt tot het verschil tussen het bedrag van de maaltijdcheque op 31 december 2015 en het maximaal nominaal bedrag van 8 EUR per maaltijdcheque. § 3. Ondernemingen die beschikken over een bedrijfsrestaurant toegankelijk voor de bedienden bedoeld in artikel 1, § 2 en die bij de invoering van de sectorale regeling met betrekking tot de maaltijdcheques krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007, een gelijkwaardig voordeel hebben toegekend, kunnen op ondernemingsvlak de in § 1 hiervoor bedoelde verhoging vervangen door een gelijkwaardig voordeel dat voor de onderneming kostenneutraal is ten aanzien van de sectorale regeling met betrekking tot maaltijdcheques, zoals voorzien in § 1 hiervoor. Deze regeling dient uiterlijk ingevoerd te worden op 1 januari 2016. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsverbintenissen

Art. 3.De bepalingen inzake tewerkstelling, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1983, verlengd en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 4 maart 1985, van 24 februari 1987, van 13 maart 1989, van 8 maart 1991 en verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 24 maart 1993, van 15 mei 1995, van 25 april 1997, van 2 april 1999, van 10 mei 2001, van 25 april 2003, van 20 juni 2005, van 20 april 2007, van 24 april 2009, van 27 juni 2011, van 4 maart 2013, 24 juni 2013 en 19 december 2013, worden opnieuw verlengd voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.

Een paritaire werkgroep zal onderzoeken hoe deze tewerkstellingsverbintenissen kunnen geactualiseerd worden in functie van de nieuwe ontslagregeling ingevoerd door de wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende het eenheidsstatuut en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 109 betreffende de motivering van het ontslag.

Art. 4.De hierboven vermelde verlenging van de tewerkstellingsverbintenissen behelst volgende principes : a) de bediende die wordt afgedankt moet binnen de drie maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst door een bediende worden vervangen, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 maart 1991;b) er kan van voormeld principe worden afgeweken overeenkomstig de modaliteiten voorzien in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 8 maart 1991. HOOFDSTUK IV. - Tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen

Art. 5.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten met betrekking tot de verschillende stelsels tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal voorzien in de verlenging van de bepalingen zoals voorzien in de algemene nationale collectieve arbeids overeenkomst van 19 december 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/12/2013 pub. 16/01/2014 numac 2014031046 bron brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de algemene uitgavenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2014 type overeenkomst prom. 19/12/2013 pub. 22/01/2014 numac 2014031045 bron brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de Middelenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2014 sluiten en de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 2015 tot verlenging van artikel 8 van de algemene nationale collectieve arbeids overeenkomst van 19 december 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/12/2013 pub. 16/01/2014 numac 2014031046 bron brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de algemene uitgavenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2014 type overeenkomst prom. 19/12/2013 pub. 22/01/2014 numac 2014031045 bron brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de Middelenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2014 sluiten.

Daarnaast zal deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden in toepassing van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 april 2015. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding

Art. 6.De bepalingen inzake vorming en opleiding van artikel 15 van de algemene nationale collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (nr. 104886/CO/214), zoals verlengd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomsten van 4 maart 2013, 24 juni 2013 en 19 december 2013, worden opnieuw verlengd voor de periode van 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2017.

Art. 7.De sector doet een inspanning voor risicogroepen op het vlak van vorming en opleiding, die wordt gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,30 pct. op de lonen betaald gedurende de jaren 2015 en 2016. Deze werkgeversbijdrage wordt gestort aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk". De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk" worden in deze zin aangepast. HOOFDSTUK VI. - Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 8.§ 1. Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, voor zover de reglementering dergelijke stelsels toelaat, de nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met betrekking tot de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen voorzien in de verlenging of invoering van deze verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag tijdens de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016. § 2. Het kliksysteem, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013 betreffende het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal ook van toepassing zijn op de terugbetaling aan de werkgevers van de aanvullende vergoeding en de Decava-bijdragen voor de betrokken stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag. HOOFDSTUK VII. - Het fonds voor bestaanszekerheid

Art. 9.De raad van beheer van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk" zal onderzoeken of een herschikking van de middelen mogelijk is in functie van een mogelijke invoering van een sectoraal aanvullend pensioen. De raad van beheer formuleert hierover een advies aan het paritair comité tegen 30 september 2016.

Art. 10.Met ingang van 1 juli 2015 wordt de werkgeversbijdrage, bedoeld in artikel 14, littera c) van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk" (collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1981 - nr. 7245/CO/214), verminderd met 0,10 procentpunt.

Gelet op de bijdragevermindering bedoeld in voorgaande alinea bedraagt de werkgeversbijdrage, bedoeld in artikel 14, littera c) van de statuten van het fonds, vanaf 1 juli 2015 1,05 pct..

Art. 11.Met ingang van 1 januari 2016 wordt de syndicale premie, bedoeld in artikel 6quater van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk", vastgesteld op maximum 135 EUR per gesyndiceerde en per jaar.

Art. 12.Vanaf 1 juli 2015 wordt het jaarlijks budget voor sociale begeleiding geheroriënteerd naar een nieuw op te richten sectie "Werkbaar werk". Voor 2015 zal dit pro rata gebeuren.

Art. 13.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk" worden aangepast aan de bepalingen van artikelen 10 tot en met 12 hiervoor.

Art. 14.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 1987 (nr. 18955/CO/214) tot regeling van de sociale begeleiding ten gunste van sommige afgedankte bedienden, wordt een artikel 1bis ingevoegd, met volgende tekst : " § 1. In afwijking van artikel 1 zijn de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing op de bedienden waarvan het ontslag betekend werd na 30 juni 2015. § 2. In afwijking van § 1 gelden de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst wel voor de bedienden waarvan het ontslag betekend werd na 30 juni 2015 in het kader van een collectief ontslag of een sluiting van een onderneming of sluiting van een afdeling van een onderneming aangekondigd uiterlijk op 30 juni 2015.". HOOFDSTUK VIII. - Werkbaar werk

Art. 15.Vanuit het sectoraal opleidingscentrum COBOT-Bedienden vzw zal een dienstverlening, begeleiding en projectmatige ondersteuning met betrekking tot werkbaar werk opgezet worden, ten dienste van de ondernemingen en de werknemers in de textielsector.

De sociale partners bepalen in het gemeenschappelijk directiecomité van COBOT vzw/CEFRET asbl/COBOT-Bedienden vzw de opdracht om hieromtrent sectorale expertise op te bouwen, waartoe de nodige middelen, zoals bedoeld in artikel 12 hiervoor, vanuit het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk", worden ingezet.

De sociale partners bepalen in het gemeenschappelijk directiecomité van COBOT vzw/CEFRET asbl/COBOT-Bedienden vzw eveneens de nodige modaliteiten en voorwaarden voor deze dienstverlening, begeleiding en projectmatige ondersteuning met betrekking tot werkbaar werk.

Eind 2016 zullen de sociale partners de stand van zaken betreffende het werkbaar werk evalueren.

De sociale partners zullen eveneens onderzoeken welke initiatieven kunnen bijdragen tot werkbare loopbanen. HOOFDSTUK IX. - Tijdelijke werkloosheid voor bedienden

Art. 16.In uitvoering van artikel 77/1, § 2, 1° van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, ingevoegd in deze wet door artikel 17 van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord, wordt een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en zal de bepalingen van de collectieve arbeids overeenkomst van 19 december 2013Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/12/2013 pub. 16/01/2014 numac 2014031046 bron brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de algemene uitgavenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2014 type overeenkomst prom. 19/12/2013 pub. 22/01/2014 numac 2014031045 bron brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de Middelenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2014 sluiten betreffende een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische redenen voor de bedienden, integraal overnemen. HOOFDSTUK X. - Arbeiders/bedienden

Art. 17.Een gemengde paritaire werkgroep (Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk en Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk) zal de sectorale verschillen inzake loon- en arbeidsvoorwaarden tussen arbeiders en bedienden in de textielsector inventariseren, inclusief het onderscheid tussen de baremiseerbare en de niet-baremiseerbare bedienden. HOOFDSTUK XI. - Overbruggingsploegen

Art. 18.De ondertekenende partijen zullen tegen uiterlijk 31 oktober 2015 een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst voor de tewerkstelling van bedienden in de overbruggingsploegen sluiten. HOOFDSTUK XII. - Een gunstig ondernemingsklimaat

Art. 19.De sociale partners bevestigen dat zij zich samen willen inzetten voor een gunstig ondernemingsklimaat en waar mogelijk gezamenlijke acties zullen opzetten om de gemeenschappelijke belangen van werkgevers en werknemers in de textielsector gezamenlijk te verdedigen. HOOFDSTUK XIII. - Sociale vrede

Art. 20.De ondertekenende partijen engageren zich de sociale vrede te respecteren gedurende de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016. HOOFDSTUK XIV. - Duur van de overeenkomst

Art. 21.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en is gesloten voor de periode vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016, met uitzondering van artikel 6 dat geldt voor de erin vermelde specifieke duur en de artikelen 2, 10, 11, 12, 13, 14 en 16 die gelden voor onbepaalde duur. De bepalingen welke voor onbepaalde duur gelden, kunnen opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende partijen. HOOFDSTUK XV. - Algemeen verbindend verklaring

Art. 22.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 april 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^