Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 september 2021
gepubliceerd op 29 september 2021

Koninklijk besluit betreffende de benaming en de kenmerken van de mariene gasolies en de residuele scheepsbrandstoffen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2021033317
pub.
29/09/2021
prom.
21/09/2021
ELI
eli/besluit/2021/09/21/2021033317/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2021. - Koninklijk besluit betreffende de benaming en de kenmerken van de mariene gasolies en de residuele scheepsbrandstoffen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel VI.9, § 1, 2° en artikel XV.3, 7° ;

Gelet op de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 11/02/1999 numac 1998022861 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid sluiten betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers, artikel 5, § 1, eerste lid, 3° en 5°, gewijzigd bij de wet van 27 juli 2011;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2015 pub. 08/12/2015 numac 2015011490 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van de marine gasolie sluiten betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van de marine gasolie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 juli 2019;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, gegeven op 19 november 2019;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 3 december 2019;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 7 februari 2020;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 7 februari 2020;

Gelet op het advies van de Bijzondere raadgevende commissie Verbruik, gegeven op 7 februari 2020;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 18 februari 2020, met toepassing van artikel 5, lid 1, van richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op de beslissing van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu van 11 maart 2020;

Gelet op advies 67.507/1 van de Raad van State, gegeven op 26 juni 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat titel 3, hoofdstuk 4 van het koninklijk besluit van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2020 pub. 21/08/2020 numac 2020042450 bron federale overheidsdienst economie,k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake milieuvriendelijke scheepvaart sluiten inzake milieuvriendelijke scheepvaart het zwavelgehalte van de mariene gasolies en de residuele scheepsbrandstoffen regelt;

Overwegende dat het artikel XV.2 § 1 van het Wetboek van economisch recht voorziet dat "onverminderd de bevoegdheden van de politieambtenaren van de lokale en federale politie, zijn de door de minister aangestelde ambtenaren bevoegd om de inbreuken op dit Wetboek op te sporen en vast te stellen. Deze ambtenaren kunnen de in deze titel bepaalde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen ter opsporing en vaststelling van inbreuken op de bepalingen van dit Wetboek, van zijn uitvoeringsbesluiten en van de verordeningen van de Europese Unie waarvoor dit boek in sancties voorziet, met uitzondering van de bepalingen opgenomen in Boek IV en de uitvoeringsbesluiten ervan.";

Overwegende dat, in toepassing van artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht, voorziet het ministerieel besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014011202 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot aanstelling van de ambtenaren die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken bepaald in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht type ministerieel besluit prom. 25/04/2014 pub. 05/10/2020 numac 2020015640 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot aanstelling van de ambtenaren die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken bepaald in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot aanstelling van de ambtenaren die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken bepaald in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht, in artikel 5, dat "de ambtenaren van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zijn bevoegd tot het opsporen en het vaststellen van de inbreuken bepaald in artikel XV.102 van hetzelfde Wetboek en de inbreuken bepaald in de uitvoeringsbesluiten bedoeld in de artikelen VI.9 en VI.10 en artikel VIII.57 van hetzelfde Wetboek";

Overwegende bovendien dat overeenkomstig artikel XV.83, eerste lid, 2° van het Wetboek van economisch recht, een sanctie van niveau 2 wordt opgelegd aan degenen die een inbreuk plegen op de bepalingen van de besluiten genomen ter uitvoering van artikel VI.9;

Overwegende dat dit koninklijk besluit is genomen in uitvoering van artikel VI.9 van het Wetboek van economisch recht;

Overwegende derhalve dat de ambtenaren van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de bevoegdheid hebben om de in dit besluit omschreven strafbare feiten te onderzoeken en vast te stellen;

Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van de Noordzee, de Minister van K.M.O., de Minister van Leefmilieu en de Minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit heeft tot doel de kwaliteit van de mariene gasolies en de residuele scheepsbrandstoffen te controleren met uitzondering van het zwavelgehalte.

Art. 2.Dit besluit is uitsluitend van toepassing op mariene gasolies en residuele scheepsbrandstoffen bestemd voor de zeescheepvaart en dit voor de volledige bevoorradingsketen, zoals bedoeld in artikel 3, 1°, tot op het moment van de levering aan vaartuigen wanneer zij zich in één van de Belgische havens bevinden.

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "bevoorradingsketen": alle vervoershandelingen en daarmee verbonden handelingen en processen vanaf de productie tot de verkoop aan de eindverbruiker, inclusief opslag;2° "mariene gasolie": een vloeibare brandstof zoals gedefinieerd in de norm NBN T52-703, laatste versie;3° "residuele scheepsbrandstof": een uit aardolie verkregen vloeibare brandstof bestemd voor de zeescheepvaart, die residuen van de behandeling van aardolie bevat.De residuele scheepsbrandstof omvat de volgende categorieën: RMA10 tot en met RMK700.

Art. 4.§ 1. De mariene gasolie beantwoordt aan de norm NBN T 52-703, laatste versie, met uitzondering van de verwijzing naar het zwavelgehalte. § 2. De residuele scheepsbrandstof beantwoordt aan de kenmerken vermeld in de tabel in bijlage. § 3. De mariene gasolies en de residuele scheepsbrandstoffen mogen geen additieven of chemische stoffen bevatten in een concentratie die: 1° de veiligheid van de schepen in gevaar brengt of de prestaties van de machines vermindert;of 2° schadelijk is voor de volksgezondheid;of 3° aanzienlijk bijdraagt tot een verhoging van de milieuverontreiniging.

Art. 5.§ 1. Het is verboden een product op de markt te brengen onder de benaming mariene gasolie, indien het niet de kenmerken bezit bedoeld in artikel 4, §§ 1 en 3. § 2. Het op de markt brengen van een product onder de benaming residuele scheepsbrandstof dat niet de kenmerken bezit bedoeld in artikel 4, §§ 2 en 3 is enkel toegelaten indien aan volgende voorwaarden is voldaan: 1° er wordt een voorafgaand schriftelijk of elektronisch akkoord bekomen tussen leverancier en afnemer;2° de parameters waarvan de waarden afwijken van de eisen vermeld in de tabel in bijlage, worden aangeduid op de documenten betreffende de verkoop en de levering;3° de parameters "vlampunt", "waterstofsulfide" en "gebruikte smeerolie", vermeld in de tabel in bijlage, zijn uitgesloten van dergelijke toelating tot afwijking.

Art. 6.Onverminderd het facultatief gelijktijdig gebruik van merken of alle andere commerciële benamingen, worden de benamingen van de categorieën mariene gasolie overeenkomstig de in artikel 4, § 1, bedoelde norm aangeduid op de documenten betreffende de verkoop en de levering.

Onverminderd het facultatief gelijktijdig gebruik van merken of alle andere commerciële benamingen, worden de benamingen van de categorieën residuele scheepsbrandstof overeenkomstig de in artikel 4, § 2 bedoelde tabel aangeduid op de documenten betreffende de verkoop en de levering met, in voorkomend geval, vermelding van de afwijkende parameters, zoals voorzien door artikel 5, § 2, 2°.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 30 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2015 pub. 08/12/2015 numac 2015011490 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van de marine gasolie sluiten betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van de marine gasolie wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9.De minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor de Noordzee, de minister bevoegd voor K.M.O, de minister bevoegd voor Leefmilieu en de minister bevoegd voor Energie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van de Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van K.M.O., D. CLARINVAL De Minister van Leefmilieu, Z. KHATTABI De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 21 september 2021 betreffende de benaming en de kenmerken van de mariene gasolies en de residuele scheepsbrandstoffen.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van de Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van K.M.O., D. CLARINVAL De Minister van Leefmilieu, Z. KHATTABI De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN

^