Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 april 2010
gepubliceerd op 29 april 2010

Koninklijk besluit tot oprichting te Saint-Hubert van een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2010009453
pub.
29/04/2010
prom.
22/04/2010
ELI
eli/besluit/2010/04/22/2010009453/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 APRIL 2010. - Koninklijk besluit tot oprichting te Saint-Hubert van een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het wetboek van Strafvordering, artikel 606, opgeheven bij wet van 10 juli 1967, hersteld door de wet van 15 mei 2006 en gewijzigd door de wet van 24 juli 2008;

Gelet op de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd;

Gelet op het protocolakkoord van met betrekking tot de organisatie van gesloten federale centra voor jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd of daarvan verdacht worden en voor jongeren die een misdrijf hebben gepleegd of daarvan verdacht worden, gesloten tussen de Staat en de Franse, Vlaamse en Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 januari 2010;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris van Begroting, d.d. 15 februari 2010;

Gelet op het advies nr. 47/877/2 van de Raad van State, gegeven op 10 maart 2010 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt een federaal gesloten centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd opgericht te Saint-Hubert.

De zetel van dit centrum is gevestigd bij de Federale Overheidsdienst Justitie.

Art. 2.§ 1. Aan dit centrum worden de in artikel 606 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen van het mannelijke geslacht toevertrouwd, wanneer de beslissing tot uithandengeving genomen is door een jeugdgerecht met zetel in het Franse taalgebied, in het Duitse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad volgens de Franstalige procedure. § 2. In het centrum worden 13 plaatsen voorbehouden voor deze categorie van personen.

Art. 3.Aan dit centrum worden tevens de minderjarigen, bedoeld in de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, toevertrouwd wanneer de beslissing tot plaatsing uitgaat van een jeugdgerecht met zetel in het Franse taalgebied, in het Duitse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad volgens de Franstalige procedure.

In het centrum worden 37 plaatsen voorbehouden voor deze categorie van minderjarigen.

De verdeling van de plaatsen tussen, enerzijds, de jongeren die werden geplaatst bij beslissing van een jeugdgerecht met zetel in het Franse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad volgens de Franstalige procedure en, anderzijds, de jongeren, geplaatst bij beslissing van een gerecht met zetel in het Duitse taalgebied of van een gerecht, uitspraak doende in graad van beroep, over een beslissing tot plaatsing van een gerecht met zetel in het Duitse taalgebied, zal gebeuren in een samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Franse en Duitstalige gemeenschap.

Art. 4.De in artikel 606 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen en de minderjarigen die in het centrum geplaatst worden overeenkomstig de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, worden in onderscheiden secties opgevangen.

Art. 5.§ 1. De opname van minderjarigen, die in het centrum geplaatst zijn op grond van de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, is mogelijk tussen 7 en 22 uur. § 2. De leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van de Senaat en van de Parlementen van de Franse en Duitstalige Gemeenschap, hebben toegang tot de secties, waar de minderjarigen op basis van de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, zijn geplaatst, mits bewijs van hun hoedanigheid.

De bezoekers bedoeld in het eerste lid worden vergezeld door de federale directeur of door het personeelslid dat hij aanwijst.

Een bijzondere toelating van de minister bevoegd voor Justitie of de minister bevoegd voor Jongerenwelzijn, naargelang de vraag uitgaat van een lid van een federale of gemeenschapsinstantie, is vereist voor het betreden van een bewoonde kamer of om in contact te treden met bepaalde minderjarigen.

Art. 6.§ 1. De Algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind van de Franse gemeenschap en de ombudsman van de Duitstalige Gemeenschap hebben toegang tot het centrum, mits bewijs van hun hoedanigheid.

Zij worden vergezeld door de federale directeur of door het personeelslid dat hij aanwijst.

Zij kunnen er minderjarigen ontmoeten, individueel of in groep.

Art. 7.Elke wijziging van de maximale capaciteit van het centrum of in de toewijzing van de secties aan personen, bedoeld in artikel 606 van het Wetboek van strafvordering en aan minderjarigen die in het centrum geplaatst zijn op grond van de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, wordt onderworpen aan het akkoord van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 8.Artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 29 april 2010.

De artikelen 3, 5, 6 en 7 van dit besluit treden in werking op 29 april 2010.

De artikelen 2 en 4 van dit besluit treden in werking op 15 juni 2010.

Art. 9.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

^