gepubliceerd op 25 april 2012
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 178 van het KB/WIB 92 inzake het voorstel van vereenvoudigde aangifte
22 APRIL 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 178 van het KB/WIB 92 inzake het voorstel van vereenvoudigde aangifte
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij U aan Uwe Majesteit ter ondertekening voorleggen strekt ertoe artikel 178, KB/WIB 92 aan te passen teneinde de nieuwe criteria te verduidelijken die in aanmerking komen om de doelgroep van de belastingplichtigen te bepalen aan wie voortaan een voorstel van vereenvoudigde aangifte zal worden gestuurd.
Krachtens artikel 305 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) is iedere belastingplichtige ertoe gehouden jaarlijks een aangifte in de personenbelasting in te dienen op een formulier waarvan het model, overeenkomstig artikel 307, § 1, WIB 92 door de Koning wordt vastgesteld en dat wordt uitgereikt door de daartoe aangewezen dienst.
Artikel 306, § 1, WIB 92 heeft Uwe Majesteit gemachtigd om bepaalde belastingplichtigen vrij te stellen van die verplichting een aangifte in de personenbelasting in te dienen. Krachtens § 2, eerste lid, van dat artikel, is vastgelegd dat dan een voorstel van vereenvoudigde aangifte zal worden gestuurd aan de in § 1 bedoelde belastingplichtigen.
In uitvoering van die bepaling, legt artikel 178, KB/WIB 92 in zijn § 2 de criteria vast krachtens dewelke de belastingplichtigen die van aangifteplicht vrijgesteld zijn een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen. Die criteria worden gecontroleerd op basis van de gekende gegevens betreffende het voorgaande aanslagjaar. De wijziging van § 2 beoogt deze criteria uit te breiden tot het geheel van de pensioenen bedoeld in vak 5, A, van de aangifte (alle pensioenen, renten, wettelijke uitkeringen wegens blijvende ongeschiktheid, kapitalen en afkoopwaarden) en dus niet langer te beperken tot de wettelijke pensioenen.
Paragraaf 3 verduidelijkt de gevallen waarin de in § 2 bedoelde belastingplichtigen van die vrijstelling zijn uitgesloten. Die gegevens worden geput uit zowel de gegevens die gekend zijn voor het vorige aanslagjaar als uit gegevens waarvan de administratie kennis heeft tot op het ogenblik van het afsluiten van de doelgroep. De belastingplichtigen die bij toepassing van § 3 worden uitgesloten, zullen derhalve geen voorstel van vereenvoudigde aangifte maar een normaal aangifteformulier ontvangen.
Een § 4 wordt in artikel 178, KB/WIB 92 ingevoegd en beoogt de belastingplichtige in de doelgroep te behouden die er werd in opgenomen omdat hij aan de voorwaarden gesteld door § 2 beantwoordde maar er het volgend jaar niet meer aan beantwoordt. Op dit ogenblik zal een belastingplichtige die een voorstel van vereenvoudigde aangifte verbetert met een gegeven dat niet in het bezit van de administratie was het volgend jaar inderdaad niet langer deel uitmaken van de doelgroep. De volgende situatie zou zich dus kunnen voordoen : de belastingplichtige ontvangt een voorstel van vereenvoudigde aangifte voor het aanslagjaar x maar verbetert een gegeven, maakt bijgevolg voor het aanslagjaar x+1 niet langer deel uit van de doelgroep en ontvangt een aangifte en kan opnieuw in de doelgroep voor het aanslagjaar x+2 komen en opnieuw een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen. De wijziging heeft tot doel de situatie voor de belastingplichtige te verduidelijken zonder uitdrukkelijk de selectiecriteria te moeten kennen. De belastingplichtige die in de doelgroep werd opgenomen zal er voor de toekomst deel van blijven uitmaken.
De wijziging aan artikel 178, KB/WIB 92 is dus verantwoord door de wens om een blijvend systeem van toezenden van een voorstel van vereenvoudigde aangifte voor een meer uitgebreide groep belastingplichtigen in te voeren.
Deze maatregelen worden genomen ten gevolge van het bekomen succes bij de pilootprojecten tijdens de aanslagjaren 2010 en 2011 en in het kader van een administratieve vereenvoudiging.
Gelet op de bemerking van de Raad van State betreffende het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, moet worden vermeld dat de Duurzame Ontwikkelingseffectbeoordeling (DOEB) wel degelijk werd uitgevoerd en aan de Ministerraad werd voorgelegd op 15 maart 2012.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, S. VANACKERE
ADVIES 51.103/1 VAN 27 MAART 2012 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste kamer, op 16 maart 2012 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van artikel 178 van het KB/WIB 92 inzake het voorstel van vereenvoudigde aangifte', heeft het volgende advies gegeven : Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe artikel 178 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I sluiten 'tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992' te wijzigen.Door de wijziging zal een grotere groep belastingplichtigen een door de administratie opgesteld voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen en wordt een zekere continuïteit van de vrijstelling gewaarborgd (artikel 1 van het ontwerp).
Het ontworpen besluit treedt in werking met ingang van het aanslagjaar 2012 (artikel 2). 2. Artikel 306, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 92) vormt de rechtsgrond voor de ontworpen bepalingen. Vormvereisten 3. Uit artikel 19/1, § 1, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten 'betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' vloeit voort dat in beginsel elk voorontwerp van wet, elk ontwerp van koninklijk besluit en elk voorstel van beslissing dat ter goedkeuring aan de Ministerraad moet worden voorgelegd, aanleiding moet geven tot een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren. Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat aan dit vormvereiste reeds is voldaan, zodat dergelijk onderzoek wellicht nog dient te gebeuren. Indien uit dit voorafgaand onderzoek bovendien zou blijken dat een effectbeoordeling in de zin van artikel 19/2 van dezelfde wet noodzakelijk is, en als gevolg van die effectbeoordeling wijzigingen zouden worden aangebracht in de tekst van het ontwerp, zoals die thans om advies aan de Raad van State, afdeling Wetgeving, is voorgelegd, zullen deze wijzigingen eveneens om advies aan de Raad moeten worden voorgelegd.
Onderzoek van de tekst Aanhef 4. In het eerste lid van de aanhef van het ontwerp dient de verwijzing naar de rechtsgrond nog te worden gespecificeerd, door te refereren aan artikel 306, § 1, eerste lid, van het WIB 92. Artikel 3 5. Men redigere artikel 3 van het ontwerp als volgt : « De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.» De kamer was samengesteld uit : De heren : M. Van Damme, kamervoorzitter;
J. Baert en W. Van Vaerenbergh, staatsraden;
L. Denys, assessor van de afdeling Wetgeving;
Mevr. G. Verberckmoes, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door Mevr. A. Somers, auditeur. (...) De griffier, G. Verberckmoes.
De voorzitter, M. Van Damme.
22 APRIL 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 178 van het KB/WIB 92 inzake het voorstel van vereenvoudigde aangifte (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 306, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 5 juli 1994 en 29 december 2010;
Gelet op het KB/WIB 92;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 februari 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 6 maart 2012;
Gelet op het advies 51.103/1 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 178, KB/WIB 92, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : « 3° andere pensioenen, renten, omzettingsrenten, als renten of pensioenen geldende kapitalen, afkoopwaarden en als zodanig geldende toelagen en de achterstallen daarvan;»; 2° in § 2, worden de bepalingen onder 3° /1 en 3° /2 ingevoegd, luidende : « 3° /1 uitkeringen, toelagen, renten en omzettingsrenten van kapitalen voortvloeiend uit de wetgeving op de arbeidsongevallen of beroepsziekten wegens blijvende ongeschiktheid en de achterstallen daarvan;3° /2 sommen die afkomstig zijn van een in het kader van het pensioensparen geopende spaarrekening of spaarverzekering;»; 3° het artikel wordt aangevuld met een § 4, luidende : « § 4.Voor zover ze niet worden uitgesloten van de vrijstelling krachtens § 3 blijven de belastingplichtigen die bij toepassing van de §§ 1 en 2 of van deze paragraaf voor het voorgaand aanslagjaar van aangifteplicht in de personenbelasting waren vrijgesteld en een voorstel van vereenvoudigde aangifte hadden ontvangen, en die op grond van de aangebrachte wijzigingen aan dat voorstel van vereenvoudigde aangifte in beginsel niet meer aan de voorwaarden van § 2 voldoen om voor het daaropvolgende aanslagjaar van aangifteplicht te worden vrijgesteld, voor dat aanslagjaar toch vrijgesteld van aangifteplicht in de personenbelasting en blijven zij een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen op voorwaarde dat zij geen andere aan te geven belastbare inkomsten hebben dan de inkomsten als bedoeld in § 2, 1° tot 5°. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang van aanslagjaar 2012.
Art. 3.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 april 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, S. VANACKERE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.
Koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I sluiten tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.