21 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 oktober 1983 houdende toekenning van een toelage voor pompdienstprestaties volbracht in het kader van de Belgische deelname aan het NAVO-pijpleidingssysteem

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 oktober 1983 houdende toekenning van een toelage voor pompdienstprestaties volbracht in het kader van de Belgische deelname aan het NAVO-pijpleidingssysteem, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht afgesloten op 12 juni 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 februari 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 21 januari 2000;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 mei 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat een aanpassing van het sinds 1983 onveranderd gebleven bedrag van de geviseerde toelagen, onontbeerlijk en dringend is om dit gespecialiseerd personeel blijvend te kunnen motiveren;

Overwegende dat reeds in 1998 en 1999 diverse vergoedingen, prestatie- en kwalificatietoelagen werden geherwaardeerd ten voordele van andere specifieke groepen militairen, en dat de overheid dus moet vermijden dat de door onderhavig besluit geviseerde doelgroep zich verwaarloosd zou voelen;

Overwegende dat de procedure van administratieve en begrotingscontrole reeds aansleept sinds februari 1998, waarbij aan het initiatiefnemend departement geen nalatigheid of traagheid kan verweten worden, en dat de beoogde doelgroep hiervan niet het slachtoffer mag zijn;

Overwegende dat, gelet op de datum van inwerkingtreding, de administratieve werklast omwille van de regularisatie zo beperkt mogelijk moet blijven;

Overwegende dat, wil men de rechten van de betrokken militairen optimaal vrijwaren, deze regularisatie beperkt moet blijven om aldus administratieve vergissingen te vermijden.

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 17 oktober 1983 houdende toekenning van een toelage voor pompdienstprestaties volbracht in het kader van de Belgisch deelname aan het NAVO-pijpleidingssysteem wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Een toelage van 31 frank per uur voor de officieren, 26 frank per uur voor de onderofficieren en 21 frank per uur voor de vrijwilligers wordt voor iedere ononderbroken pompdienstprestatie van minstens 6 uur toegekend. »

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt een § 3 ingevoegd, luidend als volgt : « § 3. De in dit artikel bedoelde toelage wordt gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel der ministeries. Zij wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. »

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE