gepubliceerd op 20 juni 2016
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de vorming
22 APRIL 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 april 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de audiovisuele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2015 Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 2015 onder het nummer 129069/CO/227)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendepersoneel.
Art. 2.Wettelijk kader Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van : - de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact en onder andere het artikel 30 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005) en; - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten (Belgisch Staatsblad van 5 december 2007).
Art. 3.Neerlegging Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.
De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst zo vlug mogelijk algemeen verbindend wordt verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 4.Doelstelling De sociale partners engageren zich met deze collectieve arbeidsovereenkomst om elke werknemer de mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd in het kader van de uitvoering van het werk of van de doelstellingen van de onderneming.
Onder "vorming" wordt verstaan : - de formele voortgezette vormingsinitiatieven; - on-the-job-training en interne stages; - deelname aan conferenties, seminaries en masterclasses; - zelfstudie en e-learning.
Deze vorming kan zowel intern op de plaats van tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden en kan gevolgd worden op om het even welk moment in 2015 en/of in 2016.
De vorming wordt hetzij door de werkgever georganiseerd hetzij op zijn vraag of met zijn goedkeuring verstrekt door derden.
Art. 5.Vormingsdagen De werkgevers zullen zich verbinden om de vormingsinspanning te behouden zoals voor de periode 2013-2014 à rato van minimaal 5 vormingsdagen per werknemer over een periode van twee jaar.
Naast formele training en seminaries heeft dit ook betrekking op on-the-job-training, zelfstudie en e-learning.
In deze vormingsdagen zit ook de jaarlijks gegarandeerde vormingsdag voor elke werknemer, zoals bepaald in het Competiviteitspact.
Art. 6.Ondersteuning In uitvoering van artikelen 4 tot en met 5 zal het "Sociaal Fonds voor de audiovisuele sector" (mediarte.be) de werkgevers de nodige ondersteuning bieden door onder andere : - ondernemingen te ondersteunen in het opstellen van een vormingsplan; - een instrument te ontwikkelen dat bedrijven moet helpen de vormingsinspanningen te registreren op het niveau van ondernemingen en werknemers (dit instrument zal bruikbaar zijn voor de opmaak van de sociale balans); - het bekendmaken van premies voor vorming en ondernemingen te begeleiden in de aanvraag van de verschillende premies voor vorming; - het verzamelen en bekend maken van alle sectorspecifieke vormingen; - een vormingsaanbod te ontwikkelen op vraag en op maat van de sector.
Art. 7.Controle Met de betrekking tot de opvolging van het engagement van de sociale partners als bepaald in artikelen 4 en 5 kan door het sociaal fonds nadere uitvoerings- en controlemodaliteiten worden voorzien.
Art. 8.Mededeling Alle ondernemingen delen jaarlijks schriftelijk en uiterlijk op 30 september van het betrokken jaar aan het "Sociaal Fonds voor de audiovisuele sector" mee, hoe zij de verschillende vormingsinspanningen zullen uitvoeren.
In de ondernemingen met een ondernemingsraad of bij ontstentenis met een syndicale afvaardiging, wordt het vormingsplan ter informatie en advies voorgelegd aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de syndicale afvaardiging.
Indien dit vormingsplan niet bekend gemaakt werd dan zal de werkgever geen financiële ondersteuning kunnen krijgen vanuit het sociaal fonds.
Art. 9.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2016.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 april 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS