Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 september 2001
gepubliceerd op 23 februari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de opleiding en tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012958
pub.
23/02/2002
prom.
21/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/21/2001012958/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de opleiding en tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de opleiding en tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementfabrieken Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993 Opleiding en tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1993 onder het nummer 33635/CO/106.01)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, en de werkgevers van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken ressorteren.

Art. 2.De ondertekenende partijen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn ermee eens, overeenkomstig de bepalingen van het interprofessioneel akkoord van 9 december 1992, gedurende de periode van 1 januari 1993 tot 31 december 1994, hun actie verder te voeren met betrekking tot het aanwenden van de 0,15 pct. van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonmassa.

In het raam van het begeleidingsplan voor de werklozen verbinden de ondertekenende partijen zich ertoe positief op de voorstellen van de nationale sociale gesprekspartners te antwoorden.

Art. 3.De bijzondere inspanning waarvan sprake in artikel 2 zal concreet vorm krijgen in initiatieven binnen de verschillende fabrieken welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, in functie van de regionale bijzonderheden. Deze initiatieven kunnen één en/of meer van de hierna beschreven vormen aannemen en zich richten tot werklieden van de sector, tot toekomstige werklieden en tot de risicogroepen : - aanwerving van werklozen en/of werklieden behorend tot de zogenaamde « risicogroepen »; - opleiding en omscholing van laaggeschoolde werklieden om hen weder aan te passen en daardoor te vermijden dat ze van het arbeidsproces uitgesloten worden; - opleiding en reclassering in verscheidene functies van werklieden waarvan de werkzekerheid door technologische veranderingen bedreigd wordt; - opvangen van leerlingen-stagiairs uit beroeps- of technische scholen om hen een praktische opleiding te verschaffen én een raakpunt tussen onderwijs en bedrijfswereld te bieden; - afsluiting van collectieve arbeidsovereenkomsten van brugpensioen om de tewerkstelling van de jonge werklieden te bevorderen; - elk ander initiatief op het vlak van tewerkstelling en opleiding dat aan de vooropgestelde doeleinden beantwoordt.

Art. 4.De bijzondere inspanning waarvan sprake in artikel 2 zal voor minstens 0,10 pct. voorbehouden blijven aan de meest kwetsbare categorieën onder de risicogroepen, met name de werklozen en de laaggeschoolde werklieden.

Art. 5.De beperkte commissie zal jaarlijks een evaluatie van de ondernomen acties opmaken.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993 en treedt buiten werking op 31 december 1994.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^